Column: Visie

Algemeen wordt gesproken van een 'fors', in enkele gevallen van een 'hard' bezuinigingspakket, dat eergisteren werd afgekondigd. Het lijkt erop dat het kabinet de kwakkelende economie gebruikt om onze hele maatschappij eens flink op te schudden. De beurzen zijn al enkele weken aan het stijgen en ook andere indicatoren doen de hoop op een economische opleving toenemen. En toch deze harde maatregelen, die uiteindelijk moeten leiden tot meer eigen verantwoordelijkheid van de burger.

Natuurlijk staan SP en FNV op hun achterste benen en het zal me niet verbazen als het Malieveld de komende maanden meer dan eens volstroomt met mensen die iets te verliezen hebben. Niettemin ben ik ervan overtuigd dat de afslanking van de verzorgingsstaat, zoals de regering voor ogen staat, hoog nodig is. De verzorgingsstaat is niet meer te betalen. Nederland is hard aan het vergrijzen en een afnemende beroepsbevolking moet straks opdraaien voor de kosten daarvan. Dat gaat niet. 'Dit kabinet heeft de moed om aan te geven wat nodig is', aldus Balkenende. 'Nu nog de visie, die voor het zo noodzakelijke draagvlak in de samenleving zorgt', aldus De Volkskrant gisteren.

Visie is een ding van leiders. Leiderschap wijst naar de horizon en zegt: 'Daar moeten we heen!' en dan loopt iedereen er achteraan. Maar je hebt ook leiders die dat missen. Die roepen dan wat en niemand die reageert. Balkenende is er zo één. Geen uitstraling, geen bezieling, maar wel rekensommetjes die lijken te kloppen. Het liefst zou hij op zijn schriftje wijzen en zeggen: 'Kijk maar, het klopt hoor!' Maar hij weet ook wel dat niemand zijn schriftje zou begrijpen. Wat het voor Balkenende nog moeilijker maakt, is dat het bezuinigingspakket duidelijk de signatuur van Gerrit Zalm en meer in het algemeen van het liberalisme draagt. Eigen verantwoordelijkheid van de burgers. Wie niet werkt, krijgt ook geen geld. Hoe verkoop je dat? Wat is de visie die daarachter zit, vooral in Nederland? Laten we eens een poging wagen.

Nederland maakt deel uit van de Europese Unie. Dat is een gegeven met vooral op lange termijn ingrijpende gevolgen. Nederland is van oudsher een handelsnatie: laag kopen, hoog verkopen. Onze exportpositie is daarom van groot belang. Waarin onderscheidt Nederland zich? In een uitdijende Europese Unie wordt die concurrentiepositie doorslaggevend, want we zullen meer en meer van onze autonomie aan Europa gaan prijsgeven. We hebben aardgas, we kunnen dijken bouwen en baggeren, en we weten wat van logistiek. Maar dat aardgas is straks op, ons (hoger) onderwijs is aan het afglijden, onze luchthaven heeft zijn langste tijd gehad en we zijn spoorlijnen aan het bouwen die niks opleveren. Daarmee gaan we het niet redden in Europa. Als we niks doen worden we het bejaardenhuis van de EU, waar tandenloze Portugezen en ruftende Duitsers achter klokgeveltjes wachten op de dood.

Nederland moet kiezen voor een nieuwe propositie. Eentje waarmee we ons, rekening houdend met onze geschiedenis, goed kunnen onderscheiden van de rest van Europa. D66 hamert op kennis, op onderwijs. Ik denk dat ze gelijk hebben. Ik denk dat Nederland volle bak moet investeren in onderwijs. Niet alleen om de eigen bevolking goed op te leiden, maar vooral als exportproduct. Topinstituten creëren, waar getalenteerde wetenschappers van over de hele wereld graag studeren. Met als spin-off Nederland als het adviesbureau van de wereld. Stel je voor dat wij het fileprobleem oplossen door het ontwikkelen van een ingenieus systeem, dan kun je dat overal verkopen. Stel je voor dat je derde wereldlanden daadwerkelijk kunt helpen hun economie op de been te krijgen, dan slinkt het aantal asielzoekers vanzelf. Kennis is de delfstof van de toekomst. We hebben al een economie die wordt beheerst door zakelijke dienstverlening, dus we begrijpen hoe het werkt. Het principe van onze baggeraars en dijkenbouwers moeten we verbreden. Daarvoor is creativiteit nodig en ondernemerschap. Dat krijg je niet voor elkaar in een land waar je met een verstuikte enkel al in aanmerking komt voor een uitkering. Daarmee bewijs je het individu namelijk helemaal geen dienst en de samenleving ook niet.

Onlangs las ik in de krant dat Winston Bogarde bij Chelsea iedere week 50.000 euro ontvangt voor niks doen. Hij wordt niet opgesteld en zit niet eens op de tribune bij wedstrijden. Hij zit zijn contract uit. Er is interesse van andere clubs, maar Bogarde wil niet weg. 'Ik heb gekozen voor het geld', vertelde hij The Sun. 'Als mensen daar geen begrip voor hebben, kan me dat geen reet schelen.' Dat is het soort individuele klaploperij waar we verre van moeten blijven, net als de graaierij van topmanagers. Maar het perspectief van een werkelijke kenniseconomie als onderscheidend voor Nederland is sociaal heel goed te rechtvaardigen: iedereen wordt er immers beter van. De onderlinge solidariteit wordt helemaal niet aangetast, integendeel. Het is alleen een ding van de lange termijn. Daar moet je de mensen van overtuigen. In alle korte termijn gekakel van tegenwoordig is dat wel weer eens een fris geluid.