Eindelijk weer iets op TV

Laat ik er niet omheen draaien, ook ik zat ten tijde van de eerste stappen van 'Operation Iraqi Freedom' met een fles cola en een bakje borrelnootjes op schoot te kijken naar een televisie die nauwkeurig stond afgestemd op CNN. Voor de gelegenheid had ik die zender overigens al geruime tijd van tevoren een voorkeursplekje gegeven. CNN op nul, das nog eens handig zappen.

Voor mij begon de oorlog al zittend en zappend. Om nou te stellen dat ik daar trots op ben, nee. Stel je voor, ik krijg ooit kleinkinderen. En stel dat die kleinkinderen dan op een dag komen vragen:
'Opa, waar was je toen de oorlog begon?'
Ja, wat moet je dan in godsnaam antwoorden? De voorkeur gaat dan toch uit naar iets in de trant van:
'Opa, die liet dat natuurlijk niet zo maar toe, nee, nee, die liet het niet zomaar over zich heen komen. Opa trok ten strijde, jazeker! In het verzet, ging ie!'
Want je moet er toch niet aan denken dat je die nieuwsgierige mormels, die ook nog eens opkijken tegen hun opa van respectabele leeftijd, moet antwoorden:
'Opa? Oh, die zat thuis op de bank. Samen met oma, een bakje borrelnootjes en een fles cola keek ie live toe hoe Bagdad werd gebombardeerd.'

Maar, één troost, ik ben niet de enige die over een jaar of zestig moet gaan uitleggen aan zijn kleinkinderen dat hij zappend, boerend en drinkend getuige is geweest van een oorlog die zich in de huiskamer voltrok. We zijn er allemaal gloeiend bij! Want als er in Nederland vooraf of tijdens de oorlog in Irak nog sprake is geweest van enige vorm van hamsteren, dan is het wel een ruime hoeveelheid chips, cola, borrelnootjes niet vergeten, diepvriespizza's en extra batterijtjes voor de zapper die in huis zijn gehaald. Een voorbereid mens telt voor twee, zeker in een oorlogssituatie.

Het is bizar. De oorlog in Irak speelt zich af op hetzelfde scherm waar Jamai en Jim een maand geleden nog om de eerste plaats streden, hetzelfde scherm dat, ondanks de oorlog, op zondag beelden uitzendt van tweeëntwintig man die achter een leren bal aan rennen, hetzelfde scherm waar zaterdagavond erotisch bedoelde programma's van V8 op verschijnen. Nieuwszender CNN gebruikt inmiddels zelfs soap-technieken als de 'cliffhanger', om de kijker tijdens de reclame op hetzelfde station te houden. En daarmee is de oorlog een heuse TV-show geworden.

En zoals iedere rechtgeaarde TV-show van nu wordt die integraal in de markt gezet. Televisie, internet en jawel, ook sms. Ik vond het nogal een vreemde oproep: sms 'Irak on' naar de Volkskrant. Hallo?! Irak on!? Ik heb direct 'Irak OFF' verstuurd naar hetzelfde nummer, in de ijdele hoop daarmee de oorlog een halt toe te roepen. Tevergeefs.

De TV-show Iraqi Freedom wordt vakkundig geproduceerd door ruim 2000 journalisten die vanuit Irak (the tough guys, totaal zo'n vijfhonderd) of vanuit Koeweit (the whimps, totaal zo'n 1450) dagelijks verslag doen. Ingebedde journalisten, worden ze cynisch genoemd die al dan niet bewust precies het verhaaltje vertellen dat Minister Rumsfeld graag wil zien. Terwijl de correspondent enthousiast een soldaat in 'combat' weet te interviewen en cameramensen in uniform de actiebeelden draaien die het televisiepubliek wil zien, verslaat de journalist allang geen nieuws meer, maar maakt hij scènes voor de TV-show.

Maar dan moet natuurlijk niemand roet in het eten komen gooien. Persconferenties van Saddam? Ach, van tevoren opgenomen. Tonen de Iraki's beelden van krijgsgevangenen? Wat! Zie je wel, stelletje barbaren (en de beelden van Irakese krijgsgevangen op CNN vergeten we dan even)! Wil documentairemaker Michael Moore in zijn speech op de Oscar-uitreiking kritiek leveren op president Bush? Dan draaien we gewoon de time's-up-tune erin. En wanneer de CBS-sterverslaggever Bob Simon (die in de golfoorlog 40 dagen werd vastgehouden door de Iraki's) te gast zal zijn bij de talkshow van Larry King op CNN, verbieden we dat gewoon, omdat hij te kritisch is over president Bush.

Ik moet ineens denken aan een van de eerste dingen die NOS-correspondent Charles Groenhuizen meldde toen de oorlog net was begonnen: het eerste wat sneuvelt in een oorlog is de waarheid. En volgens mij is die de komende tijd nog ver te zoeken.