Robby 12: The Horrible Truth

Kikuwa liep een beetje sloffend achter Robby aan. Haar gezicht stond ongeveer hetzelfde als de grote donkere wolk die nu al enkele uren zijn inhoud over hen uitgoot. Robby voor haar zag er verlopen uit, hij had moeite met lopen. Op zich ook niet raar dacht ze, gezien het feit dat hij voornamelijk uit wol en zaagsel bestond. Straks kon ze hem gaan uitwringen, of erger, moest ze naast hem slapen en zou hij zo'n natte vacht die te lang in de regen heeft gelopen geur verspreiden.

Bezoek ook eens de site van Joah

Robby draaide zich om. Hij liep nu al enkele dagen met Kikuwa richting de grote bergen. Bij gebrek aan vogel of ander vervoermiddel waren ze te voet verder getrokken. Echte problemen waren ze niet tegengekomen, maar de motivatie zakte met elke stap verder in hun schoenen. De bergen schenen maar niet dichterbij te komen en voedsel was maar schaars. De regenbui van deze dag, was de letterlijke druppel die hun zo bijzondere ontmoeting en vriendschap te niet deed.
'Loop eens door.'
'Ik wil wel, maar je stinkt, dus ik blijf een stukje achter je als je het goed vindt.'
'Weet je, Tamara had gelijk, jullie mensen zijn arrogant en denken alleen maar aan jezelf. Mijn volk staat op het punt om te worden afgeslacht en jij gaat lopen zeuren over het feit dat ik stink. Typisch mensen, echt waar.'
'Euhm, alsof ik hier vrijwillig voor gekozen heb, het ene moment heb ik nog een vader, het andere moment loop ik in the middle of nowhere, opgescheept met een Teddybeer die zonodig de held moet uithangen. Alsof ik niets beters te doen heb!'
'Dan ga je toch lekker terug naar die belachelijke vuilnisbelt van je, brood zoeken tussen het schroot, of je lichaam verkopen ofzo.'
'Misschien ga ik dat ook wel doen dan.'
'Mooi, ga dan.'
Heel even stond Kikuwa in twijfel maar toen draaide ze zich resoluut om. Stomme beer, ze had hem moeten verkopen toen ze de kans had. Teddywereld redden. Ze vulde liever haar eigen maag.
'OPGERUIMD STAAT NETJES!' schreeuwde Robby nog achter haar aan.

Stomme mensen, dat gezeik over van alles en nog wat, als hij de beren ging redden kon dat wel zonder hun hulp, en zeker zonder die van haar. Het was per slot van rekening nog maar een kind.

Een koude windvlaag blies langs zijn gezicht. Tamara probeerde hem tot kalmte te manen, maar Robby luisterde niet, wilde niet luisteren. Spuugzat was hij de mensen, met hun oorlogen, honger, woede en milieu vervuiling. En dan gaf je ze de kans om mee te helpen om iets te redden van wat nog wel het redden waard was en dan gingen ze lopen miepen over de meest onbelangrijke onzin. Egoïsten waren het allemaal. Stampvoetend liep hij door.

Ver boven zijn hoofd vloog een vogel, zwart, met witte stippen. Hij draaide rondjes op de thermiek en met zijn scherpe ogen hield hij de twee ruziezoekers in de gaten. Hij leek te luisteren naar de wind en heel even knikte het alvorens het een duikvlucht inzette en geruisloos richting het meisje zeilde. Toen hij nog geen vijftig meter van haar vandaan was kraste hij luid. Verschrikt keek ze om en zag de reusachtige vogel recht op haar afkomen. Ze gilde en probeerde weg te rennen maar het was al veel te laat. Zijn klauwen pakte haar armen en de nagels drongen diep door in haar huid. Ze jammerde het uit van pijn en angst toen de vogel haar ogenschijnlijk zonder moeite van de grond tilde.
Een kilometer verderop voelde Robby aan zijn borst. Het kristal dat ze gevonden hadden in de kist onder de vloer bij Kikuwa begon te trillen en lichte op met een intense gloed. Hij bekeek het nog eens goed maar voordat hij goed en wel wist wat er gebeurde raakte iets hem met een doffe klap in de rug. Hij viel en rolde een eind naar voren, toen hij zijn ogen opendeed lag Kikuwa naast hem. Voor hen stond de reusachtige vogel zijn veren uit te schudden. Na even gewichtig heen en weer gestapt te hebben lichtte zijn ogen vervaarlijk op en begon hij te spreken. Robby herkende de stem, het was Methusalem.

'Jullie stellen me teleur kinderen, diep teleur.'
Kikuwa keek verbijsterd naar de vogel en daarna naar Robby. Pratende Teddyberen, pratende vogels, het werd haar even teveel.
'Kikuwa, we zijn je een verklaring verschuldigd,' zei Methusalem door de vogel.

'Het bestaan van de Teddyberen is bij weinig mensen bekend. Al duizenden jaren leven wij in aangename vrede verscholen tussen de bergen. Het is een rustpunt voor vermoeide zielen, zielen die alles op een rijtje willen zetten. Maar een paar beren weten van het bestaan van mensen af en nog minder mensen van het bestaan van de beren. De astrale macht, die mij toestaat deze vogel te gebruiken, is echter niet verdeeld in categorieën mens en beer. Hier wordt geen verschil gemaakt tussen rassen en afkomst. Het mensdom op de aarde is echter losgescheurd van de astrale invloed. Geld en macht zijn nu de belangrijkste drijfveren geworden en er is weinig meer wat de astrale machten kunnen doen. Het mensdom lijkt hun erfenis te vergooien nu ze geen enkele binding meer hebben met de aarde, hun geschiedenis en hun culturele erfgoed. De Teddyberen zouden de taak krijgen om het mensdom weer op het rechte pad te krijgen maar onvoorziene gebeurtenissen hebben ervoor gezorgd dat de Teddy's zelf op het punt van een burgeroorlog staan. Zou dit gebeuren dan zou dit niet alleen het einde van het Teddybos betekenen, maar ook van de aarde zelf. De laatste kans om de mensen weer tot bezinning te brengen, de onschuldigheid en warmte van een Teddybeer, het venster naar de kindertijd voor mensen die het kind zijn verwarren met onvolwassen gedrag, verdwijnt dan.

Robby en Kikuwa stonden ademloos naar de vogel te luisteren. De kristallen om hun nek begonnen te gloeien en heel langzaam vormden zich twee lichtbundels die elkaar raakten op een meter of drie van hen vandaan. In de bundel vormden zich beelden.

Bezoek ook eens de site van Joah

'Dit is wat er gebeurd wanneer jullie twee niet samenwerken.'

De beelden begonnen zich te vormen en lieten Robby's bos zien. De grond lag bezaait met blanke en bruine beren. Hoofden en armen waren van hen afgerukt, stokken staken uit plaatsen waar ooit het hart zat. Een paar Teddy's zaten wezenloos bij de duizenden doden en huilden. Robby zag zijn vader, zonder hoofd, zijn moeder met een doorstoken hart. Hij schreeuwde van ontzetting. De beelden werden minder zuiver en veranderden naar een voor Kikuwa herkenbaar beeld. De vuilnisbelt en haar dorp waren zichtbaar en meteen draaide ze haar hoofd weg.
'Kijk Kikuwa, kijk!, kraste de vogel.
Misvormde mensen strompelden door het dorp, vol met builen en verbrande hoofden. Het bos was vernield en een grote kale vlakte met zwartgeblakerde stronken werd afgewisseld met bloederige lichamen. Een onnatuurlijke gloed was zichtbaar boven het dorre landschap. De zon brandde alsof er geen enkele bescherming meer was voor welke straling dan ook. Kikuwa zag haarzelf liggen, vol met zweren, een roodverbrand hoofd, schreeuwend om water, maar niemand hoorde haar.

De bundel licht werd weer minder en verdween uiteindelijk terug in de kristallen. Kikuwa huilde zachtjes, Robby was te verbijsterd om iets te zeggen.

'Nu dan, stap op de rug van de vogel, er is geen tijd te verliezen, de oorlog van de Teddy's is nabij.'

Gehoorzaam stapten ze op de vogel welke meteen opsteeg. Verder onder hen lag de wereld. Kikuwa hield Robby stevig vast. Ze voelde zich als dat plaatje van het beeld dat ze ooit zag. Een man met de wereld op zijn schouders.

Illustraties door Joah