Robby 10: De ontmoeting

Ze snuffelde door de bergen afval heen. Thuis lag haar vader te wachten, op iets eetbaars. Hij was ziek, geraakt door een afdraaiende kogel, diezelfde kogel die er nu voor zorgde dat hij ijlde, het midden in de nacht uitschreeuwde van de pijn. Haar moeder en haar broertjes waren gestorven, zij was nu nog de enige die hem kon helpen. Als hij stierf zou ze niets meer hebben. De gedachte alleen al deed haar huiveren.

Ze keek om zich heen, in de verte klonken de geweren en de granaten van de burgeroorlog. Een oorlog die al zolang duurde dat de meeste vergaten waren waarom hij begonnen was. Het had iets te maken met anders zijn, dat wisten de meesten nog. Maar wat was er anders aan elkaar als je gezamenlijk lag dood te bloeden op een slagveld. Dan had ineens iedereen dezelfde schreeuwen, dezelfde blikken van wanhoop. De VN had wel tussen beiden willen komen, maar het was zo gevaarlijk hierbuiten dat zij zich afzijdig hielden in een naburige veilige stad. Om die te beschermen zogezegd. De internationale gemeenschap hield zich er wel mee bezig, maar het was meer voor hun achterban. Af en toe een filmpje en een foto en de hoge heren konden weer vol trots zeggen dat ze een stad beschermden uit name van menselijkheid. Ondertussen leverden ze zelf de wapens voor het gevecht dat buiten de stad bezig was. Hypocrieten waren het allemaal, geld hadden ze over voor dure auto's, mobiele telefoons en hun computers. Ze verachte ze. Als zij het voor het zeggen had dan ging het wel anders.

Kikuwa heette ze, 14 jaar oud en nu al ouder dan veel mensen ooit zouden worden in hun hele leven. Ze had het allemaal gezien en meegemaakt, stervende mensen van honger en pestilentie, huilende kinderen zonder ouders. En nu zocht ze tussen de hopen afval en af en toe een lichaamsdeel, naar bruikbare dingen in ruil voor brood, of misschien wel iets eetbaars. Ze vroeg zich af hoe lang ze zelf nog had. Ze had al in geen dagen gegeten en het water dat ze dronk was verre van schoon. De afvalberg zat vol met ongedierte die de vreselijkste ziekten verspreidde en wassen ging niet. Tenzij het in de rivier was, maar de vraag was maar of ze daar wel schoner van werd. Ineens viel haar oog op een Teddybeer.



Schichtig om zich heen kijkend of niemand er eerder bij zou zijn liep ze er heen. Een goede teddybeer zou vast wel veel geld opleveren. De rijkere heren en dames in de stad hadden niet echt de mogelijkheid om veel en mooi speelgoed voor hun kinderen te kopen aangezien de toelevering ervan er niet was. Ze pakte de beer op. Hij leek echter dan ze ooit gezien had. Geen vodje, gemaakt van verschillende stoffen met wat halfbakken zaagsel erin. Nee, een glanzende wollen vacht met prachtige zwarte ogen. Ze draaide hem om en om en geloofde haar eigen geluk niet. Dit zou haar zeker enkele dagen te eten kunnen geven en misschien wel haar vader redden.
'Water.'
Ze keek om zich heen. Wie was dat. Ze deed de beer snel onder haar t-shirt, zodat een eventuele grijpgraag hem niet zou zien.
'Water. Alsjeblieft.'
Het geluid leek wel van onder haar kleren te komen. Van schrik liet ze de beer vallen en rende een eindje weg. Vanachter een autoband keek ze naar de beer die er nu levenloos bijlag. Enkele minuten bleef ze zo zitten, vermande zich en liep terug. Ze nam de teddybeer weer in haar hand en schudde hem door elkaar.
'Auwwww,' kreunde de beer.
Ze had moeite om hem niet nog eens weg te gooien en zelf hard weg te rennen. Maar ze deed het niet. Ze keek hem aan.
'Jij kunt praten?'
Robby keek omhoog en zag een smerig maar daarom niet minder lief gezichtje. Hij was niet bang, ondanks alle waarschuwingen en schrikbeelden voelde hij zich aangetrokken tot het meisje.
'Alsjeblieft, geef me wat water.'
Het meisje deed Robby weer onder haar jasje, waardoor het wel duidelijk werd dat ze wat verborg, of ze moest hoogzwanger zijn. Robby's pootjes bungelden nog onder de zomen van haar jas.
'Ik neem je mee naar huis en zal je proberen wat te verzorgen, maar daarna moet je me vertellen hoe het komt dat je praat.'
Robby maakte van onder het jasje een geluid wat zij verstond als een instemming.

In de hut, als je het zo mocht noemen, haalde ze Robby voorzichtig onder haar jas vandaan. Het leek erop dat hij opnieuw het bewustzijn had verloren en achter het kleed hoorde ze haar vader kreunen.
'Ik ben er papa.'
'Kikuwa, je moet goed opletten op wat ik je ga vertellen nu.'
Kikuwa knielde bij het bed neer en hield de hand van haar vader vast.
'Ik ga je verlaten meisje van me, mijn tijd is gekomen.'
Niet wetend of hij nu ijlde, of de waarheid sprak, barstte ze toch in tranen uit.
'Voor mij is het voorbij. Maar voor jou is een hele belangrijke taak weggelegd. Ik weet dat je vandaag een Teddybeer hebt gevonden. Hij heet Robby. Deze beer is op zoek naar vrede, naar geluk voor zijn volk, en jij moet hem daarmee helpen.'
Kikuwa keek ongelovig, hoe kon hij nu weten dat ze een Teddybeer had gevonden. En tegelijk bedacht ze dat als hij dat wist, zijn verhaal waarheid was, zijn op handen zijnde sterven echt. Ze begon nog harder te snikken.
'Jouw lot en het lot van deze beer zijn vanaf nu onlosmakelijk met elkaar verbonden. Jullie toekomst is de toekomst van vele werelden.'
De man kreunde zachtjes. Hij was het einde nabij. Met moeite kon hij de laatste woorden uitbrengen.
'Onder de mat in de hoek, is een ruimte. Hierin zul je vinden wat jullie nodig hebben op je reis. Draag het altijd bij je en het zal jullie beschermen. Vaarwel mijn liefste Kikuwa.'
En met deze zin blies hij zijn laatste adem uit. Ze verborg haar hoofd in zijn koude handen en huilde met lange halen.

Haar nek werd gestreeld door een wollig iets. Ze keek om, daar stond Robby, ook met tranen in zijn ogen.
'Het spijt me, Kikuwa. Maar hij zal bij je zijn, zoals Tamara ook altijd bij mij is.'
Ze knikte, veegde haar tranen af en stond op. Samen liepen ze naar de hoek van de kamer. Ze haalde de mat weg en schoof wat aarde opzij, een kistje werd zichtbaar. Langzaam haalde ze het naar boven en keek Robby aan.
'Maak maar open.'
Robby knutselde wat aan het slotje en met een klap schoot het open. Er lagen twee kristallen, gewikkeld in een perkament met opschrift.



Samen, samen
Nooit alleen
Scheiden is lijden
dus draag ons
ten alle tijden

Twee lichten
één donker
een rechte lijn
is de korste weg
tot samenzijn


Illustraties door Joah.nl