Woelige Nachten

Ik hoor gezoem. Ik sla met mijn hand in het niets. Misschien heb ik de mug nu in één keer knock-out geslagen. Tellen later klinkt er weer gezoem bij mijn oor, nee dus. Naast mij hoor ik mijn vriendin draaien, ook zij wordt blijkbaar door de mug wakker gehouden. 2.34 geeft de wekkerradio aan, ik kan nog een paar uur slaap pakken als ik nu in slaap val. Ik trek het dekbed over mijn hoofd om van het gezoem af te zijn.

Ik zweet, ik lig te baden in het koude zweet. Ik smijt het dekbed van mij af en zie de tijd: 2.59 uur. Heb ik toch weer een half uur geslapen. Goed, ik ga onoverdekt op mijn kussen liggen en probeer in slaap te vallen voordat de mug mijn hoofd weer weet te vinden.

Mijn vriendin knipt het licht aan. Ik kijk naar haar verwilderde coupe, maar krijg mijn ogen bijna niet open. Verdomme, zegt ze, klote muggen. Ze zit rechtop in bed en staart naar het plafond. Ik wrijf in mijn ogen, die het licht bijna niet kunnen weerstaan. 'Moet het licht echt aan?', vraag ik eens. 'Ja, ik kan zo niet slapen.' Ik voel me inmiddels zo moe dat ik het idee heb dat ik nog wel door een aardbeving van 9 op de schaal van Richter heen kan slapen.

'Zie jij hem?' Ik zie ergens een donker vlekje op het plafond dat onze mug zou kunnen zijn. Ik kijk goed en zie dat het om een oneffenheid in het pleisterwerk gaat. Geen mug dus. Teleurgesteld knipt mijn vriendin het licht maar weer uit. Eindelijk, donkerte.

Twee minuten later wordt er naast mij ruig met de dekens gewoeld. De lamp gaat weer aan. Nu staat mijn vriendin op uit bed. Ergens ver weg hoor ik een wc doortrekken. Met de Viva in haar hand gaat ze even later rechtop in bed zitten. 'Wat doe je?', vraag ik. 'Ik wacht hem op'. Onverstoorbaar speurt ze het plafond en de muren af op verdachte bewegingen.

Muggen schijnen op licht af te komen, behalve als je het licht aan doet als een soort lokaas voor de mug in kwestie. Mijn vriendin zit met de Viva, opengeslagen op een artikel over vreemdgaan, naast de lamp te wachten tot het slachtoffer zich meldt. 'Muggen komen op licht af', stelt ze twijfelend vast. 'Ja', zeg ik terwijl ik mijn ogen niet meer open kan houden, 'behalve hier'. Vijf minuten passeren en ik schijn even te zijn ingedommeld. Mijn bedgenote zit nog steeds naast het lampje, met de Viva in haar hand. 'Ze moeten ook altijd mij hebben'. Dat klopt. Telkens als mijn vriendin blijft slapen heb ik aanzienlijk minder last van muggen. 'Je hebt warmbloed', zeg ik omdat ik dat iedereen altijd hoor zeggen tegen iemand die vaak door muggen geprikt wordt. Ik voel trouwens een dikke blut op mijn voorhoofd. 'Ik heb een bult op mijn kop', stel ik vast. 'Ik heb er hier een, hier een, daar een, hier een en ook een op mijn voorhoofd'. Vooruit, zij wint.

Er schiet mij ineens iets te binnen. Iemand vertelde me eens dat als hij een mug hoort, dat hij dan zijn been buitenboord legt. Als een soort offer dat de mug mag hebben, mits hij de rest met rust laat. Hij offert zijn been op om eindelijk fatsoenlijk te kunnen slapen. Overmand door vermoeidheid en omdat de klok inmiddels 4.21 aanwijst, besluit ik hetzelfde te doen. 'Knip het lichtje maar uit, en ga onder de lakens liggen', dicteer ik mijn vriendin. 'Ik zal mijn been buiten de dekens leggen, zodat de mug mijn been kan lekprikken'. Ze lacht, een hoonlach, omdat zij de theorie van het beenoffer blijkbaar niet gelooft.

De wekkerradio gaat, het is 8.00 uur. Ik luister met één oor naar het nieuws, open langzaam mijn ogen. Linksboven mijn hoofd zit een mug ter grootte van een dubbeltje. Zonder verder na te denken, met de woede van één nacht woelen samengebald in mijn vuist deel ik de mug een klap uit die hem meteen fataal wordt. Kaboeng. Hij spat uiteen op de muur, waar een rode vlek ontstaat. Mijn vriendin schiet overeind. 'Je hebt hem! Te gek, je bent een schat'. Geheel voldaan liggen wij nog even in elkaar's armen, voordat ik ga douchen. Een beroerde nacht, maar een perfect begin van de dag. Vandaag kan niet meer stuk.