Treinreizen

Het begint eigenlijk al voordat ik de trein instap. Ik moet namelijk ook nog op het station aan zien te komen. Nu valt dat hier wel mee, want in Den Haag ligt een ontiegelijk uitgebreid openbaar vervoer systeem, dus om nu te zeggen dat dit een onmogelijkheid is, nee. En het vrij vervoer helpt natuurlijk ook. Maar dan Halte Den Haag Centraal. Uitstappen, kaartje halen. Je loopt naar de automaat, drukt op wat knopjes en ineens staat er een te betalen bedrag in het display. Heel even schoot de volgende gedachte door mijn hoofd: "Och, het staat nog niet in Euros." Wel dus. Een godsvermogen gepind later ben ik in het bezit van een weekendretourtje Verweggistan en ga ik op zoek naar het perron.

Volgens de borden is het lekker eenvoudig: instappen, ver weg overstappen, om zo nog verder weg aan te komen. Voor de verandering ben ik ruim op tijd, en zelfs de trein staat er al, dus ik kan in ieder geval uit de kou gaan zitten. Vol goede moed maar ingestapt, en in de verslaafdencoupé gaan zitten. Tja je bent roker of je bent het niet hè? Aangezien de reis wel even zal gaan duren ben ik zelfs voorbereid vertrokken. Ik heb namelijk een boekje gekocht, én ik heb een deel van mijn cd collectie meegenomen om maar niet van de gesprekken van mijn mede reizigers te hoeven meegenieten. Jasje uit, peuken in de aanslag, koptelefoontje op, en Cruijff opengeslagen op bladzijde een. Kom maar op met die reis.

Nou dat heb ik geweten. Waar ik de illusie had lekker rustig mijn boekje te kunnen lezen, en kalmpjes kon genieten van een sigaretje af en toe, begon de ellende al bij het eerste station. Een kluwen aan brallende studenten, die aan het accent te horen, voor hun leven als corpsbal nog nooit verder dan de plaatselijke slagerij waren gekomen, vereerden mijn coupé met hun aanwezigheid. Niet alleen de overdaad aan spencertjes, stropdassen en ziekenfondsbrilletjes zorgden ervoor dat de haren in mijn nek overeind gingen staan, ook het feit dat men míjn coupé uitkoos voor het kwelen van hun clublied wekte bij mij de neiging op om de maatschappij te verlossen van enkele bierstudenten. Maar aangezien ik toch nog ergens een beetje beschaafd ben, heb ik die optie snel laten varen, en gewoon mijn discman op standje "negeer-stakkers" gezet. Dat luchtte al een goed eind op in ieder geval. Zeg nou zelf, de depressieve dreunen van een Gothic Metal band zijn toch beter om aan te horen dan enkele zelfingenomen, zelfbenoemde volgegoten studenten.

Kunnen mijn lezers zich nog herinneren dat ik hierboven meldde dat ik in de verslaafden coupé vertoefde? Nou, blijkbaar was dat feit totaal voorbij gegaan aan een allerminst vriendelijk balletje die dan hevig kuchend en hoestend me probeerde duidelijk te maken dat hij last had van de rook van mijn lustig dampende peukje. Maar ja, ik hoorde hem natuurlijk niet boven het kabaal van zijn medeballen uit, en het feit dat mijn koptelefoon op voornoemd standje stond, deed zijn missie ook weinig goeds. Het was dan ook wachten op het moment dat de arme astmapatiënt me zou aanspreken. Ik moet zeggen, hij hield het hoesten lang vol, maar halverwege mijn kameeltje tikte hij toch, al wapperend met zijn hand, op mijn knie. Of ik mijn sigaret uit wilde doen.
Nu ben ik normaal gesproken niet een van de moeilijkste mensen die je tegen kan komen in een treinstel, maar dat er nu net een anti rook fundamentalist tegenover mij, ín een rookcoupé nota bene, moest zitten maakte zijn missie al bij voorbaat kansloos. Tel daarbij op dat de helft van zijn brallende kameraadjes zelf harder paften dan de vesuvius, en ook jullie begrijpen dat kansloos nog een eufemisme was.
Om een lang verhaal kort te houden. De peuk ging pas uit nadat de filter begon te roken, en de student ging mokkend in een andere coupé zitten (onder het hoongelach van zijn dampende maatjes, dus die weddenschap zal hem ook wel weer een rondje gekost hebben.)

Goed, over tot de orde van de dag. Ik moet nog overstappen. Al laverend tussen lege bierblikjes, en laveloze studentjes, stap ik uit de ene trein, om in te stappen in de andere. Dat viel mee, zelfs een plekje in de verslaafdenhoek is nog vrij. Helaas hebben de batterijen van mijn studenten-overstemmer de reis niet overleefd, en moet ik de rest van de tocht naar het grote onbekende doen zonder muziek. Gelukkig hebben we Cruijff nog. Een goed uur later stap ik uit in niemandsland, een ervaring rijker, een godsvermogen armer, en een column in de pen. Gelukkig was het doel van mijn reis de moeite meer dan waard.

Is die treinreis toch nog ergens goed voor geweest.