Gitarist snapt Bach niet, cellist wel

We hadden het gisteren al over Bachs fascinerende cellosuites. Toen snapte een gitarist het terwijl een cellist het wat liet afweten. Om het goed te maken is het vandaag andersom. Hardrockgitarist Paul Gilbert gaat namelijk als olifant in een porseleinkast door wellicht de beste van Bachs cellopreludes: de koninklijke zesde.

Maar de Franse cellist Jean-Guihen Queyras nam niet lang geleden in een kapelletje een waanzinnig mooie uitvoering op van de suites, zo ongeveer de beste die ik ken.

De prelude van suite 6 is, voor kenners van de blues, eigenlijk een shuffle. Het wordt gespeeld in een swingritme van drie noten waarvan de middelste praktisch stil is: de 'dans' is steeds op de eerste en laatste noot van het groepje.

Dit levert het beeld op van een sierlijke paardengalop, maar zulke subtiliteit is aan Paul Gilbert niet besteed. Hij vat het stuk op als domme oefening, niet als muziek. Leuk is het wel, en het is natuurlijk een demootje op een muziekbeurs en geen serieus concert. Maar aan de andere kant maakt hij de prelude in tegenstelling tot wat-ie zegt niet af.

Dat doet Queyras gelukkig wel. Hieronder zie en hoor je eerst Gilbert, maar je moet wel ff naar 20s skippen. Daaronder onze Franse held. Let ook op hoe hij de herhalingen als echo's speelt.