FOK!toen: The Velvet Underground and Nico - The Velvet Underground and Nico

dekatophetspek

Vandaag gaan we in FOK!toen 50 jaar terug in de tijd. Het was namelijk op 12 maart 1967 dat het imponerende debuutalbum van de Amerikaanse band The Velvet Underground in de platenwinkels verscheen. Alhoewel de plaat commercieel gezien in eerste instantie een flop was zou het album The Velvet Underground and Nico een grote inspiratiebron gaan vormen voor vele muzikanten in de meest uiteenlopende muziekgenres. Een mooi moment dus om eens terug te kijken naar de totstandkoming van deze klassieker.

The Velvet Underground And Nico
The Velvet Underground And Nico

De voorgaande jaren
Voor het ontstaan van de groep The Velvet Underground moeten we terug naar New York aan het einde van 1964. Lou Reed was een muzikant die al in een aantal obscure beatbandjes had gespeeld en die daarnaast de kost probeerde te verdienen als tekstschrijver voor het Pickwick platenlabel. Datzelfde jaar had Reed een ontmoeting met John Cale, een muzikant uit Wales die naar Amerika was gegaan om daar een klassieke muziekstudie te gaan volgen. Beide muzikanten waren er niet vies van om flink te experimenteren op het muzikale vlak en het zou dan ook niet lang duren voordat Reed en Cale samen in een band zouden gaan spelen. Samen met Tony Conrad en Walter De Maria, die beiden al eerder met John Cale hadden gewerkt, richten Reed en Cale in 1964 de band The Primitives op. Van de band verschijnt een single op Pickwick City Records met het door Lou Reed geschreven anti-dans liedje 'The Ostrich'.

The Primitives was geen lang leven beschoren maar Reed en Cale hadden de smaak van het samen musiceren goed te pakken en recruteerden gitarist Sterling Morrison als vervanger van De Maria. Reed en Morrison speelden vanaf dat moment gitaar, Cale bespeelde de toetsen, basgitaar en viool en het kwartet werd compleet gemaakt met percussionist Angus MacLise. De band luisterde naar namen als The Warlocks en The Falling Spikes.

Op zekere dag kwam Tony Conrad naar de oefenruimte van de band en liet de muzikanten een paperback zien van de Amerikaanse schrijver Michael Leigh. Het boek omschreef de opkomst van de seksuele subcultuur in de vroege jaren zestig en luisterde naar de titel The Velvet Underground. MacLise stelde vervolgens voor om de groep naar dat boek te vernoemen. Reed had net een erotisch geladen nummer geschreven getiteld 'Venus In Furs', dat was gebaseerd op het gelijknamige sadomasochistische boek van Leopold von Sacher-Masoch. Ook zagen de overige muzikanten de bandnaam als een fraaie verwijzing naar de underground filmwereld.

In juli 1965 nemen Reed, Cale en Morrison onder de naam The Velvet Underground hun eerste demo op in hun oefenruimte in Ludlow Street. MacLise was niet bij deze opnames betrokken omdat hij geen man van afspraken was en alleen maar op kwam dagen als het hem uitkwam. Nadat manager en journalist Al Aronowitz een eerste optreden voor The Velvet Underground had geregeld waarmee de groep 75 dollar (omgerekend naar 2017 zo'n dikke 500 dollar) zou verdienen verliet MacLise de band meteen en maakte de andere bandleden uit voor sellouts.

De band vond al snel een vervanger in de persoon van Maureen Tucker, de jongere zus van Morrison's vriend Jim Tucker. Moe Tucker had een bijzondere manier van drummen. Zo zat ze niet achter een drumstel maar stond ze erachter en speelde bij voorkeur met paukstokken. Bij de eerste optredens in de omgeving van de stad New York reageerde het onthutste publiek vrijwel altijd negatief. Zo wist Reed zich later te herinneren dat ze wel een met tafels en stoelen worden bekogeld bij een concert.

The Velvet Underground And Nico 2

The Factory
Op zekere avond in 1965 trad The Velvet Underground weer op in New York en kreeg daarbij bezoek van de excentrieke kunstenaar Andy Warhol en zijn gevolg. De kunstenaar was een beetje uitgekeken op zijn werk als schilder en was druk bezig met de voorbereidingen van een multimedia show. Warhol werd de nieuwe manager van The Velvet Underground en vroeg hen of ze een aantal tracks op wilden nemen met de Duitse zangeres Christa Päffgen, bij de meesten later beter bekend als Nico.

In ruil voor de diensten van Andy Warhol werkten de bandleden van The Velvet Underground mee aan Warhol's multimedia show Exploding Plastic Inevitable. De show was een combinatie van de 16mm films van Warhol, een explosieve lichtshow met stroboscopen en de hypnotiserende dronemuziek van The Velvet Underground. In april 1966 gaat The Velvet Underground naar de Scepter Studios om daar een aantal tracks op te nemen. Bij de sessie van vier dagen neemt de groep het leeuwendeel van de tracks voor de elpee The Velvet Underground & Nico op. Warhol zorgde ondertussen dat de band een platencontract kreeg bij MGM's Verve Records en dat de band de volledige vrijheid zou krijgen bij de invulling van hun platen.

The Exploding Plastic Inevitable

Met een platencontract op zak hingen de muzikanten in mei 1966 naar de T.T.G. Studios in Hollywood om de tracks 'I'm Waiting for the Man', 'Venus in Furs' en 'Heroin' opnieuw op te nemen. Nadat duidelijk werd dat de plaat niet meer in 1966 zou verschijnen ging de band in november 1966 nogmaals naar de studio om nog een track op te nemen. Deze track, getiteld 'Sunday Morning', zou later de eerste single van de plaat gaan worden.

Velvet Underground in 1967
Velvet Underground in 1967

De banaan
The Velvet Underground & Nico was op zijn zachtst gezegd controversieel album met liedjes over onderwerpen waarover in die tijd nog niet zo vaak werd gezongen. Zo zong de band over harddrugsgebruik, prostitutie, sadisme en masochisme en seksueel afwijkend gedrag. Lou Reed, die het leeuwendeel van de teksten op deze plaat zou schrijven, had nimmer de intentie om luisteraars te shockeren. Reed was een groot liefhebber van de boeken van schrijvers als Raymond Chandler, Nelson Algren, William S. Burroughs, Allen Ginsberg en Hubert Selby, Jr. en zag geen reden waarom hij hun werk niet als inspiratiebron kon gebruiken voor zijn eigen schrijfsels.

The Velvet Underground And Nico 4 airbrush

The Velvet Underground & Nico was een plaat die bij de meeste mensen bekend zou worden als die plaat met die bananenhoes van Andy Warhol. Bij de eerste persingen zat er op de hoes een sticker van een banaan, waaronder een afbeelding zat van een vleeskleurige banaan. Deze exemplaren zijn nog maar zelden in nieuwstaat terug te vinden. Bij latere her-uitgaven van de plaat was er geen sticker meer. Pas in de jaren tachtig verscheen er in Japan een gelimiteerde oplage van de elpee met een sticker op de hoes, gevolgd door een her-uitgave op 180 grams vinyl in 2008 waarbij eveneens de sticker weer op de hoes zat.

The Velvet Underground And Nico 3

De Britse persing had in tegenstelling tot alle andere uitgaves een enkele hoes met op de voorkant de afbeelding die bij alle andere versies op de achterkant stond. Die afbeelding zou overigens ook nog voor de nodige controverse zorgen. Op de foto van de band, die was gemaakt bij een uitvoering van de Exploding Plastic Inevitable show, zien we op de achtergrond een afbeelding van acteur Eric Emerson. Emerson was eind 1966 opgepakt voor drugsbezit en zat in geldnood. Emerson dreigde met een rechtszaak vanwege het ongevraagd gebruik maken van zijn afbeelding maar MGM reageerde daar iets anders op dan verwacht. Exemplaren van The Velvet Underground & Nico die al in de platenwinkels lagen werden voorzien van een grote zwarte sticker over het hoofd van Emerson, terwijl zijn afbeelding op latere persingen van de plaat was weggewerkt met een airbrush.

The Velvet Underground And Nico met sticker

De ontvangst
Toen The Velvet Underground & Nico op 12 maart 1967 verscheen werd al snel duidelijk dat de plaat een financiële flop zou gaan worden. Vanwege de controversiële inhoud weigerden veel platenwinkels de elpee te verkopen, radiostation weigerden om de in hun oren ontoegankelijke muziek te draaien en ook veel bladen durfden het niet aan om voor de plaat van The Velvet Underground te adverteren.

Op 13 mei 1967 verscheen het album The Velvet Underground & Nico in de Billboard Hot 200 op de 199e plaats om deze lijst na slechts vier weken alweer te verlaten. Op 18 november dook de plaat opnieuw op in de hitlijst op de 182e plaats, piekte op 16 december 1967 op de 171e plaats en verdween via de 193e plaats op 6 januari 1968 de charts. In de tussenliggende vijf maanden was de plaat uit de handel gehaald door Verve Records vanwege de rechtszaak van Eric Emerson.

Door alle toestanden rondom de plaat, die volgens Reed een jaar te laat was uitgebracht, verslechterde de relatie van Lou Reed met Andy Warhol snel en het zou dan ook niet lang duren voordat Reed Warhol zou ontslaan als manager van de groep. Op aanraden van de nieuwe manager Steve Sesnick werd ook Nico uit de band gezet. De zangeres zou een bescheiden succesvolle loopbaan beginnen als solo artiest en bracht eind 1967 het album Chelsea Girl uit waarop ze werd bijgestaan door een aantal van de bandleden van The Velvet Underground.

Dat The Velvet Underground & Nico een behoorlijk vooruitstrevende plaat was bleek wel uit het feit dat het album pas echt door zou breken rond 1977, toen de punkgolf op een hoogtepunt zat. Van Joy Division, die ook een adembenemende versie van het nummer 'Sister Ray' zouden opnemen, tot Sonic Youth, die vooral op hun vroege werk duidelijk werden beinvloed door het dronegeluid van The Velvet Underground, en van het tegendraadse Talking Heads tot David Bowie, die een prachtige uitvoering van 'I'm Waiting For My Man' op de gevoelige band vastlegde, ze waren stuk voor stuk bewonderaars van deze eigenzinnige band uit New York die wel degelijk van invloed was op hun werk en dat van vele andere bands.