FOK!toen: A810 Marineloodsvaartuig Castor

Na de Tweede Wereldoorlog had de Koninklijke Marine veel nieuwe schepen nodig. Er was echter niet voldoende geld om alle plannen uit te voeren. De Castor werd daarom ontworpen als een multifunctioneel schip. In 1950 werd het schip door de werf opgeleverd. 

De Castor, met pennantnummer A810, liep van stapel om verschillende taken voor verschillende diensten uit te voeren.

Functie in vredestijd
In vredestijd werd de Castor ingezet als stationsschip voor het Loodswezen. Steeds twee weken op en twee weken af lag zij boven de monding van de Eems op station om schepen die de haven van Delfzijl binnen wilden varen te voorzien van een loods.  Aan boord van de Castor was, buiten de vaste bemanning van 28 koppen, plaats voor 24 loodsen. Voor hen waren kooien en verblijfsruimtes beschikbaar terwijl zij in afwachting waren van een nieuwe klus. Met een kleine jol bracht men de loods door weer en wind van de Castor over naar het schip welke de loods nodig had. 

A810 MLV Castor (Castor)
A810 MLV Castor (Castor)

Van 1950 tot 1980 is de Castor voor dit werk ingezet.

De Castor was tevens ingericht om te kunnen dienen als bunkerschip. Hierdoor kon men bijvoorbeeld lichtschepen die voor de kust lagen voorzien van brandstof.

Functies in oorlogstijd
De oprichting van de NAVO in 1949 zorgde ervoor dat Nederland de verplichting kreeg om oorlogsmateriaal beschikbaar te hebben. 

De Castor kreeg verschillende oorlogstaken toebedeeld en was ook specifiek voor die taken tijdens de bouw aangepast. In eerste plaats zou de Castor worden ingezet als communicatievaartuig voor het begeleiden van konvooien over de Atlantische oceaan.  De hoge masten en tuigage van het schip waren speciaal ontworpen om te kunnen functioneren als een enorme antenne. 

Als tweede taak kreeg het schip de functie van Voorpostenschip. Het schip was bewapend en had als taak om alle vijandelijke doelen die op zee en in de lucht in bereik kwamen onder vuur te nemen. Hiervoor voer de Castor permanent rond met een kanon van 76mm voor op het schip en twee 20mm Oerlikon snelvuurkanonnen achter op het schip. In geval van dreigende oorlog zouden de twee op het schip aanwezige hijskranen vervangen worden door twee 40mm Bofor snelvuurkanonnen. Het achterdek zou men dan voorzien van dieptebominstallaties. Een magazijn aan boord werd dan gevuld met benodigde handvuurwapens en munitie. 

De vaste bemanning van het schip moest jaarlijks op cursus bij de Marine om al de wapens te kunnen bedienen. 

Evacuatie
De derde oorlogstaak voor het schip zou het evacueren van belangrijke personen uit Nederland betreffen. Bijvoorbeeld leden van de Regering of het Koningshuis. De Castor en haar zes zusterschepen waren hiervoor voorzien van extra diesel- en drinkwatertanks. 

Mocht de opdracht tot evacuatie komen dan zou de bemanning van de Castor de aan boord aanwezig loodsen aan wal zetten en naar Numansdorp varen. Daar was een kleine kazerne met aanlegsteiger om de schepen te bevoorraden voor hun evacuatietaak. Aan boord was ruimte voor 70.000 liter diesel en 35.000 liter drinkwater. Ruim voldoende om non-stop naar bijvoorbeeld Zuid-Amerika of Zuid-Afrika te varen. De belangrijke personen moesten zich tijdens de reis dan maar zien te vermaken in de vier beschikbare zespersoonshutten en het dagverblijf. 

Een nieuw leven
In 1980 verving het Loodswezen de Castor door een nieuw schip en de Dienst Domeinen verkocht haar vervolgens. een offshorebedrijf kocht het schip en zette haar in om installaties op de Noordzee te bevoorraden. Tevens werden hydrografische onderzoeken vanaf het schip gedaan. 

In 1987 kocht een kerkgenootschap het schip, herdoopte haar tot Redeemer en zette meteen koers naar Vietnam om daar mensen te gaan redden. Op de Middellandse Zee varend kreeg men het bericht dat men niet meer nodig was in Vietnam.  Snel veranderde men het plan en met Malta als nieuwe thuishaven voer men tien jaar lang op de Middellandse Zee om evangelische expedities naar o.a. Turkije, Griekenland en Albanië uit te voeren. In 1996 was het geld voor de expedities op en de Redeemer kwam aan de kade te liggen. Pas in 1999 kocht een Belg het schip met het plan om het in te richten voor duikvakanties rond Cuba. Een werf op Urk ging het schip aanpassen. De plannen van de Belg gingen niet door en het schip lag jaren aan de kade van Urk weg te roesten.

Redding
In 2006 zag de huidige eigenaar, Mario van Parijs, het schip aan de kade liggen en besloot rond te gaan vragen wat de mogelijkheden waren om het schip te kopen. Het bleek dat de gemeente Urk het schip aan de ketting had laten leggen omdat er geen havengelden betaald waren. De schuld was op dat moment opgelopen tot rond de honderdduizend euro. Na wat speurwerk contacteerde hij de Belgische eigenaar en die ging maar al te graag akkoord met het aanbod om het schip door overname van de havenschuld van eigenaar te doen veranderen.

De gemeente Urk wilde het schip ook maar al te graag kwijt. Na overleg deed de gemeente water bij de wijn en, op voorwaarde dat het schip binnen vijf dagen de haven zou verlaten, hoefde Mario maar een deel van de havengeldschuld te betalen. Dit wel met een boete van duizenden euro's per dag dat het schip langer zou blijven liggen als stok achter de deur in het geval dit niet zou lukken. 

De Castor lag echter al 7 jaar stil en zonder kennis van het schip zou het schier onmogelijk zijn om aan de voorwaarden van de gemeente te voldoen. Er kwam echter hulp in de vorm van de eigenaar van een zusterschip van de Castor, de Antares. Met hem stapte er dertig jaar ervaring met dit type schip aan boord en kon er vol gewerkt gaan worden aan de machines aan boord. Op tijd om boetes te voorkomen sloeg de hoofdmotor aan en kon de Castor op eigen kracht de haven verlaten. 

Museumschip
Aangekomen in Rotterdam werd een tijdelijke ligplaats gevonden en begon het zware werk om het schip terug te brengen in originele staat. Met behulp van vrijwilligers, zakken vol geld en duizenden uren noeste arbeid veranderde het roestige schip langzaam in de oude vertrouwde Castor. Oud-bemanningsleden doneerden originele onderdelen van het schip. Bijvoorbeeld de tekstplaatjes die boven de deuren hingen. De Stichting Stelling Den Helder doneerde een 76mm kanon voor op het dek. Er pronkt een mooi nieuw wapenschild aan de brug.

Het originele wapenschild en de bel liggen ergens in het magazijn van het Loodswezen. Men wil die niet vrij geven. 

A810 MLV Castor (Castor)
A810 MLV Castor (Castor)

Het schip heeft nu een vaste ligplaats naast Hotel New York aan de Wilhelminapier in Rotterdam. Regelmatig is het varend te zien. Op de wereldhavendagen in Rotterdam en Marinedagen in Den Helder tijdens demonstraties met het korps Mariniers. Ook te bezoeken tijdens havendagen van omliggende gemeentes maar ook te zien in een film. Wie "Dunkirk" uit 2017 bekijkt zal de Castor zien varen. Compleet grijs geschilderd en wat aangepast om op een Brits schip te lijken. Ook maakt het schip vaartochten voor donateurs en kan het schip gehuurd worden voor bijvoorbeeld bedrijfsuitjes. 

Nu nog is Mario samen met alle vrijwilligers hard aan het werk om het schip varend te houden. Het werk aan boord ligt nooit stil. Zijn doel is het schip te behouden als varend erfgoed. Iets wat hem tot nu toe gelukkig erg goed lukt. 

Mocht je de Castor zien liggen in Rotterdam of een andere haven, schroom dan niet om te vragen of je even aan boord mag kijken. Maar wees gewaarschuwd, eenmaal in het echt gezien sluit je het schip en de bemanning in je hart. Ik kan het weten.

En bekijk zeker de site van het schip . Daar kun je veel over de renovatie van het schip lezen. 

Meer lezen over geschiedenis? Kijk dan ook eens in Cultuur&Historie op het forum.