In Memoriam: Fats Domino (1928 - 2017)

Afgelopen dinsdag is de legendarische rock-'n-roll, boogie woogie en New Orleans rhythm and bluespianist en zanger Fats Domino op 89-jarige leeftijd overleden. Fats Domino was een artiest die bij het grote publiek vooral bekend was van zijn wereldhit 'Blueberry Hill' maar de beste man had nog veel meer in zijn mars. Met deze In Memoriam blikt FOK! terug op het leven van deze melomane held, die een grote inspiratiebron was voor veel van de groten der aarde.

Carry On Rockin' (1956)
Fats Domino RIP

De Jonge Jaren
Antoine Domino, Jr. wordt op 26 februari 1928 in New Orleans (Louisiana) geboren als achtste en tevens laatste kind van vader Antoine Caliste Domino en moeder Marie-Donatille Gros. De familie had een Frans-Creoolse achtergrond en sprak Louisiana-Creools als voertaal. Antoine Domino, Jr. kwam uit een muzikaal nest. Zo was zijn vader een bekende violist. Domino leerde al op jonge leeftijd piano spelen van zijn zwager, (jazzgitarist Harrison Verrett) en had duidelijk aanleg voor het toetseninstrument. Als Domino nog maar 14 jaar oud treed hij al op in diverse kroegen in New Orleans.

In de zomer van 1947 doet Domino een optreden op een barbeque bij een tuinfeest en wordt daar door Billy Diamond gevraagd of hij wil spelen in The Solid Benders, de begeleidingsband van Diamond. Van Diamond krijgt Domino ook de bijnaam Fats omdat de jonge pianist hem deed denken aan zowel Fats Waller als Fats Pichon. Ook stond Domino in die tijd al bekend vanwege zijn enorme eetlust.

They call, they call me the fat man.
´Cause I weigh 200 pounds.
All the girls they love me.
´Cause I know my way around.
(uit 'The Fat Man')

In 1949 tekent Fats Domino een platencontract bij Imperial Records en neemt op 10 december van dat jaar zijn eerste 78 toerenplaat 'The Fat Man' op. Het nummer was een bewerking van het nummer 'Junker Blues' van Champion Jack Dupree uit 1940, dat later ook zou worden bewerkt tot 'Lawdy Miss Clawdy' door Lloyd Price. Het liedje van Fats Domino wordt door velen dan ook als één van de allereerste rock-'n-roll platen gezien. In 1953 was de bakkelieten plaat al meer dan een miljoen keer verkocht en was daarmee ook één van de eerste millionsellers in de geschiedenis van de moderne popmuziek.

The Fat Man (1949)
The Fat Man (1949)

Samen met producer en mede-componist Dave Batholomew, de saxofonisten Herbert Hardesty en Alvin Tyler, bassist Frank Ifield en de drummers Earl Palmer en Smokey Johnson produceerde Domino in de daaropvolgende jaren een indrukwekkende reeks hitsingles. Zo weet de pianospelende Amerikaan onder meer in 1955 de Top 10 te bereiken met zijn single 'Ain't That A Shame'. Datzelfde jaar lezen we in de Nederlandse krant Het Vrije Volk over de in die tijd in opkomst zijnde 'Amsterdamse negerclub' de Cottonclub waar de hits van Domino in de aanwezige jukebox te horen zijn.

 Uit Het Vrije Volk van 25 november 1955

Shake, Rattle & Rock
In een tijdperk waarin Afro-Amerikaanse artiesten zelden tot nooit op de radio te horen waren wist Fats Domino zo'n 10.000 dollar per week te verdienen met zijn optredens. In 1956 verschijnt ook zijn debuutalbum Carry On Rockin, waarop we een groot aantal van de vroege hitsingles van Domino aantreffen. De plaat zou later dat jaar opnieuw worden uitgebracht als Rock and Rollin' with Fats Domino.

Blueberry Hill (78 Toerenplaat)
Blueberry Hill (78 Toerenplaat)

De grote doorbraak zou datzelfde jaar zijn als Domino de single 'Blueberry Hill' uitbrengt. Met het liedje, dat eerder ook al op de plaat werd gezet door onder meer Gene Kupra, Glenn Miller, Gene Autry en Louis Armstrong, zou de allergrootste hit worden voor Fats Domino.

Blueberry Hill (7 inch)
Blueberry Hill (7 inch)

In Nederland zou 'Blueberry Hill' zowel op 78 toerenplaat als 7" single uitgebracht worden. De plaat zou de 2e plaats in de Billboard Top 200 halen, stond 11 weken in de Billboard R&B charts en zou in 1956 en 1957 meer dan 5 miljoen keer over de toonbank gaan. Andere grote hits uit de jaren 1956 tot 1959 waren 'When My Dreamboat Comes Home' (#14), 'I'm Walkin'' (#4), 'Valley of Tears' (#8), 'It's You I Love' (#6), 'Whole Lotta Loving' (#6), 'I Want to Walk You Home' (#8) en 'Be My Guest' (#8).

Net als de meeste andere grote artiesten in die tijd is ook Fats Domino op het witte doek te zien. Zo speelt hij zichzelf in de tienerfilms Shake Rattle And Rock en The Girl Can't Help It. Als Fats Domino in Fayetteville, North Carolina een optreden doet loopt het helemaal uit de hand. Het publiek begint te rellen en de lokale politie moet traangas gebruiken om de zaal leeg te krijgen. Om aan het woeste gepeupel te ontkomen moeten Domino en twee van zijn bandleden door een raam naar buiten springen en raken daarbij lichtgewond.

Tot het begin van 1962 zou Fats Domino nog regelmatig in de hitlijsten te vinden zijn met singles als 'Walkin' (To New Orleans)' en 'My Girl Josephine'. Als Imperial records begin 1963 verkocht wordt besluit Fats Domino om de platenmaatschappij te verlaten. Domino bracht in totaal 60 singles uit bij Imperial Records, waarvan 51 de Amerikaanse Top 10 wisten te halen. 22 van deze singles hadden dan ook nog eens een dubbele A-kant.

De jaren na Imperial records
In 1963 zou Fats Domino een platencontract tekenen bij ABC-Paramount Records. Dit had wel het gevolg dat Fats Domino vanaf dat moment zijn platen in Nashville (Tennessee) moest opnemen en tevens afscheid moest nemen van zijn vast producer Dave Batholomew. Domino werkte vanaf dat moment met producer Felton Jarvis en arrangeur Bill Justis.

Bij ABC-Paramount Records zouden 11 singles van Fats Domino verschijnen waarvan slechts de single 'Red Sails In The Sunset' (1963) de top 40 wist te bereiken. Eind 1964 was ook Amerika in de ban van de Britse beatmuziek en was er een einde gekomen aan de zegetocht van Fats Domino in de diverse hitlijsten. Ondanks het uitblijven van hits bleef Fats Domino stug doorgaan met het uitbrengen van platen. Nadat hij in 1965 ABC-Paramount Records had verlaten zou Domino een contract tekenen bij Mercury Records, waarbij hij een live-album en twee singles zou uitbrengen.

 

In 1969 heeft Fats Domino een gastrol in de Monkees tv-special 33? Revolutions Per Monkee. Ook brengt Fats Domino vanaf dat moment zijn platen uit op Dave Bartholomew's platenlabeltje Broadmoor Records en scoort in 1971 voor het eerst in jaren weer een top 10 hit met de Beatles-cover 'Lady Madonna'. Eveneens in 1969 is Fats Domino te gast bij het eerste optreden van Elvis Presley in het Hilton Hotel in Las Vegas. Bij de persconferentie voorafgaande aan dat optreden refereerde een journalist aan Elvis als de koning van de rock-'n-roll. Elvis wees vervolgens naar Fats Domino en zei: "Hij is de enige echte koning van de rock-'n-roll !!!"

Uit Het Vrije Volk van 15 februari 1978
Uit Het Vrije Volk van 15 februari 1978

In 1979 heeft Fats Domino een cameo in de film Any Which Way You Can en een jaar later is de beste man alweer in de hitlijsten te vinden met zijn countryhit 'Whiskey Heaven'.

 Whiskey Heaven (1980)
Whiskey Heaven (1980)

In het oog van de storm
In 1980 liet Domino weten dat hij niet zoveel zin meer had om op toernee te gaan. Hij kon ruim leven van de inkomsten van zijn royalties en was hij het liefste thuis in New Orleans waar hij zijn vertrouwde eten voorgeschoteld kreeg. Zelfs een uitnodiging om op het Witte Huis te spelen wist de muzikant niet over te halen. Gelukkig was Fats Domino een rasmuzikant en die kunnen gewoon niet zonder een podium.

Vanaf de vroege jaren tachtig was Domino weer regelmatig aan het toeren door Europa waarbij Nederland ook ruim werd bezocht. Ook was Domino jaarlijks te gast op het New Orleans Jazz and Heritage Festival en andere lokale festivals. In 1987 ontvangt Fats Domino zeer terecht de Grammy Lifetime Achievement Award. Datzelfde jaar is de muzikant ook met een zeer uitgebreide begeleidingsband in Leeuwarden te zien waar hij een twee uur durende show met al zijn grote hits geeft. Een jaar eerder was de legendarische artiest ook al in de Friese hoofdstad geweest en daar werden opnames van gemaakt door de toenmalige lokale omroep Aquarius. Luister hieronder naar unieke opnames daarvan uit de archieven van het Friesch Poparchief.

Uit de Leeuwarder Courant van 28 maart 1987
Uit de Leeuwarder Courant van 28 maart 1987

In 1995 zou Fats Domino voor het laatst in Europa optreden, waarbij ook gedenkwaardige optredens werden gegeven in Rotterdam, Eindhoven en Groningen. Domino stond bij sommigen bekend als een nukkige oude man, maar de oude rocker was wel mooi de bestverkopende rocker uit de vijftiger jaren na de ongekroonde koning Elvis Presley. Het zou daarna jarenlang rustig zijn rondom de symphatieke artiest uit Louisiana en pas in 2005 zou de naam van Fats Domino opeens weer opduiken in de media.

In augustus 2005 wordt Louisiana en in het bijzonder de stad New Orleans zwaar getroffen door orkaan Katrina. Bij de vermisten in het gebied stonden ook de namen van Fats Domino en zijn vrouw Rosemary. Toen ook nog eens iemand de tekst 'RIP Fats. You will be missed' met een spuitbus op zijn huis had achtergelaten gingen er al snel geruchten dat de zanger zou zijn omgekomen bij het natuurgeweld. Dezelfde dag nog wist CNN echter te melden dat Domino en zijn vrouw waren gered door een helicopter van de hulpdiensten. Op de kleding die ze bij de reddingsactie hadden gedragen na was Domino al zijn bezittingen kwijt. In 2006 ging Domino met zijn familie in Harvey (Louisiana) wonen en kreeg van de RIAA en Capitol Records vervangende exemplaren van alle gouden platen die in zijn vorige huis verloren waren geraakt.

Op 19 mei 2007 zou Fats Domino voor het eerst sinds zijn stormachtige avonturen weer optreden in een totaal uitverkocht Tipitina's Uptown in New Orleans. Het zou eveneens zijn allerlaatste publieke optreden zijn. Datzelfde jaar kreeg Domino ook een plaatsje in de Louisiana Music Hall of Fame en de Delta Music Museum Hall of Fame in Ferriday. Met de dood van Fats Domino is deze wereld wederom een grote muzikale held verloren. Gelukkig liet hij een enorme muzikale erfenis voor ons achter waar we nog vele jaren van kunnen genieten.

What're you gonna do when the well runs dry.
You're gonna run away and hide.
I'm gonna run right by your side.
For you pretty baby, I'd even die.

I'm walking, yes, indeed.
I'm talking 'bout you and me.
I'm hoping that you'll come back to me.
(uit 'I'm Walking')