Indigo 2016

Elk jaar organiseert de Dutch Game Garden een gamebeurs voor indies, genaamd Indigo. FOK! nam een kijkje en proefde de sfeer. Indie-games hebben een kleiner budget dan de AAA-titels en kunnen daarom zelden tippen aan de grafische glorie van hun grote broers. Zijn er nog wel originele concepten te bedenken die de moeite waard zijn voor de consument?

Indigo - R.A.D en de Dom

Indigo wordt gehouden in Tivoli, praktisch naast Utrecht CS. Veel bereikbaarder lukt niet. De toegang is gratis en dat maakt het feestje extra laagdrempelig. Ik ben er al voordat de deuren opengaan en er staat meteen een rij. Het valt mij op dat er veel jongelui zijn van rond de 17 jaar. Een aantal scholen, zoals een plaatselijk Grafisch Lyceum, hebben Indigo namelijk uitgekozen als een excursie. Heel verstandig, want je kan veel opsteken van laagdrempelige toegang tot professionals. Enkele scholieren struinen zenuwachtig de beurs af om interviews af te nemen.

Gedurende de dag vordert, wordt het steeds drukker en daarmee worden de wachttijden ook steeds langer. Vergis je niet, vijf minuten wachten is hier lang. Het zijn geen praktijken als drie kwartier in de rij staan bij Gamescom, om maar niet te spreken over de wachttijden bij de Tokyo Game Show. De sfeer is goed en ontspannen. Denk er wel aan om zelf een lunchpakketje mee te nemen, want er is geen eten te koop op de beursvloer. Er is veel te zien en ik heb tot mijn verbazing zelfs een hoekje overgeslagen. Ik heb dus niet alle games gezien, laat staan geprobeerd. Hier zijn impressies van de games die mij zijn opgevallen.

De opmerkelijke games bij Indigo hebben een originele manier om input te verwerken. In plaats van een controller of een toetsenbord gebruik je bijvoorbeeld je hoofd of een tafel. In Aquaphiles bestuur je een vis en maak met je hoofd je zwembewegingen. Zo leg je het parcours af en doe je races. Het ziet er vreemd uit, maar werkt als een tiet. Ik ben alleen bang dat met veel spelen je last van je nek kunt krijgen, net als je pols kan klagen na een dagje gamen.

Bijna ieder kind speelt wel een spel waarbij je de grond niet mag raken. Dit idee is verder uitgewerkt in The Floor is Lava. Twee personen strijden tegen elkaar op een veld van twaalf basketballen. De een verlicht ze en de ander dooft het licht. Zodra je denkt de meeste ballen te hebben, druk je op een knop. Leuk spel, maar het haalt bij competitieve mensen oerinstincten naar boven. Na een halve dag spelen waren er reeds een aantal schakelingen losgetrapt door enthousiaste gamers. Lieftallige schouderduwtjes kunnen ook hard aankomen en vriendschappen beschadigen. Bij deze game is tactisch inzicht vele malen belangrijker dan atletisch vermogen en dat betekent dat je met weinig zweet makkelijk kunt winnen, tot frustratie van de ander.

De Tovertafel is een bijzonder concept. Na een ontwikkeltraject van drie jaar is de Tovertafel ontwikkeld om interactie te stimuleren bij mensen in de laatste fase van dementie. Mensen die al jaren in een schulp leven worden eruit gehaald door onder andere de bewegende bloemetjes en vlinders. Dit geeft familie en verzorgers de mogelijkheid om (eindelijk) weer te communiceren met de oudere. Van deze vinding komt er snel een aparte preview.

In een donkere ruimte wordt Lumière Noire getoond. Er is een scherm, een grote blacklight tl-buis en een stel felgekleurde blokken. Om de beurt zet je een bouwsteen op een speciaal plateau. Zo bouw je samen een toren en je kan je voortgang op het scherm zien. Als je de aangegeven hoogte hebt bereikt, dan heb je een achievement verdiend en komt er een filmpje in beeld. Er zijn gewone kubussen, maar deze leveren weinig punten op. De rode blokjes zijn erg hoekig en daarom lastig om mee te bouwen. Het idee is leuk, maar voor de doorsnee consument lastig uit te voeren. Je hebt namelijk het plateau, een blacklight en een behoorlijk donkere omgeving nodig om ermee te werken. Ik vind ook de meerwaarde van het scherm op dit moment erg beperkt. De animatie die je ziet na het bereiken van een bepaalde hoogte valt in het niet bij de blik van teleurstelling in de ogen van je tegenstander. Zodra je het pc-element weghaalt, heb je een ordinaire vorm van Jenga. Dit moet duidelijk nog even verder worden ontwikkeld.

Indigo - Deel van de beursvloer

Met Boxer hebben we de overgang naar meer standaard input, want je gebruikt gewoon controllers. Het scherm zie je alleen van bovenaf en je staat tegenover elkaar zoals de boksers in het scherm. Met de analoge sticks bestuur je de armen en je kunt dus niet wegduiken of wegrennen. Dit is bewust gedaan om de gevechten puur en direct te houden. De potjes zijn daarmee kort en intens. De onderliggende physics werken alleen niet intuïtief. Je armen kunnen namelijk heel lang en heel kort worden, maar reageren als ballen aan een stugge elastiek. Ook had een van de controllers last van een beetje lag.