Paralympics 2016: Hoe en wat? Deel V: Voetbal 5-tegen-5 & Paardrijden

Woensdag 7 september zullen de Paralympische Zomerspelen van start gaan. Maar hoe werkt het op deze Spelen? Net als tijdens de Winterspelen in Sochi zal in deze specialreeks worden uitgelegd welke sporten er zijn en in welke handicapklassen er gesport wordt. De Paralympische Spelen kennen 22 sporten: atletiek, bankdrukken, basketbal, boccia, boogschieten, voetbal 5-tegen-5, voetbal 7-tegen-7, goalball, judo, kanovaren, paardensport, rugby, roeien, schermen, schietsport, tafeltennis, tennis, triatlon, volleybal, wielrennen, zeilen en zwemmen. Deze week gaat het over voetbal 5-tegen-5 en paardrijden.

Voetbal 5-tegen-5

Ook op de Paralympische Spelen is voetbal een onderdeel van het programma. Deze sport is opgedeeld in twee varianten, waarvan we de eerste deze week gaan bespreken. Bij voetbal 5-tegen-5 wordt er, zoals de naam al verklapt, gespeeld met vijf deelnemers per team. Deze sport maakte zijn debuut op de Spelen van 2004 in Athene. Het team bestaat uit vier spelers en één keeper. Deze atleten hebben allemaal een visuele beperking. De veldspelers moeten allemaal uitkomen in de categorie B1, wat betekent dat zij volledig blind zijn of geen perceptie van licht hebben. De keeper mag in de categorie B2 (zeer slechtziend) of B3 (slechtziend) uitkomen. Om de wedstrijden eerlijk te laten verlopen krijgen alle veldspelers een oogmasker waardoor iedereen 'even blind' is. 

Daarnaast mag het team gebruik maken van drie slechtziende 'begeleiders'. De eerste is de keeper, die zich ontfermt over de verdediging. De tweede begeleider is de coach, die over het middelste gedeelte van het veld gaat en de derde begeleider is een guide die langs de kant staat en aanwijzingen geeft in het aanvallende gedeelte. 

Er gelden in deze sport bijna dezelfde regels als bij het welbekende zaalvoetbal, maar dan met een paar aanpassingen. Het veld is even groot, namelijk 20 bij 40 meter. In de bal bevinden zich belletjes, zodat de bal door middel van het gehoor kan worden waargenomen. De spelers mogen niet langer dan vier seconden stilstaan met de bal. Het publiek moet stil zijn totdat het een doelpunt wordt gemaakt of de bal over de achterste lijn rolt. Een wedstrijd duurt 50 minuten die verdeeld zijn over twee helften van 25 minuten. Als het na de extra tijd nog steeds gelijkspel is, dan worden er penalties genomen. Een keeper mag de bal niet over de middenlijn gooien of een teamgenoot met de handen toespelen. Een speler moet hoorbaar laten weten wanneer er wordt geprobeerd de bal van de tegenstander af te pakken, meestal wordt dit gedaan door middel van het Spaanse woord 'voy'. Er komt in deze sport geen buitenspel voor en ook kan de bal niet buiten het veld rollen (behalve de achterlijn). Het veld wordt aan beide kanten beschermd door een zijwand die tussen de één en 1,20 meter hoog zijn. Dit zorgt ervoor dat het spel door kan blijven gaan en de snelheid er wordt ingehouden. De goal is drie meter breed en twee meter hoog. 

Tijdens de Paralympische Spelen in Rio de Janeiro zullen acht landen deelnemen. In groep A spelen Brazilië, Iran, Marokko en Turkije. In groep B komen Argentinië, China, Mexico en Rusland uit. De ultieme favoriet is Brazilië. Zij zijn tot nu toe de enige geweest die een paralympische titel hebben weten te veroveren. In 2004, 2008 en 2012 wisten zij de titel mee naar huis te nemen. Jeferson da Conceicao Goncalves, ook wel bekend als 'Jefinho', maakte deel uit van het team dat de laatste twee Spelen won. Hij is al vanaf zijn zevende blind door de ziekte Glaucoom. In 2014 en 2015 wonnen de Brazilianen de finales van de WK en de Parapan American Games van Argentinië, waarbij Jefinho drie goals wist te maken. Er moet dus heel wat geks gebeuren wil Brazilië hier niet voor de tweede keer met het goud er vandoor gaan. 

Turkije wist zich te kwalificeren via de Europese kampioenschappen in 2015. Via een historische overwinning in de finale op Rusland met 1-0 plaatsten zij zich voor Rio 2016. Topspeler van Turkije is Emrah Ocal, die samen met Kahraman Kurbetoglu de dienst uitmaakt in het Turkse team. 

'Jefinho'  (in het groen) in actie tijdens de Spelen van Londen 2012, tegen het Franse team in het blauw (Foto: Getty Images)


Paardrijden

Het paardrijden op de Paralympische Spelen maakte zijn debuut in 1984 als demonstratiesport, waarna de sport in 1996 als vast onderdeel op het programma kwam. Op deze Spelen wordt, in tegenstelling tot de Olympische variant, alleen aan dressuur gedaan. De ruiters moeten ervoor zorgen dat zijn of haar paard de juiste stappen zet en bewegingen maakt op de muziek. Er zijn wedstrijden voor teams, de individuele routine en de vrije routine. Door de jaren heen ontwikkelde de sport zich in veel verschillende landen, waarbij de sport steeds meer op de olympische variant ging lijken. 

Er zijn elf gouden medailles te winnen in de sport. Eén in het teamevent en daarnaast tien medailles verdeeld over de vijf klassen in de individuele wedstrijden. In alle wedstrijden en klassen strijden de mannen en vrouwen tegen elkaar. In de klasse Ia strijden de ruiters tegen elkaar die beperkingen hebben in alle ledematen en in de romp. Zij maken gebruik van een rolstoel in het dagelijks leven. In de categorie Ib komen de atleten uit die een ernstige beperking hebben in de benen en de romp, maar een lichte beperking hebben in de armen of een gematigde beperking hebben in de romp en ledematen. Ook deze atleten gebruiken vaak een rolstoel in het dagelijks leven. Klasse II bestaat uit sporters met beperkingen in de benen en weinig tot geen beperkingen in de romp en armen. Sommige van deze atleten gebruiken een rolstoel in het dagelijks leven. Atleten in de klasse III hebben vaak beperkingen in de armen of zijn veel kleiner (dwerggroei). Deze atleten kunnen lopen en gebruiken eigenlijk nooit een rolstoel in het dagelijks leven. In deze klasse komen ook de atleten uit met een visuele beperking in de klasse B1, wat betekent dat ze blind zijn of geen perceptie van licht kennen. In de laatste handicapklasse, IV, komen de atleten uit die een lichte beperking hebben aan één of twee ledematen of last hebben van een verminderde spierkracht. Ook de slechtziende en zeer slechtziende (categorie B2 en B3) komen uit in deze klasse. 

Ruiters mogen gebruik maken van aangepaste materialen, zoals een op maat gemaakt zadel of aangepaste halster. 

Een topper in deze sport is de Oostenrijkse Pepo Puch, die in 2004 nog meedeed aan de Olympische Spelen in Athene waar hij uitkwam voor Kroatië en als 63e eindigde in de ranglijst. Na een ongeluk met zijn paard in 2008 liep hij een dwarslaesie op. Tijdens de revalidatie was het zijn doel om weer te kunnen paardrijden, omdat Puch zo ontzettend van de sport hield. In 2012 kon Puch weer meedoen aan de Spelen en werd gecoacht door zijn vrouw Michele Puch. In Londen werd hij paralympisch kampioen in de klasse Ib in de vrije routine en pakte hij het brons op de individuele routine. Tijdens die eerste wedstrijd overleed zijn schoonmoeder, die had gewild dat hij gewoon op die dag voor de medailles zou gaan. Zijn kansen voor goud in Rio zijn groot, maar in deze klasse zijn er wel zes of zeven verschillende ruiters die zomaar het goud zouden kunnen pakken. 

Nederland heeft zich weten te kwalificeren voor het teamevent door een zilveren medaille te behalen op de Wereldruiterspelen eerder dit jaar. Wie in dit team plaats zullen gaan nemen is nog niet bekend. 

Pepo Puch pakte een gouden en bronzen medaille tijdens de Paralympische Spelen van Londen 2012 (Foto: Getty Images)