Beledigde Staatshoofden

Een paar weken geleden ontstond er nogal wat ophef nadat een Duitse komiek een keiharde satire had gemaakt over de Turkse president Erdogan. Lakeien van de sultan spraken zelfs van belediging van een bevriend staatshoofd. Naast het feit dat we dan eigenlijk liever niet weten wie of wat onze vijanden zijn is het natuurlijk te hypocriet voor woorden dat een lastergedicht door notabene een Turk wordt omschreven als 'een misdaad tegen de menselijkheid'. Er is namelijk geen land in de wereld waar zoveel journalisten achter de tralies zitten als in het dictatoriale Turkije. Er werd zelfs een meldpunt opgericht waar Nederturken beledigingen van zowel Erdogan als het gehele Turkse volk konden aangeven bij het Turkse consulaat. Foutje van een medewerker werd er later beweerd maar de toon was gezet. De vlam sloeg in Nederland pas goed in de pan toen de Nederlandse journaliste Ebru Umar in Turkije werd aangehouden voor zogenaamde lastertweets over de Turkse president. Terwijl veel Turkse Nederlanders juichend op straat liepen en de sociale media vervuilden met de meest walgelijke berichten, spraken anderen, waaronder ook bekende Nederlanders, zich uit over dit schaamteloze gedrag. Ook minister-president Rutte sloeg woest met zijn vuist op tafel en eiste vrijlating sprak zich kalm uit over de kwestie en liet weten contact te hebben gehad met Ankara. Umar werd een dag later weer vrijgelaten maar kreeg wel te horen dat ze het land niet mag verlaten.

Uit het Zaans Volksblad van 7 februari 1939
Uit het Zaans Volksblad van 7 februari 1939

De affaire rondom Erdogan is evenwel niet uniek te noemen. Weet je welk 'bevriende staatshoofd' vanaf halverwege de jaren dertig van de vorige eeuw ook vaak rechtzaken aanspande vanwege belediging? Juist ja. Begin 1935 wordt A. J. Morpurgo, redacteur en uitgever van de Surinaamse krant De Surinamer, veroordeeld tot een geldboete van 25 guldens voor het beledigen van Hitler als hoofd van de Duitse staat.

Uit het koloniaal nieuws- en advertentieblad Suriname van 18 januari 1935
Uit het koloniaal nieuws- en advertentieblad Suriname van 18 januari 1935
Uit het koloniaal nieuws- en advertentieblad Suriname van 29 maart 1935
Uit het koloniaal nieuws- en advertentieblad Suriname van 29 maart 1935

In het Duitsland van de jaren dertig kon men niet zo goed tegen kritiek op de rijkskanselier van Duitsland. Zo staat eind 1936 J.F. Ankersmit, hoofdredacteur van de krant Het Volk, voor de rechter wegens het beledigen van een bevriend staatshoofd. De krant had het namelijk gewaagd om een spotprent te plaatsen waarop Hitler bij de begravenis van de in Zwitserland vermoorde nazi-agent Gustloff staat afgebeeld met zijn S.A.-troepen, met daaronder de tekst "Wij brave nazi's hebben nog nimmer een politiek tegenstander vermoord". Op dezelfde afbeelding zijn echter ook de grafstenen te zien van Rathenau, Ertzberger en Rhoem. Ankersmit werd veroordeeld tot het betalen van een boete van 150 gulden of 15 dagen gevangenisstraf. Na een hoger beroep in 1937 zou Ankersmit alsnog vrijgesproken worden van de absurde aanklacht.

Uit de Tribune van 30 oktober 1936
Uit de Tribune van 30 oktober 1936

Ook zo'n 80 jaar geleden hadden we in Nederland al te lijden onder een regering met een ruggengraat als een weekdier, die regelmatig in een onnavolgbare kramp schoot als er kritiek werd geleverd op de middelmatig schilderende Oostenrijkse veedief. Zo werd er in augustus 1937 door de burgemeester van Den Haag De Monchy een voorstelling van het stuk De Dag Des Oordeels van het Rotterdamse Stadstoneel verboden omdat er voor nazi's beledigende strofen in zaten over de brand in de Rijksdag. In mei 1938 kreeg schrijver Maurits Dekker een boete van 100 gulden omdat hij het had gewaagd om Hitler hysterisch te noemen in de folder Hitler, Een Poging Tot Verklaring. Een jaar later moest ook een Brabantse predikant voor de rechter verschijnen omdat hij het lef had gehad om Hitler uit te maken voor boef!

Uit het Volksdagblad van 25 mei 1939
Uit het Volksdagblad van 25 mei 1939

Ook na de Tweede Wereldoorlog ging het beledigen van bevriende staatshoofden gewoon door. Zo werd in 1949 hoofdredacteur Fred Schoonenberg van De Waarheid aangeklaagd wegens het beledigen van een bevriend staatshoofd omdat hij Stalin in een krantenartikel had uitgemaakt voor een 'uitgeslapen zware jongen'. De rechter eiste een boete van 300 gulden en drie maanden gevangenisstraf, met een proeftijd van drie jaar. Een jaar later werden ook drie verpleegsters bij het zogenaamde 'snorproces' veroordeeld tot 1 tot 2,5 jaar gevangenisstraf, omdat ze een Stalinsnor hadden getekend op een portret van de Oost-Duitse president Wilhelm Pieck. Voor welk staatshoofd dit nou beledigend was werd in het midden gelaten. Eveneens in 1950 kreeg de communist Tj. de Jager, gemeenteraadslid van Deventer, een bekeuring omdat hij het Spaanse staatshoofd generaal Franco een beroepsmoordenaar had genoemd bij een toespraak. De uitspraak over 'de moordenaar van het Spaanse volk' werd bestraft met een boete van 30 gulden of 6 dagen hechtenis.

Uit De Waarheid van 13 maart 1952
Uit De Waarheid van 13 maart 1952

Majesteitsschennis
In Nederland stond sinds 1881 majesteitsschennis synoniem voor belediging van het staatshoofd. Uit dat jaar stammen namelijk de wetsartikelen 111 en 112 van het Wetboek van Strafrecht over majesteitsschennis. Zo kon opzettelijke belediging van de Koning worden gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste 5 jaren of een geldboete van de vierde categorie (maximaal fl 25000,-). Ook opzettelijke belediging van de echtgenoot van de Koning, van de vermoedelijke opvolger van de Koning, van diens echtgenoot, of van de Regent, werd bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vierde categorie. Zo moest in 1887 de Nederlandse politicus, sociaal-anarchist, antimilitarist en oprichter van de socialistische beweging Ferdinand Domela Nieuwenhuis een jaar de Utrechtse gevangenis in wegens majesteitsschennis. In een publicatie in het blad Recht voor Allen had Nieuwenhuis koning Willem III omschreven als een man die weinig bakte van zijn baan en hem ook nog eens uitgescholden voor koning gorilla. Na 7 maanden dozen vouwen kreeg Nieuwenhuize gratie van de koning. In 1896 kreeg iemand drie maanden cel omdat hij op een fluit had geblazen op het moment dat koningin Emma en prinses Wilhelmina langskwamen in hun koets.

Als de Nederlandse journalist Jan Fabius in 1954 als eerste schrijft over de Greet Hofmans-affaire moet hij 10 dagen de cel in wegens majesteitsschennis. De crisis in het koninklijke huis was een gevoelig onderwerp waar de meeste media zich niet aan durfden te wagen. Toen in 1956 in het Duitse blad Der Spiegel een artikel verscheen met de titel 'Zwischen Königin und Rasputin', waarin paginalang uit de doeken werd gedaan wat er allemaal mis was aan het Nederlandse hof, mocht het desbetreffende nummer niet in Nederland verkocht worden. Achteraf zou blijken dat niemand minder dan prins Bernhard de informant van het weekblad was geweest.

Koningin Juliana in God, Nederland & Oranje (1969)
Koningin Juliana in God, Nederland & Oranje (1969)

In 1969 krijgt tekenaar Bernard Willem Holtrop een boete van 200 gulden voor het maken van een spotprent waarop we een op koningin Juliana lijkende vrouw voor een raam zien zitten met een prijskaartje van 5,2 miljoen gulden. Volgens Holtrop was het om aan te geven hoeveel geld er over de balk werd gesmeten voor ons koningshuis. Ook het afbeelden van prinses Beatrix als Playboy-model in een studentenblad werd in 1969 bestraft met drie maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Holtrop zou niet veel later Nederland verlaten en als tekenaar aan het werk gaan bij het satirische tijdschrift Charlie Hebro, waar hij sindsdien cartoons maakt onder de naam Willem.

Uit de Telegraaf van 31 mei 1967
Uit de Telegraaf van 31 mei 1967

Johnson Molenaar
Aan het einde van de zestiger jaren waren er ook in Nederland massale demonstraties tegen de oorlog in Vietnam. Toen demonstranten gingen roepen dat de Amerikaanse president een moordenaar was, werd dit door de autoriteiten gezien als een belediging van een bevriend staatshoofd. De 22-jarige student Hans M. kreeg in 1967 drie weken gevangenisstraf waarvan twee weken voorwaardelijk voor de kreet "Johnson Moordenaar!" Om toch nog tegen de Amerikaanse bemoeienissen in Vietnam te kunnen demonstreren werd Johnson vanaf dat moment steevast uitgemaakt voor molenaar, moordpresident en moordvent.

Uit Het Vrije Volk van 15 november 1967
Uit Het Vrije Volk van 15 november 1967

Ook een dominee uit Hoogeveen ontkwam in 1967 niet aan een stevige boete nadat hij de paus had beledigd. De man had de paus een schurk genoemd, wat volgens de aanklager discriminatie was van het gehele katholieke volksdeel van Nederland. Rond 1970 was het D66 die als eerste liet weten dat er een einde moest komen aan de ouderwetse wetsartikelen 111 en 112 over majesteitsschennis. Daarnaast wou de partij dat er einde kwam aan het bestraffen van godslastering, pornografie, overspel en bepaalde bioscoop- en schouwburgvoorstellingen. Het was tenslotte niet aan de overheid om zedenmeester te zijn.

Koningin Juliana in de Barend Servet Show (1973)
'Koningin Juliana' in de Barend Servet Show (1973)

Spruitjes
In 1972 was de uitzending van een televisieprogramma door de VPRO het onderwerp van een grondig onderzoek naar majesteitsschennis. In een aflevering van de Barend Servet Show zat een sketch waarin we een op koningin Juliana lijkende vrouw spruitjes zagen schoonmaken. In het kabinet Biesheuvel werden kamervragen gesteld over deze bedreiging van de Nederlandse democratie, die ook in die tijd al te lijden had onder het toch al zo door normverlies getroffen Nederlandse volk. Zelfbenoemde 'meerwaardige' mensen spraken schande van het feit dat 'vuilnisbakperversiteiten' als de Barend Servet Show nog op de televisie werd vertoond. Ook werd het programma van Wim T. Schippers omschreven als 'zo'n walgelijke stinkende vertoning door debielen, die Nederland willen schokken met blote geslachtsdelen en die tegen de koningin aanschoppen'. De VPRO moest kapot! De spruitjes schoonmakende Juliana kostte de VPRO een aantal leden, maar ze kregen er nog veel meer nieuwe leden voor terug, die het net als de omroep eens waren over het feit dat het koningshuis geen heilig onaantastbaar huisje meer was waar je niet tegen aan mocht schoppen.

Toen in 1973 bij een anti-NAVO-demonstratie "Nixon Moordenaar" werd geroepen werden de demonstranten in eerste instantie nog wel aangeklaagd. De zaak werd echter geseponeerd omdat de rechter van mening was dat de studenten er niet op uit waren om het Amerikaanse staatshoofd te beledigen, dan wel hun ongenoegen te uiten over de daden van de man in kwestie. In 1978 werd tekenaar Bert Griepink door de politie aangehouden omdat hij kwetsende prenten van onder meer leden van het koningshuis en premier Van Agt te koop had aangeboden. Een paar maanden later werd ook de Amerikaanse dichter Edward Woods aangehouden omdat hij een blad had uitgegeven waarin de aanstootgevende afbeeldingen van de Amsterdamse Palet-vereniging te zien waren. Woods zat hiervoor uiteindelijk 12 uren in een politiecel.

Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 3 januari 1996
Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 3 januari 1996

Eieren en waxinelichthouders
Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw leek het begrip majesteitsschennis langzaamaan uit beeld te verdwijnen. Zo probeerde de heer Janmaat van de Centrum Democraten begin 1996 de cabaretier Youp van het Hek nog aan te klagen, omdat deze tijdens een oudejaarsconference zou hebben gezegd dat het Nederlandse volk alleen nog maar geshockeerd kon worden door beelden van koningin Beatrix en kroonprins Willem-Alexander die openlijk de liefde bedreven. De rijksvoorlichtingsdienst gaf toe dat ze de grap ongepast en onsmakelijk vonden maar deden er verder weinig aan. Een jaar eerder had prins Claus nog met succes het roddelblad Story gedreigd met een kort geding. De prins eiste een bedrag van 25000 gulden omdat het blad ten onrechte had geschreven dat de vader van de prins zelfmoord zou hebben gepleegd. Tot een rechtzaak zou het evenwel niet komen. Story betaalde het geldbedrag en plaatste een rectificatie in hun blad.

In 2002 dook het begrip weer op toen het blad Panorama een kalender uitbracht waarop gemanipuleerde afbeeldingen van Máxima te zien waren. Van majesteitsschennis was echter geen sprake omdat de Argentijnse op dat moment nog geen lid was van de koninklijke familie. Een jaar later werd er een onderzoek ingesteld tegen prinses Margarita, omdat ze stiekem een gesprek had opgenomen met haar tante Beatrix. Van majesteitsschennis bleek wederom geen sprake te zijn en de prinses werd vrijgesproken van vervolging. In 2005 krijgt een drietal jongens uit Assen wel een geldboete omdat ze opzettelijk de koningin hadden beledigd. In het kader van haar 25-jarige jubileum als vorstin bracht Beatrix en haar gevolg een bezoek aan de Drentse hoofdstad. Bij het Drents museum werd het gezelschap door een 18-jarige Drent bekogeld met een rauw ei, waarbij de koningin amper werd gemist. De 18-jarige eiersmijter kreeg een boete van 250 euro, zijn minderjarige handlangers (16 en 17 jaar) kwamen er vanaf met een geldboete van 100 euro.

Uit de Leeuwarder Courant van 31 juli 2007
Uit de Leeuwarder Courant van 31 juli 2007

In 2007 wordt in Amsterdam een aangeschoten Surinamer in de boeien geslagen wegens majesteitsschennis. De 47-jarige man zou hebben geroepen dat hij anale seks wilde bedrijven met de vorstin. Ook riep hij dat de koningin van Nederland een hoer was. Voor de 'grove beledigingen van de koningin' kreeg de man een geldboete van 400 euro. Ook een journaliste van het internetmagazine Spunk en haar cameramen werden begin augustus van datzelfde jaar aangehouden omdat ze een T-shirt droeg met de tekst 'Beatrix is een hoer'. Ook had ze een T-shirt bij zich met de tekst 'Alle moslims zijn geitenneukers'. De medewerkers van het jongerenplatform maakten een reportage waarin ze aan voorbijgangers vroegen welke tekst het meest schokkend was. Het tweetal kreeg een proces-verbaal en zat drie uur opgesloten in een politiecel.

Uit het Dagblad van het Noorden van 4 augustus 2007
Uit het Dagblad van het Noorden van 4 augustus 2007

Naar aanleiding van de zaak rondom Spunk kwam de maatschappelijke discussie rondom de stokoude wet weer tot leven. Zowel het CDA als de SP waren echter van mening dat majesteitsschennis zwaarder mocht worden bestraft dan andere beledigingen omdat een persoon die op de troon zit niet in staat is om zich publiekelijk te verdedigen. De laatste keer dat er tot nu toe in Nederland iemand in de boeien werd geslagen was op Prinsjesdag in 2010, toen de 29-jarige Erwin Lensink een ruim 600 gram wegende glazen waxinelichthouder tegen de ruit van de Gouden Koets had gesmeten. De man bleek na onderzoek in het Pieter Baancentrum aan waanbeelden te lijden en werd volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard.

Al met al kunnen we gerust concluderen dat de wetten op zowel majesteitsschennis als de wet op het beledigen van een bevriend staatshoofd ver over de houdbaarheidsdatum zijn en het is dan ook niet vreemd dat naar aanleiding van het dictatoriale gedrag van de heer Erdogan nu door minister van Veiligheid en Justitie Ard van der Steur weer wordt gekeken of deze stokoude wetten niet eens door de shredder kunnen. Want riepen we vroeger ook al niet 'schelden doet niet zeer'?