FOK!film op het IFFR: You Win Some, You Lose Some

FOK!film doet opnieuw zijn best om de kleinere filmpjes onder de aandacht te brengen, door verslag te doen vanaf het IFFR. In verband met privédrukte van de verslaggever van dienst moet de redactie kiezen uit een lager aantal films, maar dat betekent niet per se dat de kwaliteit van het verslag hieronder lijdt. In dit tweede en direct laatste verslag twee typische filmfestivalervaringen. 

Het is mijn persoonlijke tactiek om vooraf zo min mogelijk te weten over de films die te zien zijn. Dat geldt voor de films die gedurende het gehele jaar regulier te zien zijn in de bioscoop, maar onder het motto ‘You win some, you lose some’ geldt dit vooral voor filmfestivals. Dan kan het gebeuren dat je een heerlijk rustig en aangenaam plaatje ziet, maar ook een gedrocht van een film. 

Alba (Ana Cristina Barragán) 

Alba is het typische voorbeeld van de eerste categorie en is het toonbeeld van het type film dat je zomaar tegen kunt komen in Rotterdam. Geschoten in een niet-filmland als Ecuador, minimalistisch in zowel dialoog, beeldtaal als plot en gekenmerkt door een laag tempo, maar het heeft een ongekende charme. En dan is er ook nog dat jonge meisje in de hoofdrol dat zich niet helemaal op haar gemak voelt, maar qua plot is het te dun om het een coming of age film te noemen. Allemaal kenmerken van een typische festivalfilm. 

Alba movie

Dat betekent natuurlijk niet direct dat de film goed is. Alba valt ook niet in de absolute topcategorie, maar is op zijn minst een zeer stabiele subtopper in een hele grote groep diverse films. Het verhaal kabbelt rustig voort en het is als kijker niet heel moeilijk een klein zwak te krijgen voor de lastige situatie waarin het meisje verkeert. Ze is een eenling, heeft haar zieke moeder in het ziekenhuis en woont tijdelijk bij haar arme vader. Ze lijkt langzaam toch opgenomen te worden in het groepje populaire scholieren, maar ze heeft het moeilijk zich daar echt op haar gemak te voelen. 

Het trage tempo, de onzekere en zoekende blik van de jonge Macarena Aria en de stabiele fotografie maken dit een ideaal filmpje om op je gemak te bekijken op een herfstachtige zaterdagochtend. Of het nu op een filmfestival is of thuis: het is gewoon goed. Je moet er ook niet teveel woorden aan vuil maken en het gewoon op je in laten werken, want er zijn wel andere films waar je niet over uit kan: positief, of negatief. 

Rong Ram Tang Dao (Motel Mist, Prabda Yoon) 

Maar als je gokt, dan kun je ook wel eens verliezen. Afgaan op een enkel plaatje en verder helemaal niets, is best een risico. Vooral als de film in kwestie uit Thailand komt, want in Azië willen regisseurs nog wel eens te kort door de bocht gaan; of de bocht juist veel te ruim nemen. Regisseur Prabda Yoon debuteert met het mystieke Motel Mist en het is maar de vraag of hij wel weet hoe je een bocht moet nemen. Of dat hij überhaupt weet dat een bocht genomen moet worden. Iets in die trant, de regisseur wist het zelf ook allemaal niet zo goed.

motel mist 2

Motel Mist heeft namelijk zo goed als niets om het lijf. De twee hoofdverhalen zijn namelijk flinterdun: enerzijds een vermist voormalig kindsterretje dat geobsedeerd is door aliens en anderzijds een perverse man die schoolmeisjes - die er wel mee lijken in te stemmen - seksueel uitbuit. Aangezien de twee verhalen zich afspelen in twee naast elkaar gelegen kamers in Motel Mistress (de volledige naam van het motel), is dat voldoende om het ook in één film te laten afspelen. De vraag die gedurende de volledige speelduur van 115 minuten gesteld kan worden is echter: waarom? In hemelsnaam, waarom? 

Er gebeurt namelijk helemaal niets van betekenis in de film, behalve extreme vaagheid. En irritantheid, als dat een woord is. Het gedeelte met de aliens is ronduit vervelend en past op geen enkel moment in de context of achterliggende gedachte – waarbij het ook de vraag is of die er wel is – van de film, het gedeelte met de perverseling is veel te veilig en traag. Als tussendoor nog een flardje maatschappijkritiek wordt genoemd en de aliens op een gegeven moment zorgen voor een onsamenhangend rondje woorden achter elkaar, is het niet gek dat een kwart van de al niet bijster volle zaal wegliep. Sterker, het is bewonderenswaardig dat de andere driekwart op de stoel bleef zitten. 

En toch is dat wel iets wat een festival leuk maakt. Juist over dit soort films is het heerlijk om achteraf na te praten, of in dit specifieke geval je gal en ongeloof te spuwen. En te hopen dat je volgend jaar beter gokt. Of nog slechter, want stiekem is zo’n afzichtelijke film de ideale afsluiter om aan het eind van het festival over na te praten. Of vloeken.