Laatste overlevende Olympische Spelen Amsterdam 100 jaar

In de olympische geschiedenis is het misschien niet veel meer dan een voetnoot, maar toch vonden wij het het melden waard: de voor zover bekend laatste overlevende sporter die deelnam aan de Olympische Spelen van 1928 in ons eigen Amsterdam viert vandaag, 13 november, haar 100e verjaardag. Carla Marangoni is de naam, voormalig turnster en winnares van zilver op de enige Spelen die ooit in Nederland zijn gehouden. Al bijna 4,5 jaar is de Italiaanse de enige olympiër van 1928 waarvan men zeker weet dat ze nog leeft: op 19 juni 2011 overleed de vorige, de Hongaarse turnster Reszö Kende. Ze is overigens sowieso de nog levende olympiër die het langst geleden aan de Spelen mee heeft gedaan: voor zover bekend leeft er niemand meer die op de Winterspelen van 1928 of een van de voorgaande Spelen actief was.

'Vieren' is voor Marangoni overigens een groot woord: zelf doet ze niet echt mee aan de feestelijkheden. Marangoni slijt haar dagen thuis, in een appartementje nabij het station van Pavia - waar ze al een eeuw woont - en enigszins afgesloten van de buitenwereld. "Het verleden moet in het verleden blijven", zo liet de voormalig turnster weten. Marangoni is erg gesteld op haar privacy en wordt door velen gezien als 'anders dan anderen', aldus de Italiaanse krant La Stampa. Prijzen, awards en meer van zulk moois hoeft van haar niet zo nodig, maar wel fietst ze nog dagelijks een kwartiertje rond om gezond te blijven. Ze is niet getrouwd, heeft geen kinderen en doet niet echt aan contact met anderen, vertelt ze in een telefoongesprek met La Repubblica. Haar nicht Anna regelt nog wat zaken en fungeert vooral als filter voor zaken als interviews. Ze is er wel klaar mee om steeds hetzelfde verhaal te horen en vertellen: dat ze uniek is, buitengewoon, maar vooral een onderdeel van de geschiedenis lang, lang geleden.

De 'meiden uit Pavia' tijdens de training in de aanloop naar de Spelen van 1928 (Foto: Società Ginnastica Pavense)
De 'meiden uit Pavia' tijdens de training in de aanloop naar de Spelen van 1928 (Foto: Società Ginnastica Pavesa)

Dat is allemaal vandaag de dag, maar laten we een flinke duik nemen in het verleden: 1928, de Olympische Spelen van Amsterdam. Voor het eerst in de geschiedenis mochten ook vrouwen meedoen aan het olympisch turntoernooi - tot zeer groot ongenoegen van 'olympisch grondlegger' Pierre de Coubertin - en in Italië werd er flink strijd geleverd over welke ploeg de Azzurri mocht vertegenwoordigen. Onder de hoopvolle turnsters bevonden zich de dames van de Società Ginnastica Pavesa, voornamelijk jonge meiden van de turnvereniging uit Pavia, waaronder Marangoni. Na een tijd elke middag getraind te hebben was het dan zover: de olympische kwalificatie in Pallanza. Op 4 juli plaatsten 'die meiden uit Pavia' zich door de gefrustreerde concurrentie ver achter zich te laten: de weg naar Amsterdam lag open.

Die weg begon met een treinreis naar de olympische stad, waarna men aan boord van de op een kanaal gelegen Salunto ging. "Olympische dorpen waren er nog niet", zegt de turnster. Op de boot sliep de ploeg helemaal bovenaan in de beste hutten, terwijl de boksers juist helemaal onderaan sliepen. De Italiaanse turnsters werden ook wel Le bambine di Pavia genoemd, de meisjes uit Pavia. Dat had alles met hun leeftijden te maken, want met haar 17 jaar was Lavinia Gianoni de oudste van de ploeg. Marangoni was zelf slechts twaalf jaar oud, maar was niet de jongste: dat was Luigina Giavotti, elf lentes jong.

De turnsters in actie tijdens de Spelen in Amsterdam (Foto: Società Ginnastica Pavesa)
De turnsters in actie tijdens de Spelen in Amsterdam (Foto: Società Ginnastica Pavesa)

Op 8 augustus begon in het Olympisch Stadion van Amsterdam de landenwedstrijd en na de eerste oefening stonden de Italiaanse meisjes op de derde plek, achter Nederland en Groot-Brittannië. Na de resterende oefeningen slaagden de meiden uit Pavia erin zilver te pakken, achter Nederland. "Zij waren ouder en gespierd. Zij waren vrouwen, wij waren meisjes. Zij lieten kracht zien en wij hadden alleen elegantie en harmonie." Haar medaille kan Marangoni niet laten zien, die is verdwenen. Tijdens een interview met de Financial Times, voorafgaand aan de Spelen van Londen in 2012, was er één foto die ze weigerde te laten zien. Marangoni werd gefeliciteerd door Il Duce, de fascistische leider Benito Mussolini. "Hij complimenteerde me", maar trots kon ze er niet op zijn. 

Zo blijkt dat Marangoni niet altijd haar huidige instelling heeft gehad wat interviews betreft. Het interview met de Financial Times was de laatste keer dat ze er nog echt voor open stond. Dat ze er op de foto toch wel oud uitzag deed haar besluiten dat ze er daarna klaar mee was. Meer dan een sporadisch gesprek kwam het niet meer, zoals via de telefoon met La Repubblica. Met de Financial Times sprak ze over haar tijd na het turnen. Marangoni haalde als een van de eerste Italiaanse vrouwen haar rijbewijs en bemachtigde ook papieren om te mogen varen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog probeerde ze gearresteerde Italiaanse partizanen te helpen, maar dat mocht niet. 

Het zilveren team, met leeftijden tussen de 11 en 17 jaar (Foto: Società Ginnastica Pavesa)
Het zilveren team, met leeftijden tussen de 11 en 17 jaar (Foto: Società Ginnastica Pavesa)

Het interview met de Times leverde voor Marangoni ook nog iets op, maar ze had het liever niet geweten. Terugdenkend aan 1928 werd haar gevraagd of ze wist van het lot van vier gouden Nederlandse turnsters en hun coach. Stella Agsteribbe, Lea Nordheim, Ans Polak, Jud Simons en coach Gerrit Kleerekoper waren Joods, werden tijdens de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd en net als hun families vergast in Sobibor en Auschwitz. De tot dan toe tijdens het interview vooral vrolijke Marangoni valt helemaal stil. "Nee, dat wist ik niet", zegt ze na een tijdje. "Dat is een tragedie." Dat wetende is het niet geheel onbegrijpelijk dat Carla Marangoni op haar 100e verjaardag liever niet terugdenkt aan die tijd en het liefst gewoon haar dagen uitzit.

Het gouden Nederlandse turnteam van 1928. Stella Agsteribbe, Lea Nordheim, Ans Polak, Jud Simons en coach Gerrit Kleerekoper werden met hun families vermoord in de nazikampen in Sobibor en Auschwitz (WikiCommons/Con2tto)
Het gouden Nederlandse turnteam van 1928. Stella Agsteribbe (5e van rechts), Lea Nordheim (4e van links), Ans Polak (2e van links), Jud Simons (3e van rechts) en coach Gerrit Kleerekoper werden met hun families vermoord in de nazikampen in Sobibor en Auschwitz. Elka de Levie (2e van rechts) was de enige Joodse die het overleefde, maar praten over haar teamgenoten deed ze nooit meer. (WikiCommons/Con2tto)