FOK!film op het IFFR: van gebarentaal tot vampierenwestern

FOK!film bevindt zich net als de afgelopen twee jaar op het International Film Festival Rotterdam (IFFR). Er zal verslag worden gedaan van enkele van de beste en meest bijzondere of aansprekende films van het festival. In deze special onder andere een Oekraïense film zonder dialoog, een van de meest intrigerende films van het nog korte filmjaar en een Iraanse vampierenwestern.

Plemya (The Tribe, Miroslav Slaboshpitsky)

plemya

Plemya is wellicht een van de meer experimentele films op het IFFR, die straks ook in de bioscoop te zien gaat zijn. De reden daarvoor is heel eenvoudig: er is geen hoorbare dialoog, alle communicatie vindt namelijk plaats via gebarentaal. En regisseur Slaboshpitsky vond het niet nodig daar enige vorm van ondertiteling bij te plaatsen. In plaats daarvan moet de kijker het doen met alles wat zichtbaar is. Het resultaat mag er wezen. De vertelstijl is rustig en het camerawerk past daar perfect bij: soms statische shots, soms tracking shots, maar allemaal vakkundig uitgevoerd. In Plemya wordt een jongen gevolgd in een kostschool voor doven, een kostschool waar criminaliteit hoogtij viert en waar het uitzicht op een positief einde – op welke manier dan ook – geen moment aan de orde is. Wellicht is het juist door het ontbreken van dialoog en de hoge mate van sereniteit, dat het resultaat zo indrukwekkend is. Experiment geslaagd.

Turist (Force Majeure, Ruben Östlund)

Turist is gemarkeerd als drama, maar bevat een gezonde portie humor. Humor ter relativering, in een film waarin een gezin op skivakantie gaat. Vanaf moment één overheerst er echter een unheimisch gevoel, alsof er op ieder moment iets heel geks, spannends of baanbrekends kan gebeuren (zie daarom ook de internationale titel). Als op een gegeven moment een gecontroleerde lawine uit de hand dreigt te lopen, gebeurt er iets wat de verhoudingen in dit gezin zeer sterk onder spanning zet. Wat daarna volgt is een fantastische uiteenzetting over onder meer instinct, handelingswijze, ingeslepen routine en vertrouwen. De vergelijkingen die gelegd zijn met Ingmar Bergman zijn daardoor begrijpelijk, maar Turist heeft een bepaalde flair die niet te vergelijken valt met het meer sobere oeuvre van Bergman. De scheidslijn tussen drama en humor is flinterdun, met name omdat de manier waarop de man en vrouw, en hun handelingen en reacties, in een relatie worden geportretteerd zo enorm herkenbaar is. Dat is iets wat je in maar weinig films ziet en wat Turist nu al een van de meest intrigerende films van het jaar maakt.

A Girl Walks Home Alone at Night (Ana Lily Amirpour)

a girl walks home alone at night

Een film uit Iran. Dat is tegenwoordig niet eens meer zoveel nieuws. Als het echter weggezet wordt als een vampierenwestern en de titel A Girl Walks Home Alone at Night luidt, dan wordt de interesse van de gemiddelde festivalganger wel gewekt. Stilistisch is de film in ieder geval fantastisch. De manier waarop de zwart-witcinematografie wordt uitgebuit is niet alleen een kleine lust voor het oog, maar dankzij de jaren 70-look, de coolness en het feit dat de film zich hoofdzakelijk 's nachts afspeelt zou een andere keuze niet logisch zijn geweest. Hoewel de film Only Lovers Left Alive afgelopen jaar bewees dat de vampierenclichés niet altijd uit de kast getrokken hoeven te worden, had dat bij deze film zeker niet misstaan om op zijn minst wat meer horrorfacetten toe te voegen. A Girl Walks Home Alone at Night zoekt daarin de lijn tussen subtiliteit en over the top, maar is hier net te veilig in geweest. Desalniettemin is de film, alleen al om de mooie fotografie, de moeite best waard.

War Book (Tom Harper)

Zet een groepje mensen in één kamer en laat ze uitvoerig discussiëren over een bepaald onderwerp. Dat is de basis van War Book en natuurlijk doet dat denken aan het ongeëvenaarde 12 Angry Men en natuurlijk zullen er – al dan niet bewust – vergelijkingen tussen de films getrokken gaan worden. Maar dat is helemaal niet nodig, want War Book staat op zichzelf en snijdt een veel actueler thema aan: een Britse crisisgroep van het kabinet moet in een rollenspel bepalen hoe gereageerd moet worden in geval van een nucleaire aanval. De film wordt soms persoonlijk, maar weet tegen het einde vooral heel goed algemene standpunten van meerdere kanten te belichten. Omdat de camera logischerwijs bovenop de personages zit, de dialogen goed gevormd zijn en de cast het prima doet, kijkt War Book zeer vlot weg en weet het soms zelfs een beetje te kriebelen. Die missie is in ieder geval geslaagd.

Mita Tova (The Farewell Party, Sharon Maymon) 

mita nova

Films met oudere mensen in de hoofdrollen, doen het vaak goed op het IFFR. Natuurlijk heeft dit mede te maken met het publiek dat op die films afkomt, maar die films bevatten wel degelijk een stuk kwaliteit. Neem bijvoorbeeld Mita Tova, waarin een groepje ouderen het einde van hun leven nadert. Ze besluiten op geheel eigen wijze actie te ondernemen tegen het lijden waar zij, of enkele van hun vrienden, mee te maken hebben. Natuurlijk hoort dat bij die leeftijd, want op een bepaald moment begeeft een deel van je lijf het, maar moet je dan lijdzaam toezien hoe alles als een nachtkaars uitgaat? Zij vinden dus van niet en dat levert een aantal komische momenten op, het ene wat subtieler dan het andere, maar het vermaakt wel. Misschien is het nog belangrijker dat het de discussie over euthanasie aansnijdt op een grappige, doch zeer gemeende manier.