Het wielerjaar 2014 - deel 1: het voorjaar

Kletsnatte kinderkopjes, het afscheid van een oude vos en veel Nederlands succes: 2014 was opnieuw een bewogen wielerjaar. Aan spektakel geen gebrek. Er werd gevallen, er werd verloren, er werd geroddeld, er werd gevochten. Maar vooral werd er gefietst. Een terugblik op het afgelopen wielerseizoen, met vandaag het eerste van drie delen: het voorjaar.

Het was al in januari dat de eerste renners, die zich later tot de smaakmakers van het seizoen mochten rekenen, zich lieten zien. Nairo Quintana won de Tour de San Luis, Simon Gerrans ‘zijn eigen’ Tour Down Under. In Europa was het nog koud, maar op het zuidelijk halfrond kropen de eerste renners als vlinders uit hun cocon. De voorbode van een lang, spectaculair seizoen.

Het eerste serieuze Nederlandse succes kwam in februari. Niki Terpstra, de man die de grote etappedroogte in de Tour moest gaan doorbreken, toonde zich al vroeg in vorm door de Ronde van Qatar op zijn naam te schrijven. En Terpstra was niet de enige die uit zijn schulp kroop. In één week wonnen Froome, Valverde en Kwiatkowski allen een meerdaagse wedstrijd. Het seizoen was echt begonnen, en het was vooral Valverde die de zeges aaneen reeg in de eerste maanden van het jaar.

In maart begon het echte werk. Contador ontwaakte in de Tirreno-Adriatico, Rodríguez in Catalonië en Sagan en Degenkolb lieten zich zien in de Vlaamse voorjaarskoersen. Tussendoor pakte Terpstra zijn tweede mooie zege van het jaar – geheel in stijl, in zijn favoriete Dwars door Vlaanderen. Dertig kilometer lang voor een kudde op hol geslagen renners uitkoersen, laat dat maar aan hem over. En wat deed Niki? Niki nam de Vlaamse journalisten in het ootje met een nonchalante, maar tekstvaste vertolking van een in Nederland zeer bekend lied. En hij dacht: verdomd, ik win.

Fabian Cancellara op de Koppenberg tijdens de Ronde van Vlaanderen. (PRO SHOTS/George Deswijzen)

Even daarvoor had de eerste van de Vijf Monumenten een enigszins verrassende winnaar gekregen, zoals wel vaker gebeurt in Milaan-San Remo: Alexander Kristoff wist de Poggio te overleven en won de misschien wel zwaarste sprint uit de wielerhistorie. Niet veel later was daar het tweede monument en de man die moest winnen, won. Fabian Cancellara zat geïsoleerd in de Ronde van Vlaanderen, werd aangevallen, moest kopwerk doen, gaten dichtrijden en zélf aanvallen. Hij deed het met verve. Voor het tweede jaar op rij zegevierde Cancellara in Vlaanderens Mooiste. De huiskamervraag ‘Maar wie werd er tweede?’ zou voor de meeste wielervolgers weinig problemen op moeten leveren. Het antwoord: wie anders dan Greg Van Avermaet.

Niki Terpstra wint Parijs-Roubaix. (PRO SHOTS/George Deswijzen)

Tegenwoordig is het vaste prik: een week na Vlaanderen is Parijs-Roubaix, en de winnaar van de eerste koers is automatisch een van de favorieten voor de tweede. Maar tegen het blok van Omega Pharma-Quick-Step was simpelweg niet op te boksen. Kopman Tom Boonen had het onderweg lastig, maar met hulp van Zdeněk Štybar en vooral Niki Terpstra zat hij in de finale weer vooraan. Wat Terpstra daarna deed, is eigenlijk alleen te beschrijven met een term die vooral bij de Zuiderburen gebezigd wordt: hij muisde ervanonder. Het was niet eens echt een aanval, hooguit een tempoversnelling – misschien dat Sagan, Degenkolb, Cancellara en Vanmarcke daarom niet reageerden. Feit was dat de vogel gevlogen was en dat Terpstra zijn ereronde mocht rijden op de wielerpiste van Roubaix. Het droomscenario voor elke Nederlandse liefhebber. Of, zoals De Mart vanuit zijn commentaarhok zei: een krentenbrood van een wedstrijd. Wat dat ook moge betekenen.

Samenvatting van Parijs-Roubaix. (NOS)

Terwijl de pure klimmers zich klaar begonnen te stomen voor de grote rondes, verzamelden de punchers zich in en rond de Ardennen voor een serie heuvelklassiekers. Gilbert bewees zijn goede vorm in de Brabantse Pijl en pakte en passant de winst in de Amstel Gold Race, Valverde toonde zich de sterkste in de Waalse Pijl. Het was allemaal slechts een opmaat naar het laatste monument van het voorjaar, Luik-Bastenaken-Luik. Maar laten we het niet mooier maken dan het is: het was de saaiste La Doyenne in jaren. De slotkilometer maakte echter een hoop goed. De vluchters hielden het beangstigend lang vol, Daniel Martin leek er met de bloemen vandoor te gaan maar gleed in de allerlaatste bocht op zijn snufferd en Simon Gerrans sprintte naar misschien wel zijn mooiste zege uit zijn carrière.

Daarmee zat het voorjaar erop. Een groot deel van het peloton kroop weer even terug in de cocon, om zich optimaal voor de kunnen bereiden op de grote rondes. Het was, zeker door een oranje bril gezien, een fantastisch voorjaar. En het seizoen was eigenlijk nog maar net begonnen.