FOK! Partijprogramma's deel 2: Onderwijs

De verkiezingen zijn nog maar een paar dagen verwijderd. De partijprogramma's zijn je de afgelopen weken om de oren gevlogen en de ene partij maakt er nog een mooier, spannender en ingewikkelder verhaal van dan de ander. Om je een handje te helpen bij je uiteindelijke partijkeuze heeft FOK! van de grootste partijen de partijprogramma's doorgenomen en drie belangrijke vraagstukken met elkaar vergeleken. Tot aan de verkiezingen kan je hier de grote verschillen en overeenkomsten lezen over de onderwerpen buitenlandbeleid, zorg en onderwijs.

Onderwijs

Onderwijs is altijd een punt geweest waarop partijen zich willen profileren en ook dit keer laat men zich niet onbetuigd; alle partijen hebben grootse plannen. 

Aan de schaalvergroting in het onderwijs moet een einde komen, dit is de wens van alle partijen. De SP gaat zelfs nog wat verder en wil opsplitsing van grote scholen stimuleren. De VVD schaft slechts de financiële prikkels om te fuseren af.

De scholen zelf moeten praktijkgerichter worden vinden alle partijen, er moet meer aandacht komen voor opleidingen die goed aansluiten op de arbeidsmarkt, het bedrijfsleven moet een grotere rol gaan spelen in het beroepsonderwijs en er moeten ambachtsscholen worden opgezet. De rol van het bedrijfsleven varieert wel enigszins van partij tot partij. De SP verwacht goed overleg, de VVD ziet een rol van het bedrijfsleven voor de klas en een vinger in de pap bij het opstellen van het curriculum. De SP is fel gekant tegen sponsoring en reclame op en van scholen.

Basisbeurs of Sociaal Leenstelsel is de keuze die de volgende periode gemaakt dient te worden en hier tekent zich een splitsing af tussen de partijen. VVD, PVDA, D66 en GroenLinks zijn voorstander van een sociaal leenstelsel, hiermee maken zij geld vrij voor verdere investeringen en leggen ze de verantwoordelijkheid van de opleiding bij de student zelf. Wel worden er maatregelen getroffen dat deze schuld niet eeuwig boven het hoofd blijft hangen en zet oa GroenLinks zich er voor in om deze schuld niet een belemmering te laten zijn voor het verkrijgen van bijvoorbeeld een hypotheek. De VVD ziet hier ook de mogelijkheid voor studenten om niet te lenen maar zich door bedrijven te laten sponsoren

Aangezien de student zijn eigen studie financiëert is er ook geen belemmering meer voor deze partijen om, na volledige invoering van het leenstelsel, het stapelen van studies gemakkelijk toe te staan tegen de wettelijke collegegelden en om de langstudeerboete af te schaffen.

Dit laatste is ook het standpunt van de SP. Deze partij is echter voor het behoud van de basisbeurs, evenals de PVV, ChristenUnie en het CDA die echter niets zeggen over de boete.

De VVD is dé grote voorstander als het gaat om het zwaaien met zakken geld in ruil voor kwaliteit. Zo moeten basisscholen gekort worden als ze in kwaliteit tekort schieten, worden MBO-opleidingen alleen nog volledig gefinanciëerd als ze kans bieden op een baan en als de school samenwerkt met ondernemers, krijgen scholen boetes als ze spijbelaars niet melden en krijgen leraren prestatiebonussen. Schoolleiders worden strenger afgerekend op hun personeelsbeleid. Andere partijen als SP en PVDA zien niets in prestatiebeloningen en zien meer in het afschaffen van de nullijn voor salarissen. Iets waar GroenLinks ook voorstander van is, maar dan wel pas na 2014.

Bijscholing, bijscholing, bijscholing. Alle partijen hameren hierop, is het niet de bijscholing die leraren verplicht moeten gaan volgen (op straffe van diverse sancties en geregistreerd in een centraal register), dan is het wel het wegwerken van taal- en rekenachterstanden door middel van voorscholen, nascholen en zomerscholen. Het PVDA wil door middel van buitenschoolse bijscholing en door middel van zomerscholen het aantal zittenblijvers omlaag brengen. D66 stelt een recht op onderwijs vanaf 2,5 jaar voor en Werklozen die geen startkwalificatie hebben moeten verplicht een opleiding volgen. Werknemers moeten meer in staat worden gesteld om avond- en deeltijdstudies te volgen, het stapelen van diploma's moet worden gestimuleerd (GroenLinks) en bedrijven worden verplicht om één stageplek per vijftig werknemers te leveren met beloningen als dat er meer zijn (GroenLinks). 

De ChristenUnie stelt dat bijzonder onderwijs niet aan getornd mag worden, de PVV is het daar volmondig mee eens, wel moeten alle islamitische scholen dicht en worden hoofddoekjes op school verboden.

SP wil graag burgerschapskunde en maatschappijleer uitbreiden, de PVV wil veel vaderlandse geschiedenis en het volkslied op school en stelt een anti-pestbeleid verplicht.

GroenLinks wil graag experimenteren met Junior Colleges voor kinderen tussen de elf en veertien die daarna recht hebben op elk type vervolgonderwijs. D66 ziet graag dat er meer ruimte is voor het inrichten van eigen onderwijsvormen en ook de VVD ziet daar wel brood in. SP, PVV en PVDA willen niet snijden in passend onderwijs, waar D66 meldt dat ze de bezuinigingen daarop gelukkig al hebben afgeschaft. 

Veel partijen zien ook een grotere rol van de school weggelegd voor buitenschoolse opvang, GroenLinks wil de scholen open hebben van 07:00 tot 19:00. De meeste partijen stellen ook een grotere participatie van ouders op de school van hun kinderen voor in hun programma.

Als je alle programma's naast elkaar legt en kijkt naar de verschillen en overeenkomsten tussen de partijen dan lijkt de inzet voor wat betreft onderwijs tijdens de formatie voornamelijk over de basisbeurs te zullen gaan en daarvan afhankelijk de langstudeerboete. Welke partij zal moeten inschikken?