Ronaldo Luis Nazário de Lima

Afgelopen weekend gaf Ronaldo Luis Nazário de Lima, bij iedereen beter bekend als Ronaldo, aan dat hij stopt met voetballen. FOK!sport zal nog één keer terugblikken op de imposante voetballoopbaan van Het Fenomeen.


Clubvoetbal

De profcarrière van Ronaldo begon op zestienjarige leeftijd bij het Braziliaanse Cruzeiro EC. Na dertig wedstrijden, waarin de aanvaller zestien keer het doel wist te vinden, maakte Ronaldo de overstap naar het Europese vasteland. Jort Tys, destijds scout van PSV, ontdekte de Braziliaan en de Nederlandse ploeg haalde het talent naar Eindhoven. Ajax deed ook pogingen om Ronaldo te halen, maar de Braziliaan verkaste naar Eindhoven. Door zijn transfer stapte Ronaldo in de voetsporen van Romário, die op zijn beurt tussen 1989 en 1991 tot 67 wedstrijden kwam in het shirt van PSV. Ronaldo kwam in Eindhoven tot 57 wedstrijden, waarin hij maar liefst 54 keer wist te scoren. In het seizoen 1994/95 werd de spits met dertig doelpunten topscorer van de Nederlandse competitie. Zijn sterke spel in Nederland leverde Ronaldo in de zomer van 1996 een transfer op naar FC Barcelona. De Spaanse grootmacht nam de aanvaller over voor 34 miljoen gulden.

Voor Barcelona kwam de Braziliaan slechts één seizoen in actie. Toch wist Ronaldo in deze korte tijd, hij kwam tot 37 wedstrijden, maar liefst 34 keer het net te vinden. Daarmee wist de aanvaller de Trofeo Pichichi, de prijs voor de topscorer van de Primera División, te winnen. Ook won de Braziliaan met Barcelona de Europa Cup II. In de finale, tegen het Franse Paris Saint-Germain, scoorde hij vanaf de penaltystip het enige doelpunt van de wedstrijd. In zijn tijd bij Barcelona werd Ronaldo, pas twintig jaar, zowel in 1996 als in 1997 benoemd tot Wereldvoetballer van het Jaar.


Ronaldo benut de strafschop tegen Paris Saint-Germain (Wikicommons/Clio64)

 

Het Braziliaanse supertalent maakte in de zomer van 1997 een megatransfer naar de Serie A. Internazionale nam Ronaldo voor maar liefst 75 miljoen gulden over van Barcelona. In zijn eerste seizoen had Ronaldo in Christian Vieri een grote concurrent voor de spitspositie. Toch maakte hij zijn reputatie opnieuw waar, aangezien de Braziliaan in zijn eerste seizoen tot 25 competitiedoelpunten kwam. Na dit seizoen kende Ronaldo erg veel blessureleed. Toen hij na een zware knieblessure en maandenlang revalideren zijn rentree maakte op het veld, zakte hij na een paar minuten opnieuw door diezelfde knie. De Braziliaan moest opnieuw twintig maanden revalideren en zodoende maakte hij pas in april 2002, bijna vier jaar na zijn eerste blessure, zijn rentree voor Internazionale. Tijdens de kwartfinale van de UEFA Cup tegen Feyenoord speelde Ronaldo als invaller twintig minuten mee. Na afloop van het seizoen 2001/02 verdiende Het Fenomeen, mede door een oersterk WK, een transfer naar het ambitieuze Real Madrid.

De Spaanse ploeg trok eerder Luís Figo en Zinédine Zidane aan. Het team, dat bijna volledig uit stervoetballers bestond, kreeg de toepasselijke bijnaam Los Galácticos (De Buitenaardsen). Op 6 oktober 2002 maakte Ronaldo zijn debuut voor het sterrenteam. Hij viel in de derde minuut in en binnen een kwartier had de Braziliaan al tweemaal gescoord. Ronaldo kwam in zijn eerste drie seizoenen voor Real Madrid 97 wedstrijden in actie, waarin hij maar liefst 68 doelpunten wist te scoren. Toch waren de fans van De Koninklijke niet gecharmeerd van Ronaldo. Ondanks zijn vele doelpunten en sterke spel zagen de fans meer de negatieve kanten van de spits. Zo wordt hij vaak afgerekend op zijn blessureleed en overgewicht. De supporters van Real Madrid geven Ronaldo zelfs de bijnaam El Gordo (De Dikke). In zijn laatste jaren werd Ronaldo steeds vaker buiten de selectie gelaten wegens zijn overgewicht en de Braziliaan ging nadenken over een mogelijk vertrek uit Madrid. Op 30 januari 2007 werd bekendgemaakt dat Ronaldo per direct de overstap maakte naar AC Milan. Hij hoopte met deze overstap de draad weer op te pakken.

Hij keerde terug naar het stadion, waar hij jaren terug met Internazionale uitstekend presteerde. Bij AC Milan kreeg de vedette rugnummer 99. Hij werd in Milan direct op handen gedragen en de fans noemden hem weer Het Fenomeen. In het resterende seizoen van 2007/08 liet Ronaldo zien nog altijd tot de beste voetballers van de wereld te behoren. Hij wist in zijn eerste veertien wedstrijden zeven doelpunten te maken en liet een sterke indruk achter. Ook wist AC Milan in deze periode de Champions League te winnen, maar Ronaldo mocht niet aantreden omdat hij eerder voor Real Madrid in het kampioenenbal uitkwam. In het begin van het seizoen 2007/08 begonnen de blessures weer parten te spelen en daardoor lag Ronaldo voortdurend uit de roulatie. Hij speelde in de eerste helft van dit seizoen slechts één duel. Op 13 januari 2008 maakte Ronaldo zijn langverwachte rentree voor Milan en hij luisterde dit meteen op met twee doelpunten. Een maand later sloeg opnieuw het noodlot toe. In de competitiewedstrijd tegen Livorno scheurde de spits zijn kruisband af van zijn linkerknie.

PSV bood Ronaldo in de zomer van 2008 de mogelijkheid aan om in Eindhoven te revalideren na zijn knieblessure en vervolgens weer aan de slag te gaan bij de Nederlandse ploeg. Ronaldo bedankte daarvoor en vertrok in 2009 terug naar zijn vaderland. Daar tekende hij een contract bij Corinthians. Begin maart 2009 was Ronaldo voldoende hersteld van zijn zware knieblessure om zijn debuut te maken voor de Braziliaanse ploeg. In het bekerduel tegen Itumbiara EC kwam hij als invaller binnen de lijnen. In totaal speelde hij veertien wedstrijden voor Corinthians, waarin hij maar liefst 22 doelpunten wist te scoren.


Ronaldo wordt gepresenteerd bij Corinthians (Wikicommons/Agência Brasil)

 

Interlands

Ronaldo kwam voor het Braziliaanse elftal uit op drie verschillende WK's. In 2002 wist hij met zijn land het WK in Japan en Zuid-Korea te winnen. Tevens won hij met De Kanaries in 1997 en 1999 de Copa América. Op de Olympische Spelen van 1996 wist hij met zijn land de bronzen medaille te winnen. Tevens won Ronaldo met Brazilie in 1997 de Confederations Cup.

Ronaldo was in 1996 en 1997 benoemd tot Wereldvoetballer van het Jaar en zodoende werd er tijdens het WK 1998 in Frankrijk erg veel verwacht van de Braziliaan. Hij voldeed aan de verwachtingen en scoorde in de aanloop naar de finale viermaal. Tijdens de eindstrijd tegen Frankrijk wist hij zijn niveau echter niet te halen wegens een epileptische aanval. Frankrijk, met een sterke Zinédine Zidane, won vervolgens simpel met 3-0 van de Brazilianen.

Vier jaar later verging het Ronaldo nog beter. Hij was net op tijd fit om het WK 2002 in Japan en Zuid-Korea niet aan zich voorbij te laten gaan. Hij werd in de Aziatische landen met acht treffers topscorer van het toernooi en won met Brazilië in de finale met 2-0 van Duitsland. Beide doelpunten werden gemaakt door Ronaldo.

Op het WK 2006 in Duitsland was Ronaldo er voor de derde maal bij. Pas in de derde groepswedstrijd tegen Japan scoorde de Braziliaan zijn eerste doelpunten. In de achtste finale tegen Ghana wist Ronaldo opnieuw te scoren en dit betekende zijn vijftiende WK-doelpunt ooit. Daarmee verbrak hij het record van de Duitser Gerd Müller en werd hij leider in het all-time-klassement van WK-topscorers. Toch wist Ronaldo met zijn land de finale niet te halen. Frankrijk, met opnieuw een uitblinkende Zidane, was met 1-0 te sterk. Tegen de Franse ploeg speelde Ronaldo tevens zijn laatste interland voor de Seleção