[Historisch] Monza 1970

Dit jaar is het 40 jaar geleden dat Jochen Rindt werd gedood tijdens een crash in de training van de Grand Prix van Italië. Hij is de enige postume wereldkampioen in de geschiedenis van de Formule 1. FOK!user sasquatsch maakte een special over hem.

Jochen Rindt werd in Mainz in Duitsland geboren, maar toen zijn ouders omkwamen tijdens een bombardement op Hamburg in de Tweede Wereldoorlog werd hij opgevoed door zijn grootouders in Graz, Oostenrijk. Hoewel hij nooit de Oostenrijkse nationaliteit aannam, reed hij zijn hele carrière op een Oostenrijkse racelicentie.

Rindt maakte zijn Formule 1 debuut tijdens de Grand Prix van Oostenrijk in 1964, zijn enige Grand Prix dat jaar, voor het team van Rob Walker in een Brabham. De daarop volgende jaren reed hij voor Cooper voordat hij in 1968 voor Brabham ging rijden. Tijdens dat seizoen wist hij slechts twee keer te finishen. In vier jaar Formule 1 had hij nog geen race gewonnen. Sommigen vroegen zich af of hij ooit een race zou winnen. Onder hen de beroemde journalist Dennis Jenkinson, die bezwoer zijn baard af te scheren als Rindt ooit een Grand Prix zou winnen.


Jochen Rindt (Foto: Lothar Spurzem)

Maar Rindt wilde meer dan dat. Hij wilde wereldkampioen worden. Daarom tekende hij een contract om in 1969 voor Lotus te rijden. Rindt zei hierover: "Ik weet dat ik bij Brabham langer zal leven, maar ik wil wereldkampioen worden." Lotus stond er, zeker in die tijd, om bekend dat de wagens vaak crashten door een technische oorzaak, soms met dodelijke afloop. Graham Hill zei daarover, nadat hij in 1968 niet minder dan negen ongelukken met een Lotus overleefde: "Als ik in een race wordt ingehaald door een wiel, weet ik dat ik in een Lotus zit."

In zijn eerste seizoen in de Lotus overleefde Rindt twee zware ongelukken, won de Grand Prix van de Verenigde Staten op Watkins Glen (waardoor Jenkinson zijn baard afschoor) en eindigde als vierde in het kampioenschap. Het jaar erop 1970 begon veel beter, zeker na de komst van de nieuwe Lotus 72. Met wat geluk wist hij de Grand Prix van Monaco te winnen met de oude Lotus 49C, maar met de nieuwe Lotus 72 won hij vier Grands Prix op rij.

Toen de 28-jarige Rindt aankwam op het circuit van Monza voor de Grand Prix van Italië, de tiende race van het seizoen, had hij twintig punten voorsprong op Jack Brabham en Jacky Stewart. En met nog vier Grand Prix te gaan was hij na winst in Monza niet meer te achterhalen.

Om op Monza de 25 kilo lichtere Ferrari's voor te kunnen blijven liet Rindt de achtervleugels van zijn Lotus 72 verwijderen. Zijn voorbeeld werd gevolgd door zijn teamgenoot John Miles, maar na een mislukte eerste training, met een spin in de Parabolica, besloot deze op zijn besluit terug te komen. Ook Rindt vond de wagen tijdens het remmen wat onrustig. Toch was hij bereid dit risico te nemen. Rindt zei hierover: "Ik wil op Monza graag wereldkampioen worden. Vanuit reclameoogpunt zit er dan voor mij veel meer in, dan dat ik pas in de Verenigde Staten wereldkampioen wordt."

Tijdens de volgende training reed Jochen vier ronden in de slipstream van Dennis Hulme. Iedere ronde verbeterden beide coureurs hun tijden. In de vijfde ronde nam Jochen Rindt de leiding over van Hulme en op vijftig meter van elkaar kwamen ze de Curva di Vialone uit. In de vijfde versnelling en met een vaart van 290 kilometer per uur raceten de twee wagens af op de Parabolica af.

Hulme zag het ongeluk gebeuren. Toen Rindt begon te remmen begonnen de voorwielen van zijn Lotus te slingeren. De Lotus schoot met een snelheid van 200 kilometer per uur de vangrail in. De auto werd terug de baan op geslingerd en sloeg over de kop. Honderd meter verderop kwam de auto tot stilstand, in twee stukken gebroken.

Rindt werd uitsluitend door een schoudergordel op zijn plaats gehouden omdat hij geen heupgordel droeg. Hierdoor schoot hij na de eerste klap naar voren waardoor het stuurwiel zijn borstkas indrukte. De kleine voorruit sneed zijn luchtpijp door. Al tijdens de rit naar het hospitaal op het circuit begon de dokter met reanimeren. De circuitarts wilde dat Rindt, die al worstelde met de dood, naar de kliniek in Milaan werd gebracht. Omdat er geen helicopter beschikbaar was en doordat de ambulance tijdens de rit naar Milaan de politie-escorte kwijtraakte en verdwaalde, was Jochen Rindt al dood toen hij bij het ziekenhuis aankwam.

Na een minuut stilte gehouden te hebben voor hun overleden collega, ging de volgende dag de race gewoon van start, zonder de Lotus coureurs. De race werd gewonnen door Clay Reggazoni, voor Jackie Stewart. "Ik wilde niet rijden" verklaarde hij later. "Maar de racerij eraan geven wilde ik nog minder. Ik weet dat het een stompzinnig gedoe is, maar het is de enige business waar ik verstand van heb."

Het onderzoek van het Italiaanse Openbaar Ministerie leverde op dat tijdens het remmen voor de Parabolica de remschoen rechtsvoor was afgebroken. Colin Chapman beweerde dat de remschoen pas na het ongeluk zou zijn afgebroken. Hij schoof de schuld op de ontbrekende achtervleugels. Zonder deze vleugels zou de neerwaartse druk op de achterwielen te klein zijn geweest.

Op de beweringen van een baancommissaris - " ... eerst raakte een van de voorwielen van de Lotus los." - werd geen acht geslagen. Jochen Rindt's dood zou echter veroorzaakt zijn door de slechte vangrails langs het circuit. Ecclestone, toentertijd manager van Rindt, verklaarde later dat met de veiligheidseisen die we tegenwoordig kennen Rindt nog geleefd zou hebben.

Voor Ecclestone was dit de tweede samenwerking met een Formule 1 coureur die tragisch uitpakte. In 1958 verongelukte Stuart Lewis-Evans, eveneens gemanaged door Ecclestone, tijdens de Grand Prix van Marokko. Over Ecclestone zei Rindt ooit de profetische woorden: "Je moet kleine mensen zoals Bernie Ecclestone in de gaten houden... hij heeft grote ambities en de wil om die te realiseren."

Rindt was de eerste persoon die Ecclestone Bernie noemde, daarvoor noemde iedereen hem Bernard. Rindt was ook diegene die Ecclestone voorstelde om vennoot te worden in het Brabham team, toen eigendom van zijn vriend Ron Tauranac, zodat ze samen dat team weer naar de top konden brengen.

Aan het slot van het seizoen werd Jochen Rindt postuum uitgeroepen tot wereldkampioen Formule 1 van het jaar 1970. Hij was de eerste en tot nu enige coureur die na zijn dood nog wereldkampioen werd. Zijn collega, Le Mans winnaar Masten Gregory, aan het graf van Rindt: "Nu heeft hij toch datgene bereikt waarnaar hij altijd had verlangd."

Submitter: sasquatsch