Call of Duty: WW2

Oscar.

Boots on the ground. Hoe vaak ik niet dat PR-zinnetje heb gehoord de maanden voor de launch van Call  of  Duty. Samen met de terugkeer van het Tweede Wereldoorlog-thema waren mijn verwachtingen hooggespannen. Helaas vervalt de singleplayer al snel terug in zijn eigen val en de multiplayer doet niet veel anders dan vroeger.

Activision heeft er alles aan gedaan om iedereen ervan te overtuigen dat de serie met Call  of  Duty: WW2 een geheel nieuwe weg is ingeslagen. Terug naar waar de serie ooit is begonnen, terug uit de ruimte en naar de echte werkelijkheid. En dat gaat vooral in het begin goed, voor zowel de single- als multiplayer. Maar het gaat overal mis na een paar uur...

Neem nou de singleplayer. De landing bij Normandië grijpt je bij de ballen. Lichamen die overal in de lucht vliegen, ledematen die spoorloos zijn, de continue druk van de machinegeweren, het zorgt er allemaal voor dat je met een bloeddruk van 200 in de game zit. De realiteitswaanzin wordt na een paar levels al uit het raam gegooid met stukken waar je moet racen met auto’s en in een vliegtuig alles kapot moet schieten. Was ik er net aan gewend dat je eindelijk weer geen supersoldaat bent die vanzelf weer gezond wordt (er zijn namelijk weer healtpacks die je kunt oppakken), ga je toch weer de Rambo uithangen.

Om het toch enigszins fris te houden en je het gevoel te geven dat in het leger zit, werk je samen in een squad van soms twee tot vier andere personen. Dit keer hebben ze ook daadwerkelijk een taak in plaats van nutteloos rond te rennen, ze geven je namelijk allerlei soorten dingen zoals ammunitie en healthkits of aanwijzingen waar de vijand zit. Deze ‘functies’ worden geactiveerd door Duitsers te slachten in plaats van tijdsgebonden. Dus terwijl jij moffen over de kling aan het jagen bent, zitten zij te breien om jou beter te laten spelen. Gelukkig zit er qua verhaal meer dynamiek in het team, want anders had je ze net zo goed naar het oostfront kunnen sturen.

Je speelt de singleplayer dan ook voor het verhaal en dat is meer dan goed. Activision heeft meer dan zijn best gedaan op de cutscenes en die zijn bijna levensecht te noemen. Naast de grote over-de-top momenten zijn er ook missies waarbij je eindelijk eens iets anders doet, zoals stilletjes infiltreren in een Nazi gebouw waarbij je mensen ook daadwerkelijk moet ondervragen. Je krijgt van te voren een achtergrond verhaal en dat moet je goed onthouden. Geef je het verkeerde antwoord, dan is het ook meteen einde oefening. Hiermee laat Activision zien dat ze wel durven innoveren, maar niet durven verder te gaan. Net zoals de stealthmissies, die zijn er nu. Maar gelukkig mag je die wel verkloten.

De grootste innovatie van de multiplayer zit hem in de War-modus. Hierbij speel je verschillende missies achter elkaar die zich steeds in een ander deel van de map afspelen. Uiteraard heeft Activision goed gekeken naar Battlefield en Overwatch, want de deelmissies zoals ‘escort de tank’ en ‘bouw een brug’, zijn natuurlijk niet geheel nieuw. Waar Activision direct het mes op de concurrentie had kunnen zetten, was als ze met meer dan drie maps waren gekomen. Hoewel de missies leuk zijn, is het nu een beetje vlees noch vis. Had gewoon meer War-maps gemaakt, dan was het allemaal indrukwekkender geweest.

De andere grote verandering zijn The Divisions. Het Pick-10 systeem is uit het vliegtuigraam gemieterd. Je kunt nu een bepaalde divisie kiezen en elke divisie heeft zo zijn eigen perks. In de praktijk zie je dat iedereen voor Infantry en Airborne kiest, want de gameplay van de multiplayer is nog steeds als vanouds. Je rent, je probeert iemand kapot te schieten en gaat weer verder. De maps zijn kleiner dan vroeger en dat komt doordat je uiteraard niet gekke capriolen kunt uithalen. Je merkt dat iedereen voor de PPSH en BAR kiest omdat je daarmee in de claustrofobische ruimtes het makkelijkst moorden aan elkaar rijgt. Er komt geen tactiek bij kijken, precies wat je van Call of Duty kan verwachten.

De laatste verandering is de social hub. Hier vertoef je tijdens het wachten tussen de games in. Je kunt hier je opdrachten activeren, filmpjes kijken die Activision gemaakt heeft, oefenen met Kill Streaks je inschrijven voor potjes 1-tegen-1 en oude games uit de Atari 2600 tijdperk van Activision spelen. Verder kun je en plein public je lootboxes bekijken zodat iedereen zich kan suf staren op wat jij net gewonnen hebt. Gelukkig zijn het alleen skins die je kunt winnen, maar van mij had het allemaal niet gehoeven.

Call  of  Duty: WW2 doet precies zoals je van een Call of Duty-game mag verwachten. De singleplayer begint goed, pakt daarna het standaardriedeltje op en probeert hier en daar vernieuwend te zijn. De multiplayer is van hetzelfde niveau en hoewel de nieuwe War-modus een welkome toevoeging is, hoop ik dat het volgend jaar echt het roer om gaat. Deze blast from the past is voor één keer leuk, maar volgend jaar moet er echt verandering in komen.

Pluspunten
Minpunten
  • Bombastische singleplayer
  • War-modus in de multiplayer
  • Om sommige momenten echt over de top
  • Stomme lootboxes
Gespeeld op PlayStation 4, ook verkrijgbaar voor Xbox One en pc.