Guillermo del Toro's Pinocchio is bijna briljant

Na een grof mislukte Disney-vernieuwing van het welbekende verhaal een paar maanden voor Guillermo del Toro's visie werden de verwachtingen hooggespannen. Zou het de Mexicaanse cineast wel lukken om wederom op een boeiende manier deze vertelling naar de mensen te brengen? Het antwoord daarop is een volmondige 'ja', maar wel met een kanttekening. Als er namelijk om de excellente manier van het gebruik van stopmotion wordt heengekeken, heeft ook deze verfilming een flinke spanningsboog nodig om het tot het einde vol te houden.

De film vertelt het aloude verhaal van Gepetto die, dit keer nog duidelijker gemaakt door een uitgebreide introductie, na het verlies van zijn zoontje zich volledig stort op de houtbewerking waar hij zijn geld mee verdient. Zijn wens is om zijn zoontje na te maken met hout, maar het houten figuur, genaamd Pinocchio, komt tot zijn verrassing in een nacht tot leven. Lukt het Gepetto om zijn nieuwe zoon in de maatschappij te laten passen? Daarnaast moet hij hem ook beschermen van het Italië van Mussolini, want de achtergrond is ditmaal de fascistische jaren 30.

In 2017 leek er slecht nieuws te zijn voor deze productie, toen Del Toro bekend moest maken dat het project was geschrapt. Gelukkig kwam bijna precies een jaar later de aankondiging van Netflix dat zij de regisseur hadden aangesteld om verder te gaan en er een stop-motionfilm van te maken. Het enthousiasme rondom de eerste conceptbeelden worden volledig waargemaakt. Deze manier van filmmaken kost zo ontzettelijk veel tijd dat er nagedacht moet worden over elk frame, aangezien een scene van een paar seconden zomaar een aantal dagen kan duren om op beeld te krijgen. Het blijft verwonderlijk dat deze manier van filmmaken in 2022 nog steeds niet is uitgestorven en dat Netflix de gok aandurfde om toch weer een productie op deze manier groen licht te geven. Het levert een adembenemend mooi beeld op, waarbij vooral de actiescènes opvallen door hun mate van tempo die onverwacht is voor stop-motion.

Ook zijn er ook zeer goede keuzes gemaakt in de casting van de stemacteurs. Ewan McGregor blijkt een uitermate goede verteller te zijn in de vorm van Jiminy Cricket. Ook hier is overigens, met oog op de Disney-variant uit 1940, een interessante verandering aangebracht. Cricket is ditmaal bezig aan een autobiografie en kiest toevallig de boomstronk waarvan Pinocchio gemaakt wordt om daarin zich te vestigen voor het schrijven van zijn magnum opus. Alhoewel McGregor soms misschien iets beter gecoacht had kunnen worden in zijn studio, blijft het de gehele duur een feest om te luisteren naar de emotie die hij in het personage brengt. Daarnaast is er bij geen enkele stem een herkenning die zo groot is dat het afleidt van het verhaalverloop, iets wat wel steeds vaker lijkt voor te komen door het casten van grote acteurs in zeer belangrijke stemrollen. Huishoudnamen als Christoph Waltz, David Bradley en Tilda Swinton stelen ook absoluut de show.

Een speciale vermelding is op zijn plaats voor Alexandre Desplat, die het verdient om voor zijn score erkenning te krijgen. De muziek brengt het verhaal op een de juiste, subtiele manier een heel stuk verder en brengt zwaarte op het moment dat dit nodig is voor het verhaalverloop.

Wel is de keuze binnen die verhaallijn zeker iets om aanmerkingen over te hebben. Scenarioschrijver Patrick McHale schreef hem samen met Del Toro en daar lijken de heren hun focus enigszins kwijtgeraakt te zijn toen ze bij het slotstuk aan waren gekomen. Het wordt op den duur steeds lastiger om  sympathie op te brengen voor zowel Pinocchio als Gepetto, iets waar het origineel uit 1940 overigens ook veel last van had. Het mag echter de pret niet drukken, want op een moment waarop de verslapping en traagheid van de lijn te serieus lijkt te worden, komt er een zeer interessante twist in het verhaal die doet vergeten dat er een trage derde akte in de film zat.

De visie van Guillermo del Toro's Pinocchio is heel duidelijk; een verfrissende, nieuwe blik op een bekend verhaal met de welbekende raarheid zoals alleen deze regisseur en scenarioschrijver die in zijn films weet te brengen. Het is knap om te zien dat zelfs in een verfilming van een kinderboek er nog altijd een parallel te trekken valt naar zijn eerdere werk in onder andere Pan's Labyrinth en zelfs The Shape of Water. Ook al moest Del Toro dit keer het regisseursstoeltje delen met Mark Gustafson, het doet niet af aan een film die bijna briljant is. 

De film is vanaf nu te zien op Netflix.