House of the Dragon haast zich door de geschiedenis van Westeros

De laatste seizoenen van Game of Thrones, die qua verhaallijn moesten leunen op weinig meer dan een "en dit gaat er ongeveer in de volgende boeken gebeuren"-samenvatting van schrijver George R.R. Martin, werden een stuk minder positief ontvangen dan de seizoenen die gebaseerd waren op de reeds uitgebrachte boeken in de A Song of Ice and Fire-serie. Eén van de (vele) kritiekpunten was dat de serie ineens een veel hoger tempo aanhield, alsof de makers maar wat graag een einde aan de serie wilde maken, terwijl de geleidelijke karakterontwikkeling en zorgvuldige verhaalopbouw altijd juist de sterke punten in de serie waren.

Dat snelle tempo, waarin de serie snel door de fictieve tijdlijn beweegt, lijkt ook te zijn waar de makers van House of the Dragon, althans in het eerste seizoen, voor kiezen. Op meerdere momenten springt het verhaal tussen afleveringen een aanzienlijke periode vooruit, alsof het begin van de serie slechts een noodzakelijk kwaad is, een prelude voor het eigenlijke verhaal. Het effect ervan is bovendien dat een aantal belangrijke personages, geïntroduceerd in de eerste aflevering, op een later moment plotseling door andere, want oudere, acteurs wordt gespeeld. Samen met de relatieve oppervlakkigheid van de vertelling leidt dat ertoe dat deze Game of Thrones-prequel niet dezelfde interesse wekt als die voorganger.

House of the Dragon: Paddy Considine en Milly Alcock
Paddy Considine als Viserys en Milly Alcock als Rhaenyra

In House of the Dragon begint de verhaallijn zo'n 200 jaar voor de eerste aflevering van Game of Thrones. De familie Targaryen, de drakenfamilie uit de titel, is aan de macht en weet deze vast te houden door de controle over een stel draken, waarop alleen de familieleden kunnen vliegen en die op commando een groep vijanden kunnen onderdompelen in een vlammenzee. De beesten zijn het ideale wapen, zoals Daenerys Targaryen ons in die andere serie al liet zien. Het vasthouden van de macht is echter niet alleen een kwestie van militair sterk staan, maar ook van politiek en strategisch een goede basis hebben. In deze simpele wereld, waar een koning met slechts een handvol adviseurs het ganse land bestuurt, betekent dat voornamelijk dat er een troonopvolger moet zijn om de macht binnen de familie te houden en in de zes afleveringen die de pers mocht bekijken is er geen centraler thema dan de vraag welke Targaryen de scepter uiteindelijk zal overnemen van Viserys I Targaryen (Paddy Considine), die zelf de positie overigens pas in de eerste aflevering inneemt.

Vanaf de opening van het seizoen lijkt al centraal te staan dat het een strijd om de troon wordt tussen zijn broer Daemon (Matt Smith) en zijn dochter Rhaenyra (Milly Alcock, later Emma D'Arcy). Een strijd die bovendien het andere thema van House of the Dragon introduceert: de rol van vrouwen in een koninklijk huishouden. De eerste aflevering onderstreept, en de afleveringen erna blijven bevestigen, dat vrouwen bedoeld zijn om koningen te baren, maar vooral niet om zelf op te troon te zitten. Dat maakt het gebrek aan mannelijke nakomeling pijnlijk voor Viserys, die in staat blijkt grote offers te brengen om toch dat ideaaldoel te bereiken.

Dochters zijn verder vooral nuttig om uit te huwelijken aan andere strategische partners; een thema dat bekend is uit Game of Thrones, waar trouwen om liefde ook vooral dient als contrast tegen het samenvoegen van families om politiek sterker te staan. Het levert in Hot D (zoals Martin het noemt) situaties op waarin een volwassen man een meisje van 12 vertelt dat ze zich pas over twee jaar zorgen hoeft te maken over het consumeren van een eventueel huwelijk, of waarin een jonge Rhaenyra een reeks mannen (en jongens) op audiëntie krijgt omdat er nu eenmaal getrouwd moet worden. In beide gevallen lijken de personages overigens niet écht geïnteresseerd in het geheel, en het is maar de vraag of dat niet gewoon komt door desinteresse van de cast zelf. Het meerendeel van de acteurs lijkt niet echt te geloven in het verhaal of de wereld, en maar weinigen lijken van plan te zijn een memorabele rol neer te zetten, op wellicht Smith na, die echter te weinig te doen krijgt om dat echt te kunnen tonen.

House of the Dragon: Olivia Cookie en Emma D'Arcy
Olivia Cookie als Alicent en Emma D'Arcy als Rhaenyra

Veel van de serie speelt zich af binnen de muren van het koninklijk paleis of in de stad King's Landing; slechts sporadisch reist de camera naar andere delen van Westeros en dat alleen als iemand van de familie zich bezighoudt met een conflict of bij iemand op bezoek gaat. Het is een flink verschil met de eerdere serie, die in diverse locaties en met een overdaad aan hoofd- en bijpersonages een fijnmazig verhaal in elkaar weefde om daar voortdurend op voort te blijven bouwen. House of the Dragon is, althans in het grootste deel van dit eerste seizoen, vele malen simpeler van opzet en daardoor ook vele malen minder intrigerend. Veel onderling geneuzel tussen de Targaryens, gemok over hoe vervelend het wel niet is om koning, of geen koning, of koninklijk te zijn en weinig daadwerkelijke karakterontwikkeling. Pas wanneer de eigenlijke hoofdrolspelers hun personages overnemen van de jongere acteurs, en er in de tijdsprong gezinsuitbreiding blijkt te hebben plaatsgevonden, begint het verhaal wat meer invalshoeken te tonen (en de acteerprestaties in kwaliteit toe te nemen), maar daarvan hebben we op dit moment nog te weinig kunnen zien om er echt vertrouwen in te krijgen.

House of the Dragon is de eerste van een aantal Game of Thrones-spinoffs die het levenslicht ziet; de kans is groot dat het niet de laatste is. Het is prijzenswaardig dat de makers niet simpelweg de voorganger als blauwdruk gebruiken en in plaats daarvan een eigen weg kiezen. De eerste indruk daarvan is echter dat er een flinke aanloop nodig is voordat de tijdsinvestering van de kijker de moeite waard wordt. Laten we hopen dat een moeilijk begin uiteindelijk leidt tot een sterker geheel.