Nioh - Dragon of the North

Dragon of the North laat PS4-spelers terugkeren naar Japan om in de huid van de westerse samoerai William Adams een nieuwe provincie vol nieuwe Yokai te ontdekken. Het verhaal borduurt voort op de centrale verhaallijn uit de gewone game en hoewel er een aantal nieuwe vijanden, items en bosses worden geïntroduceerd, hoeven spelers geen rigoureuze vernieuwingen te verwachten.

In februari van dit jaar kwam Nioh uit, een actie-RPG waarin de speler de rol aanneemt van een samoerai en moet afrekenen met hordes Yokai, huiveringwekkende wezens uit Japanse mythologie. Nioh werd zeer goed ontvangen, maar werd al gauw wat ondergesneeuwd door de vele titels die in de periode erna uitkwamen. De game werd vooral geroemd voor zijn voortreffelijke combat-systeem, dat in de basis veel wegheeft van de gameplay uit Dark Souls-games maar dat weet aan te vullen met een aantal interessante concepten. De FOK!-review kwam voor de rekening van collega Kensuke, die goed te spreken was over de game. Dat geldt ook voor ondergetekende, alleen werd ik wat verrast door het feit dat je de originele verhaallijn doorgespeeld moet hebben voordat je aan Dragon of the North kunt beginnen.

Houd daar dus rekening mee als je net als ik nog niet klaar was met de main game: je móet deze eerst uitspelen, inclusief de epilogue-missie 'The Queen's Eyes'. Pas daarna unlock je een nieuwe locatie in Japan, de Tohoku region. Daar moet ook meteen bij vermeld worden dat de Dragon of the North-DLC ontzettend pittig is, en een level van rond de 150 wordt aangeraden. Het is qua moeilijkheidsgraad nog zeker een schepje bovenop de toch al uitdagende main campaign.

Hattori Hanzō, de legendarische ninja die de speler in Nioh bijstaat tijdens de campaign en hem schoolt in de kunsten van Ninjutsu, wordt in deze DLC vermist nadat hij naar Tohoku is afgereisd. Aan jou de taak om Hanzō op te sporen en uit te vogelen wat er zich allemaal afspeelt in deze koude regio in het noordoosten van Japan, waar de mysterieuze 'One-Eyed Dragon' met de scepter zwaait. De One-Eyed Dragon is Masamume Date, een samoerai die net als vrijwel alle personages uit Nioh gebaseerd is op de echte persoon die leefde rond het jaar 1600. Het is tof om te zien hoe de game weet vast te houden aan historische accuratesse en dit weet te combineren met de fantasy-wereld van de Yokai. Masamume Date werd in die tijd ook daadwerkelijk de eenogige draak genoemd nadat hij als kind zijn oog verloor. Hij was een daimyo in de Tohoku-regio van Japan en droeg een unieke helm met daarop een soort maansikkel: allemaal elementen die in de game terugkomen. Verhaaltechnisch is het allemaal weer niet al te sterk, hoewel de nieuwe personages wel interessant zijn om te volgen.

De besneeuwde gebieden van de Tohoku-regio zijn een fijne afwisseling van de donkere, regenachtige levels die we gewend zijn in Nioh en bieden een mooie backdrop voor de vele moeilijke gevechten die de speler te wachten staat. Je vecht in Dragon of the North in eerste instantie veel met menselijke vijanden, die voor een enigszins ervaren speler geen echte uitdaging bieden. Je vaardigheden worden pas echt op de proef gesteld zodra de nieuwe Yokai geïntroduceerd worden. Zo maak je al vrij snel kennis met de Namahage (eerste screenshot), een vrij forse Yokai die behalve kracht ook zijn snelheid en wendbaarheid mee heeft. Wat deze nieuwe vijand zo lastig maakt is zijn veelzijdige moveset. Net zoals in Dark Souls, Bloodborne of andere soortgelijke games is het herkennen van patronen in de beweging van je vijanden vaak de sleutel tot succes. Kunnen anticiperen op aanvallen, weten of je moet dodgen of blocken en het herkennen van openingen zijn cruciaal om onder de knie te krijgen bij zowel eindbaasgevechten als reguliere vijanden. Het is daarom extra lastig wanneer tegenstanders zoals de Namahage een heleboel verschillende aanvallen in huis hebben, die bijna geheel willekeurig uitgevoerd worden. Daar staat weliswaar tegenover dat zodra je ze doorhebt de voldoening groot is als je ze eenmaal met relatief gemak in mootjes hakt. Bovendien is het een interessantere vorm van moeilijkheidsgraad dan wanneer vijanden bijvoorbeeld belachelijk veel HP krijgen of in enorme aantallen worden neergeplempt.

Wat wel weer jammer is is dat er niet veel nieuwe vijanden worden geïntroduceerd. Behalve de Namahage is er nog de Rokurokubi, een Yokai met een enorm lange nek die een behoorlijk bereik heeft, waardoor het extra lastig is wanneer je tegenover meerdere van dit type vijanden staat. En that's it. Verder neem je het op tegen de Yokai-hordes waar we al eerder kennis mee hadden gemaakt. Het minpunt over weinig verschillende typen vijanden uit onze Nioh-review blijft dus overeind staan in Dragon of the North. Wel verdienen de bossfights een compliment. De gevechten tegen de One-Eyed dragon en zijn neef Date Shigezane zijn enorm uitdagend en hebben me er meermaals toe gedwongen om mijn speelstijl drastisch aan te passen. Denk aan het switchen van zware samoerai-armor naar lichtere, wendbare ninja-armor omdat incasseren/blocken geen optie is, of het kiezen voor een low stance om snellere aanvallen uit te kunnen voeren. Ondanks dat ik sommige bossfights tientallen keren heb moeten proberen, is het nooit echt frustrerend geweest. Na iedere poging leer je de vijand wat beter kennen, en kom je steeds wat dichter bij de overwinning. Die langzame vorm van progressie moedigt het opnieuw proberen juist aan in plaats van dat het wanhoop creëert bij de speler.

Dragon of the North is een leuke, goedgevulde uitbreiding die desondanks wel meer van hetzelfde biedt. Nioh moet het nog steeds vooral hebben van de actie en minder van de narrative, hoewel Date 'de eenogige draak' Masamume een interessant individu is om in de gaten te houden en ook als uiteindelijke bossfight een geweldige confrontatie oplevert. Als je na de main game nog steeds kunt genieten van de snelle hack-n-slash gameplay zal je net als ik meer content zonder meer verwelkomen, ook al brengt het niet al te veel nieuws ter tafel.