The Legend of Zelda: Breath of the Wild

The Legend of Zelda: Breath of the Wild is een radicale heruitvindinding van de traditionele Zelda-formule. Door zich te ontdoen van bepaalde Zelda-conventies en terug te keren naar wat de originele Legend of Zelda op de NES en Ocarina of Time op de N64 groot maakten stijgt deze game naar grote hoogtes. Het resultaat is een unieke interpretatie binnen het open wereld-genre en een game die tussen de allerbeste hoort.

Breath of the Wild legt boven alles de nadruk op avontuur. Alle spelmechanieken en de manier waarop de gigantische wereld van Hyrule is ontworpen zijn daartoe gespitst. Echter, de grote truc van Breath of the Wild is dat het simpelweg de speler volledig vertrouwt. Hyrule zit bomvol interessante plaatsen en verkenningen, maar laat het vervolgens volledig aan de speler over om die te vinden. Verkennen in deze game verloopt daarom op een andere manier als je het vergelijkt met genregenoten. In andere games wordt de kaart volgepropt met icoontjes en waypoints. Het is dan aan de speler om er simpelweg naartoe te lopen om iets te 'beleven'.

In Breath of the Wild beklim je ook Ubisoft-achtige torens, maar het enige wat ze doen is de topografie van dat gebied weergeven en als uitkijkpunt dienen. De toren is slechts het begin van de verkenningsfase, in plaats van het einde zoals in andere games. Het is aan de speler om interessante plekken zelf te ontdekken. Dit kun je doen door simpelweg vanuit een hoog uitkijkpunt met een verrekijker naar die interessante plaatsen te zoeken, door geruchten van NPCs te volgen, door de topografie nauwkeurig te bestuderen op opvallende plekken of door er toevallig in te wandelen. In principe ben je dus gewoon een echte avonturier, en zo voelt het ook. Ik heb mijn kaart handmatig volgeplakt met stickers. De kaart weergeeft míjn avontuur, dat waarschijnlijk heel anders is dan die van andere spelers.

De spelmechanieken spelen uiteraard een essentiële rol bij dit alles, want avonturieren is ook in zekere zin survivalen. Link moet het doen met spullen die je in het wild vindt. In dit spel vind je geen hartjes om te herstellen. Je moet gebieden uitpluizen voor fruit en insecten of stilletjes op dieren jagen. Vervolgens moet je een kookpot vinden en je eigen recepten maken. Wapens hebben een beperkt levensduur en breken snel, daarom ben je gedwongen om constant te wisselen en de wapens van je afgeslachte vijanden te gebruiken. Link moet zich ook aan zijn omgeving aanpassen en oplossingen bedenken voor extreem warm of koud weer. Bij een storm word je ook gedwongen om alle metalen spullen die je hebt niet te dragen, anders kun je binnen de kortste keren een flinke donderschok verwachten.

De open wereld is interactief op een manier die we niet eerder hebben gezien. Allereerst kun je elke oppervlakte beklimmen. Dat klinkt als een simpel gegeven, maar het geeft de game zo ontzettend veel vrijheid. Dat klimmen is nodig ook, want Hyrule is alles behalve een plat gebied. De verticaliteit maakt deze wereld, net als in de vergelijkbare Xenoblade Chronicles X, een geweldige plek om te verkennen. Daarbij heeft Breath of the Wild ook een heerlijke physics engine gekregen die de game een creatief randje geeft. Neem bijvoorbeeld je magneet, waarmee je allerlei metalen spullen kunt verschuiven. Je kunt een doos magnetiseren en gebruiken om vijanden vanaf een afstandje van een ravijn af te duwen, het metalen object vanaf hoog op een hoofd laten vallen of simpelweg een brug ermee maken. Deze tools worden vaker bij puzzels gebruikt, maar ze zijn dus ook nuttig in de open wereld.



Het is ook heerlijk om te zien hoe elementen met andere elementen in de game interactie kunnen hebben. Neem bijvoorbeeld de vele manieren waarop vuur in deze game werkt. Je kunt zoals je zou verwachten daarmee hout verbranden, ijs smelten en gras in de fik steken. Echter, dat is nog maar het begin. Mocht er bijvoorbeeld toevallig een stuk rauw vlees in een in brand gestoken houten doos zitten komt dat vlees er gekookt uit. Je kunt ook je houten wapens een stuk krachtigere letterlijke vuurwapens van maken door ze even langs een vuur te halen. In brand gestoken gras creëert luchtdruk die je kunt gebruiken om met je zeildoek omhoog te vliegen of je kunt het vuur manipuleren door met een bepaald wapen windstoten uit te delen. Er zijn zó veel opties en het spel weet hiermee telkens opnieuw te verrassen.

Dit alles maakt de game heel speels en je hebt elke keer de indruk dat als je denkt dat je iets kunt doen, maakt niet uit hoe gek, je dat ook daadwerkelijk kunt uitvoeren. Mijn favoriete voorbeeld is gerelateerd aan de eerder beschreven storm, je kunt er namelijk creatief gebruik van maken. In plaats van zelf geschokt te worden via je metaal kun je ook je metalen wapen stiekem in een vijandelijke kamp neerleggen. Kijk vervolgens vanaf een afstandje hoe dat wapen en alle vijanden eromheen letterlijk op hun donder krijgen. Fantastisch.

Wat ik tot nu heb beschreven is vooral een uitermate vermakelijke 'playbox', een interactieve wereld die je als avonturier kunt verkennen. Daar bovenop is het natuurlijk ook nog gewoon een Zelda-game, met puzzels, tempels, een verhaal en leuke personages. Al deze andere aspecten van de game zijn over het algemeen goed, maar juist hier laat het ook de eerste steekjes vallen.

Om te beginnen met het verhaal: Link is honderd jaar geleden door Ganon verslagen en heeft sindsdien in een magische capsule geslapen om te herstellen. Het is nu aan hem om dit keer Ganon wél te verslaan en om Princes Zelda, die al die tijd Ganon koest heeft gehouden, te redden. Het is  wat dat betreft dus een vrij typisch Zelda-verhaal. Opvallend is het feit dat alle belangrijke personages (behalve Link zelf) voor het eerst zijn voorzien van heuse voice acting. Die voice acting is dan helaas weer niet van heel hoog niveau, met name Zelda klinkt veel te overdreven en dat werkt ietwat storend. Het verhaal legt je verder totaal geen restricties op. Het is aan Link om vier gigantische levende machines, verspreid in de uithoeken van de wereld, terug te pakken van Ganon en om ze te gebruiken om het grote kwaad te verslaan. Je kunt de vier machines op willekeurig volgorde toetakelen of zelfs gewoon helemaal niet en zonder hulp tegen Ganon vechten. De game geeft je zoals je zou verwachten de volledige vrijheid.

Het zou ook geen Zelda-game zijn zonder puzzels. In plaats van zoals traditioneel acht grote tempels te bieden is het puzzel-aspect verdeeld tussen de honderdtwintig 'shrines' en vier wat kleinere dungeons (de vier eerder beschreven machines). Dit is een grote verandering, want Zelda was hiervoor een puzzelgame waar je een avontuur kon beleven. De transitie naar een avontuur-game waar je puzzels kunt doen is niet helemaal vlekkeloos verlopen natuurlijk. Shrines an sich zijn een geweldig idee. Dit zijn kleine bunkers die echt overal in de wereld verstopt zitten en die je soms alleen via leuke quests kunt vrijspelen. Shrines ontdekken werkt ook goed voor de verkenning, want eenmaal geactiveerd worden het fast-travel punten. Je kunt vervolgens binnen de shrine een lift nemen die naar een ondergrondse puzzelkamer brengt voor een extra beloning.

Het probleem met shrines is dat de kwaliteit van de puzzelkamers ongelijk is. Soms krijg je lange puzzels voor je kiezen waar je wordt gedwongen om creatief je krachten te gebruiken. Deze shrines zijn geweldig, maar ook zeldzaam. Veel vaker moet je helaas slechts een korte en simplistische puzzel oplossen die je amper als brainteaser kunt classificeren. Een paar shrines voelen zelfs gewoon aan als 'filler', zoals de 'combat trials' waar je tegen alweer dezelfde vijand moet vechten of de shrines waar je verteld wordt dat het bereiken van de shrine goed genoeg is geweest. Ook de tempels stellen wat betreft het puzzel-aspect ietwat teleur. De eerste tempel die je doet is nog heel leuk, maar daarna merk je dat de andere tempels ongeveer dezelfde visuele omgevingen en puzzel-gimmicks gebruiken. Als Zelda-fan die dus ook de puzzelelementen van de serie waardeert heeft Breath of the Wild mij hier en daar wat teleurgesteld. Gelukkig is er bij deze game altijd een positieve keerzijde. In dit geval zijn dat de koroks, kleine wezentjes die overal in de open wereld verstopt zitten en waar je vaak kleine puzzeltjes voor moet doen. Zij maken de open wereld nóg leuker om te verkennen.

Het grootste minpunt van Breath of the Wild is niet dat specifieke deel van de shrines, maar de spaarzaamheid aan vijandtypes. Hyrule is zoals gezegd een gigantische wereld waar je jezelf meer dan honderd uur in kunt verliezen. Van zo'n grote wereld met allerlei verschillende omgevingen verwacht je dat het bevolkt wordt door een hele rits aan verschillende vijandtypes, maar dat is absoluut niet het geval. Je hebt de kleine Bokoblins, de grotere Moblins, de hagedis-achtige Lizalfos, de lasers vurende Guardians en nog wat kleinere inconsequente vijanden. Dan houdt het wel zo'n beetje op. Ze komen uiteraard in verschillende kleuren wat aangeeft hoe sterk ze zijn en je hebt hier en daar nog wat variaties met bijvoorbeeld verschillende wapens, maar niet eens halverwege de game had ik eigenlijk alle types wel gezien. Precies hetzelfde geldt voor de wat sterkere 'sub-bosses' die op speciale plekken in de wereld zitten. Er zijn slechts vier verschillende types daarvan. De eerste Lynel (een grote centaur) waar ik tegen vocht was nog indrukwekkend, maar toen ik hem voor de achtste keer tegenkwam ging de glans er wel een beetje vanaf. Dit is echt doodzonde, want afgezien hiervan blijft de game in alle andere aspecten de speler telkens verrassen.

Wat betreft Hyrule zelf moet ik ook toevoegen dat ik niet even dol ben op alle gebieden. De grote domeinen van de andere rassen zijn geweldig. De schaal ervan geeft je ook het gevoel dat het echte locaties zijn. De woonplaatsen van bijvoorbeeld de Zora en de Gorons zijn nog niet eerder zo groots en goed uitgevoerd. Aan de andere kant heb je ook mindere locaties zoals Faron en Akkala, grote grasvlaktes waar je weinig kunt beleven. Dit zijn gelukkig relatief kleine smetjes en ze dragen alsnog bij aan de algemene schaal van Hyrule.

Het laatste negatieve punt dat ik moet benoemen is de onstabiele framerate. De Switch-versie heeft een hogere resolutie als het apparaat in de dock zit, maar de framerate moet het dan bekopen en de game voelt daarom af en toe schokkerig. Gelukkig draait het spel wel stabiel in handheld-modus, maar het blijft natuurlijk zonde. De Wii U-versie is wat dat betreft ook niet al te best en is meer vergelijkbaar met de Switch-versie in dock-modus. Vanuit een breder perspectief kun je stellen dat open wereld-games wel vaker met dit soort problemen kampen, maar het blijft toch wel een minpunt.

Breath of the Wild voelt haast als een nieuwe bladzijde voor Nintendo. De durf die ze met deze Zelda tonen is ongekend voor hun doen. Breath of the Wild voelt bijna als een antithesis van niet alleen hun eerdere Zelda-games, maar ook van veel Nintendo-games in het algemeen. Geen tutorials en absolute vrijheid. Vertrouwen in de speler en een uitdaging van begin tot eind. Eindelijk kijkt Nintendo ook naar games buiten hun eigen sfeer, maar tegelijk blijven ze heel ambitieus en is de game op die typische Nintendo-wijze gepolijst. Als Nintendo deze gretige opzet ook in zijn andere franchises doorvoert verwacht ik dat ze voor lange tijd de beste spelletjesmaker in de markt blijven.

Conclusie:
The Legend of Zelda: Breath of the Wild zet niet alleen alle Zelda-conventies op zijn kop, maar ook het open wereld-genre. Er is geen betere game waar je simpelweg op avontuur kunt gaan en zoveel lol kunt beleven. Het maakt net iets te veel misstapjes om als absoluut meesterwerk benoemd te worden, maar het weerhoudt de game niet van klassieker-status. Het grote avontuur lonkt!

Pluspunten
Minpunten
  • Het ultieme avontuur-spel
  • Gigantische open wereld die het verkennen waard is
  • Shrines werken uitstekend als verkenningspunten
  • Speelsheid in de physics en weerelementen
  • Koroks voegen kleine puzzels toe aan de open wereld
  • De domeinen van de verschillende rassen zijn geweldig
  • Te weinig vijandtypes voor zo'n grote game
  • De shrines zijn niet allemaal even goed
  • Zwakke voice acting
  • Onstabiele framerate in Switch dock-modus en Wii U-versie
  • Sommige gebieden in Hyrule zijn iets minder
Gespeeld op Nintendo Switch, ook beschikbaar voor Wii U.