Einde getto-opstand Warschau 65 jaar geleden

Vandaag is het precies 65 jaar geleden dat er een einde kwam aan de opstand in het Joodse getto van Warschau. De gebeurtenis is een symbool van Joods verzet tegen de nazi’s. Joodse mannen en vrouwen bewapenden zich en formeerden een strijdmacht. Deze Joodse strijders namen wraak op de Duitsers die in de voorgaande maanden hun familieleden hadden gedeporteerd naar het vernietigingskamp Treblinka. Ze zouden zich niet zonder slag of stoot naar de slachtbank laten deporteren.

Op 2 oktober 1940 kregen de Joden in Warschau te horen dat de districtsgouverneur van Warschau de opdracht had gegeven tot de oprichting van een getto. Hier zouden de Joodse bewoners van Warschau en omstreken, afgesloten van de buitenwereld, geconcentreerd worden. Het getto van Warschau was het grootste getto ooit door de Duitsers opgericht. Op het hoogtepunt zouden hier 445.000 Joden gehuisvest zijn, op een veel te klein oppervlak. De hygiënische omstandigheden waren slecht en de hoeveelheid voedsel ontoereikend. Gedurende het eerste jaar stierven meer dan 43.000 mensen in het getto en gedurende de eerste negen maanden van 1942 waren dat er nog eens ongeveer 37.000. Zij stierven niet alleen aan ondervoeding, maar ook door ziekten die uitbraken als gevolg van de ongezonde levensomstandigheden en een gebrek aan medische verzorging.

Aktion Reinhard
In het voorjaar van 1942 ging Aktion Reinhard van start. Het doel van deze geheime operatie was de complete uitroeiing van de Joden in het Generalgouvernement, het deel van Polen dat niet door Duitsland werd geannexeerd, maar wel onder Duits bestuur stond. De getto’s werden ontruimd en alle Joden moesten omgebracht worden in de gaskamers van de vernietigingskampen Belzec, Sobibor en Treblinka, met uitzondering van degenen die in concentratiekampen dwangarbeid verrichtten. De ontruiming van het getto van Warschau begon op 22 juli 1942. In de periode van 22 juli tot 3 oktober 1942 werden, volgens een nazi-rapport, "310.322 Joden geherhuisvest" ofwel "ausgesiedelt", een eufemisme voor massamoord. Naar schatting arriveerden 254.000 van deze Joden tussen 22 juli en 21 september 1942 in het vernietigingskamp Treblinka om hier vermoord te worden.



Gettowoning


In de herfst van 1942 was als gevolg van de deportatiegolf in de voorafgaande zomer een psychologische omslag merkbaar onder de gettobewoners. De wil om tot verzet over te gaan was gegroeid doordat de overgebleven Joden veel familieleden verloren hadden. Inmiddels was er ook veel meer zekerheid over de ware eindbestemming van de deportaties en geloofde men niet langer in de leugen van de Duitsers dat Joden werden afgevoerd naar werkkampen in het oosten. Op 18 januari 1942 werd voor de eerste keer verzet geboden toen Duitse troepen in het getto arriveerden om opnieuw Joden voor deportatie te verzamelen. De Duitsers werden volledig verrast door de aanvallen van Joodse gevechtstroepen vanuit kelders, zolders en daken. Vier dagen nadat de operatie van start was gegaan, trokken de Duitse troepen zich terug. Tijdens de strijd waren twintig Duitsers gesneuveld en raakten er vijftig gewond. De Duitsers slaagden er echter wel in om 5.000 tot 6.500 Joden naar Treblinka af te voeren en ze brachten er 1.000 ter plaatse om.