The Neon Demon

Drie jaar geleden liet Nicolas Winding Refn met Only God Forgives meer van zichzelf zien dan bij voorganger Drive: een door critici veelvuldig bewierookte film, die zorgde voor hoge verwachtingen bij zijn opvolger. De vele mystiek en symboliek uit Only God Forgives leidden echter tot afschuw, de gore tot misselijkheid en de film zelf tot ver uiteenlopende meningen met veel negativiteit. Voor de fijnproevers was het echter een intense en visuele hit. Nu komt de Deen met The Neon Demon, opnieuw een hyper gestileerde film met depressieve ondertonen en een op het oog onvermijdbaar pad naar zelfdestructie.

Only God Forgives werd door de uitgesproken rust en vele mystiek behoorlijk ontoegankelijk. In The Neon Demon laat Refn die mystiek grotendeels achterwege en is de film veel meer rechtdoorzee. Het jonge meisje Jesse (Elle Fanning) trekt naar de grote stad om succesvol te worden in de modellenwereld, die vol zit met katachtige types die dit soort meisjes rauw lusten. Ze bezit echter iets speciaals, iets ongrijpbaars, dat ding waarvoor anderen een moord zouden doen – of gewoon de plastisch chirurg om de hoek voor zouden bezoeken: pure schoonheid. Dat biedt potentie.

Hierbij is behalve de mystiek ook de symboliek minder aanwezig. Soms is deze nog wel zichtbaar, de ene keer wat subtieler dan de andere keer, maar het maakt de film minder gecompliceerd en roept minder vragen op. Qua rust is The Neon Demon echter opnieuw een waanzinnig contrast ten opzichte van de gemiddelde hyperactieve blockbuster die deze zomermaanden uitkomt. Het tempo ligt laag, voor velen wellicht zelfs tergend laag. Scènes worden lang uitgesponnen en voor sommigen wellicht zelfs te lang. Ook dialoog is er maar beperkt.

Inhoudelijk gezien is het vooral oppervlakkig, dat blijkt ook wel uit de conversaties die er toch zijn. De film oogt daardoor leeg, de personages hol en er gebeurt weinig. Maar dat is overduidelijk met een gedachte. Refn heeft ervaring als regisseur in de modewereld en de oppervlakkigheid zal dan ook een sneer zijn naar het lege bestaan van de modellen in hun strijd naar succes, waarbij er aandacht is voor maar één ding: schoonheid. Inhoud? Irrelevant. Iets te zeggen hebben? Totaal overbodig. De tagline van The Neon Demon luidt voor niets: “Beauty isn’t everything, it’s the only thing”. Een plot of boeiende personages doen niet ter zake.

Wat dat betreft is Refn de persoon bij uitstek om die tagline om te zetten naar een film, want op dit moment is er niemand die op esthetisch gebied zo sterk is als de Deen. Refn maakt totaalfilm: alles is op elkaar afgestemd en geen enkel detail is toeval. Muziek, vormgeving, acteurs en camera zijn zo complementair aan elkaar dat zijn films kenmerkend zijn voor zijn stijl van regisseren. Vooruitlopend op de conclusie: hij flikt zijn trucje opnieuw, met succes.

Met name op visueel gebied levert Refn namelijk een kunststukje op. Over ieder shot en elk detail is nagedacht, beginnend bij de eenvoudige maar schitterende openingscredits en eindigend bij het laatste shot, onder begeleiding van een overigens erg lekkere track van Sia. Het beste voorbeeld is echter het kleurgebruik, dat ongeveer halverwege de film kantelt. De beginkleuren zijn overwegend zachtere kleuren groen, blauw en paars, tot aan een scène waarin Jesse haar ware ik omarmt – bijna letterlijk overigens. Ineens voert vanaf dit moment een veel hardere kleur rood de boventoon, die gelijkstaat aan de transformatie van Jesse en niet alleen kracht uitstraalt, maar vooral ook gevaar en egocentrisme. Eenvoudig en overduidelijk tegelijk, maar het werkt onvoorstelbaar goed.

Het is de haast perfecte uitwerking van de tagline. De schoonheid van de film is ongeëvenaard en zo halverwege dit filmjaar, kan al gesteld worden dat dit de mooiste film is van het jaar. Bij tijd en wijle doet de film denken aan Suspiria van Dario Argento: niet alleen qua uiterlijk, maar ook qua inhoud en muziek. Deze muziek is opnieuw gecomponeerd door Cliff Martinez, die de score van Only God Forgives en Drive ook al op zich nam. Qua sound is het een soort mix deze drie films: lichtere en zwevende klanken worden afgewisseld met meer bombastische en pompende tracks, met als gevolg dat de score op zichzelf al een klein genot is.

Het zijn dan ook de momenten dat Refn alles bij elkaar laat komen die zo memorabel zijn. De muziek geeft de beelden net dat beetje extra en zuigt je in de film, zoals Jesse de modewereld in wordt getrokken. Het medium film wordt door Refn perfect gebruikt als kunstuiting, hoewel de scheidslijn tussen kunst en kitsch door velen als summier of zelfs niet bestaand zal worden gezien. Maar de vraag is of dat nog uitmaakt, want Refn is altijd al een filmmaker geweest die schoonheid hoog in het vaandel heeft staan en in deze film is deze visuele pracht de film.

Overigens beschouwt Refn zichzelf als dé filmmaker van het moment. Hij kiest volledig zijn eigen weg, heeft een uitgesproken mening en dus ook een eigen stijl. Behoudens zijn gevoel voor esthetiek, choqueert hij ook graag. Dat doet hij in bijna al zijn films, dus ook in The Neon Demon zet hij zijn goreske handtekening: met een tweetal memorabele momenten zorgt hij ervoor dat de je je afvraagt hoe verknipt iemand moet zijn om zoiets te bedenken. Ondanks de ogenschijnlijke leegte, zorgt hij er met speels gemak voor dat er genoeg is om over na te praten.

The Neon Demon is na Only God Forgives opnieuw een Refn-film die gemengde reacties gaat oproepen. Laatstgenoemde was een film die je vooral moest beleven, en dan nog was het maar de vraag of de film op de juiste manier aansloeg. Refn heeft met The Neon Demon wat dat betreft veel meer een film opgeleverd die je moet aanschouwen en moet waarderen om de visuele pracht. Deze film moet je niet zien als je op zoek bent naar actie of een intrigerende plot: The Neon Demon is er puur voor de verwennerij van de ogen. Schoonheid is immers niet alles, het is het enige.