DOOM

De nieuwe DOOM steunt op drie pilaren: enorme wapens, razendsnelle gameplay en bad-ass demonen. id Software, de ontwikkelaar die aan de wieg stond van het shooter-genre, brengt met DOOM de first person shooter terug in de meest pure vorm.

Doom, wie is er niet groot mee geworden. Nadat id Software met John Carmack aan het roer in 1992 al met Wolfenstein 3D kwam, was het 1993 dat de eerst Doom-game het levenslicht zag. Een jaar later volgde Doom II en tegen het einde van de jaren negentig had id Software ook nog eens de drie megapopulaire Quake-games uitgebracht. Er mag best eens stilgestaan worden bij de ongekende invloed die dit Amerikaanse bedrijf heeft gehad op gaming in het algemeen en het shooter-genre in het bijzonder. Het is dan ook niet voor niets dat Carmack eerder dit jaar de BAFTA fellowship award ontving, de hoogste onderscheiding die de organisatie uitgeeft, voor zijn buitengewone bijdrage aan de ontwikkeling van videogames en zijn technische expertise. Zelfs concullega Bethesda klopte aan bij id Software voor ondersteuning bij de shooter-mechanics voor Fallout 4.

Genoeg geschiedenislessen. 23 jaar na de geboorte van Doom is de game in volle glorie terug en de Doomguy/Doom Marine is bruter dan ooit. In de eerste minuut van de game wordt de toon meteen gezet wanneer je ontwaakt in een soort graftombe en luttele seconden nadat je je ogen open hebt gedaan vermorzel je het fragiele schedeltje van een geïnfecteerd mormel dat iets te dichtbij komt. Het moge duidelijk zijn DOOM niet geschikt is voor hematofoben.

Wat snel opvalt zijn de mooie graphics. Naast de haarfijne binnen-textures van de Mars Facility en de zanderige heuvels daarbuiten zijn het vooral de kleinere details die in het oog springen. Kleurrijke, flikkerende lichten en computerschermen, kortgesloten electronische apparatuur waar de vonken vanaf spatten en kleine brandjes geven DOOM een hele fijne, onheilspellende sfeer, bij vlagen vergelijkbaar met die van games als Dead Space of Alien Isolation. Het heeft een horror-tintje, iets wat Doom altijd al wel heeft gehad, met deel drie in het bijzonder.

Toch is het label 'horror' in deze niet accuraat: het schept de veronderstelling dat de speler angst aangejaagd zou worden. Dit is niet het geval, de Doomguy is namelijk nergens bang voor. Dat gevoel van onbevreesdheid resoneert gedurende de hele campaign, en dat maakt DOOM ontzettend gaaf. Het is niet voor niets dat de heren bij id Software de 'push forward'-benadering promoten. Dit betekent dat terughoudend spelen wordt ontmoedigd (en vaak zelfs afgestraft). Wanneer er een demoon op het podium verschijnt die ver boven de Doomguy uittorent, deinst hij niet terug; nee, hij springt er al schietend bovenop om zijn kop eraf te rukken.

De game bouwt rustig op om de speler vertrouwd te maken met de kernmechanieken. De research facility van de Union Aerospace Corporation (UAC) waar je ontwaakt wordt binnengevallen door een demonische invasie van allerlei hels tuig, en zodra je je befaamde Praetor Suit hebt gevonden ga je gewapend met een simpel pistooltje de eerste vijanden te lijf. Ieder wapen beschikt over een alternatieve vuurmodus die (op consoles) met de linkertrigger gebruikt kan worden zodra de weapon-mod vrijgespeeld is. Zo heeft het pistool de mogelijkheid om een schot op te laden voor meer schade. Het pistool heeft oneindig veel munitie maar valt qua schade in het niet bij de andere wapens. Gelukkig stuit je al vrij rap op de combat shotgun, een van je beste vrienden in de game. Deze shotgun heeft als alternatieve vuurmodi een triple-burst schot of een granaatwerper. Dit biedt leuke gameplayperspectieven omdat het een korteafstandsgeweer verandert in een veelzijdig wapen dat in meerdere situaties ingezet kan worden.

Een wereld van herkenning vinden we terug in zowel de wapens als de vijanden. Gespuis als de Cacodemon, de Pinky en de Revenant lijken qua uiterlijk en gedrag één-op-éénkopieën van de gelijknamige monsters uit Doom en Doom II. Verder zit de herkenbaarheid voor een groot deel in het hoge tempo waarop de game gespeeld wordt (of hoort te worden). Er is geen sprint-knop omdat je je altijd op sprintsnelheid voortbeweegt. Noemenswaardige bewegingsmechanieken zitten hem in de mogelijkheid om je aan richels op te trekken en wat later in de game krijg je beschikking over de heerlijke double jump. Deze foefjes maken het navigeren een stuk interessanter vanwege de vele verticale routes die de leveldesigns herbergen. Ieder level zit tjokvol collectibles, powerups en geheime locaties die je niet op de centrale routes zal vinden maar waarvoor je echt op zoek moet.

Misschien dat hardcore-verzamelaars en achievement-hunters er wel lol in kunnen hebben om lege levels af te struinen naar een extra wapen-skin of codex-feitje, maar dat is niet voor iedereen weggelegd. Juist omdat een van de kernwaarden van DOOM de razendsnelle gameplay is, voelt het zoeken naar collectibles soms wat misplaatst. Wanneer je op normaal tempo de (in totaal dertien) missies doorloopt, kun je er vanuit gaan dat de helft van de collectibles aan je voorbij gaat. DOOM biedt de speler de mogelijkheid om via chapter select de missies opnieuw te spelen en gemiste collectibles en upgrades alsnog te verzamelen. Het feit dat de wapenupgrades voor alternatieve vuurmodi in de vorm van zogenaamde field drones ook tot de 'verstopte' items behoren maakt dat de speler ook hiervoor echt op zoek moet.

Het shootergedeelte werkt heerlijk vloeiend, waarop de melee-finishers in de vorm van zogenaamde glory kills een perfecte aanvulling vormen. Zodra vijanden bijna dood zijn raken ze enkele seconden 'stunned' wat te zien is aan een blauwe gloed die oranje wordt als je dichtbij genoeg bent voor de kill. Dit zorgt voor prachtige creatieve afmakers en zijn de hoofdreden waarom de game een M-rating heeft. Kaken worden uit elkaar getrokken, benen van lichamen afgescheurd en gebruikt als knuppels, hoorns van hoofden afgerukt om strotten mee door te snijden en ga zo maar door. Wat het extra interessant maakt is dat de hoek vanwaaruit de glory kill wordt uitgevoerd bepaalt wat voor finisher er wordt uitgevoerd. Denk aan kills van bovenaf, achter, onder, etcetera. Daarnaast zijn glory kills functioneel want ze leveren health en (met de juiste upgrade) armor op.

DOOM biedt een geweldig arsenaal aan sloopwerktuig, waaronder iconische wapens uit deel 1 en 2 die terugkeren in 2016-hoedanigheid. Naast een lekker vol wapenwieltje heeft id Software voor de BFG en de kettingzaag een opvallende benadering gekozen: de kettingzaag wordt geselecteerd met een aparte knop en zorgt voor een insta-kill op veruit de meeste vijanden mits je over genoeg benzine beschikt. Kills gemaakt met de kettingzaag leveren je een enorme hoeveelheid munitie op, ideaal dus om naar te grijpen wanneer je kogels opraken. Voor de BFG geldt ook dat deze met een aparte knop wordt opgeroepen en doet pakweg hetzelfde als hij in eerdere Doom-games deed, namelijk alles in de buurt vernietigen.

Multiplayer
De multiplayer van DOOM is na de geweldige campaign nogal een anticlimax. De gruwelijke demonen zijn vervangen door houterige poppetjes in alle kleuren van de regenboog. Het ziet er allemaal wat klungelig uit en ook grafisch is het allemaal wat minder. Kenmerkend aan de multiplayer is dat je een loadout moet kiezen van maximaal twee wapens en een granaat, in plaats van de mogelijkheid om meerdere wapens op te rapen. Wel spawnen er af en toe superweapons, zodat er een ware race naar de locatie van het wapen ontstaat. Eveneens met de Demon Runes, die de speler tijdelijk veranderen in een sterke demon zoals de Mancubus en de Revenant. Een gespawnde demon is in staat om het tij te keren bij matches waarin het er om spant, wat het een leuke extra draai geeft aan een anderszins vrij matige en vooral misplaatst voelende multiplayer.

Behalve de conventionele modi Team Deathmatch en King of the Hill zijn er een paar wat unieker van aard. Warpath is een soort King of the Hill, alleen het controlepunt is een bewegend gebied. Het gebied beweegt zich door gevaarlijk terrein zodat je voortdurend moet opletten dat je niet in een afgrond of een vat zuur dondert. In Freeze Tag worden vijanden niet gedood maar bevroren; teammates kunnen elkaar 'ontdooien' door enige tijd stil te staan naast de bevroren speler. Het zijn creatieve variaties op bekende gamemodi en kunnen voor de fanatiekeling nog vele extra uurtjes speelplezier opleveren. De multiplayer heeft qua gameplay veel weg van snelle MP-shooters als Unreal Tournament en Quake III Arena. Voor de pc-versie wellicht interessanter dan voor consoles.

Dan is er nog SnapMap, de meegeleverde level-editor van DOOM. Hiermee kun je zelf maps ontwerpen en delen met de community, of maps gemaakt door anderen spelen. Wat leuk is aan SnapMap is dat de editor je best veel vrijheid geeft. Het is een soort kant-en-klare blokkendoos waarin je allerlei levelmodules aan elkaar kunt knopen en bijvoorbeeld ook gamelogica kunt toevoegen. Je kunt demonen plaatsen en hun AI tot op zekere hoogte bepalen, bijvoorbeeld het spawnen met vertraging of demonen een specifieke route laten lopen. Maps kun je in verschillende varianten maken en spelen; singleplayer (met eventueel zelfgemaakte objectives), multiplayer en co-op. Qua co-op kun je bijvoorbeeld survival maps maken/spelen, waarin er waves met vijanden blijven spawnen. Het is een leuk uitstapje nadat je de campaign door hebt gespeeld en creatieve geesten kunnen hier ongetwijfeld vele uren zoet mee zijn. Echter geldt ook hier weer dat het net als met de gewone multiplayer in termen van kwaliteit allemaal vrij anticlimactisch(?) aanvoelt na de brute singleplayer campaign. De game moet ook echt herstart worden als je SnapMap of Multiplayer kiest, alsof het wezenlijk andere games zijn, en zo voelt het ook wel een beetje.

Conclusie
DOOM 
is awesome. id Software bewijst voor de zoveelste keer dat ze als gameontwikkelaar heer en meester zijn in de shooter-categorie. DOOM is geen tactische shooter; terughoudend spelen en dekking zoeken is er niet echt bij. Met behulp van glory kills en de kettingzaag is het ook meteen een van de lompste, grofste games die we in lange tijd hebben gezien. Tel daar de rauwe klanken van heavy metal-muziek bij op en je hebt een cocktail te pakken die een kwaadaardige grijns op je gezicht tovert. Daarnaast is de performance uitstekend; de game draait uitermate vloeiend en van framedrops tot iets onder de 60 is nauwelijks wat te merken. De multiplayer valt helaas wat tegen, vooral omdat het in schril contrast staat met de campaign. Toch kan met name de SnapMap-mode voor de liefhebber nog vele uren extra speelplezier opleveren.

Pluspunten
Minpunten
  • Grafisch spectaculair
  • Heerlijk snelle gameplay
  • Gruwelijkheid in overvloed
  • Multiplayer is anticlimax
  • Collectibles zoeken is saai
Gespeeld op Xbox One. Ook beschikbaar op PlayStation 4 en pc.