Tales of Zestiria

Met Tales of Zestiria maakt de reeks eindelijk weer voorzichtige stappen naar vernieuwing. Deze Tales-game heeft bijvoorbeeld voor het eerst een moderne open wereld. Tegelijkertijd is het dezelfde oude Tales: je gaat met een groepje gekke anime-personages op avontuur. Niets mis mee.

Na een aantal verhalen vol alternatieve dimensies en tijdlijnen gaat Bandai Namco dit keer terug naar de basics. Zestiria speelt zich af in een middeleeuws-achtige wereld met weinig technologie. Het is van sci-fi naar fantasy gegaan, in plaats van robots heb je nu draken. Het verhaal is ook lekker simpel en cliché, maar na de overgecompliceerde delen van de laatste jaren is dat juist verfrissend.

Je speelt als Sorey, een jongen die alleen tussen seraphim, mensachtige mytische wezens, is opgegroeid. Wanneer hij ontdekt dat de rest van de wereld aan het lijden is besluit hij een kijkje te nemen. Al snel trekt hij in een stad als een soort Koning Arthur een zwaard uit een steen en wordt daardoor verkozen tot de 'Shepherd'. Zijn taak is natuurlijk om de wereld te redden.

Dit betekent in principe dat je zoals altijd rond de wereld moet reizen en het uiteindelijk op moet nemen tegen een grote slechterik. Het verhaal van Tales-games is eigenlijk nooit heel bijzonder geweest, het gaat altijd meer over de personages en hun interacties. De party, die uit een mix mensen en seraphim bestaat, zit weer vol persoonlijkheden die voor grappige dialogen zorgen. Met name de brutale Edna zorgt voor veel vermaak. Als geheel is de party niet de allersterkste in de serie. Daarvoor zijn Sorey en een paar andere personages iets te sullig.

Dat de party zowel uit mensen als seraphim bestaat is ook belangrijk voor het vechtsysteem. Je kunt namelijk op elk moment tijdens een gevecht de mensen met de seraphim fuseren. Wanneer je bijvoorbeeld Sorey met de water-seraphim Mikleo fuseert krijg je een boog waarmee je vijanden van een afstand met waterpijlen kunt beschieten. De stats en HP van de twee personages worden ook samengevoegd. Het nadeel is dat je dan één vechtersbaas hebt, in plaats van twee. Hierdoor kun je minder grote combo's maken.

Personages fuseren is dus een compleet nieuwe mechaniek in de franchise, maar voor de rest lijken de gevechten op die van Tales of Graces. Gelukkig maar, want dat is de meest solide deel als het om gameplay gaat. In deze Tales kun je niet hersenloos button mashen om vijanden af te slachten. Je moet blokkeren, ontwijken, de zwaktepunten van de vijand uitbuiten en af en toe fuseren. Met dit uitvoerige vechtsysteem bewijst Tales wederom een van de beste actie-RPGs op de markt te zijn.

De andere grote vernieuwing is de open wereld. Weg zijn de gesloten kloon-gebieden van de Xillia-games. Je loopt nu over wijde open velden. Helaas merk je op dat moment wel dat het oorspronkelijk een PS3-game was. De velden zijn eentonig, leeg en plat. Desondanks kunnen ze wel dat avontuursgevoel aanwakkeren. Tales is nou eenmaal een RPG met een klein budget, verwacht dus zeker niet de geweldige omgevingen die je bijvoorbeeld in Witcher 3 ziet.

De dungeons neem ik ze echter wél kwalijk. De dungeons in Zestiria zijn eigenlijk niets meer dan aan elkaar verbonden gangpaden. Heel lineair en voorspelbaar. Ze zien er ook allemaal hetzelfde uit, bepaalde geometrische configuraties worden keer op keer gretig hergebruikt. Daar houden de problemen ook niet op, want ook gevechten zijn plotseling slecht in dungeons.

Iets dat positief is in de open velden is negatief in de dungeons. De overgang naar gevechten is in Zestiria heel vlot. Als je tegen een vijand botst start het gevecht onmiddellijk gewoon op die plaats, daar waar je in eerdere games eerst een zwarte scherm kreeg en daarna in een aparte arena vocht. Dit nieuw systeem komt wel een gigantisch nadeel: het verkloot af en toe de camera. Vooral in dungeons loop je namelijk in vrij gesloten kamers, als je daar dan moet vechten kan de camera daar amper mee omgaan. 

Zestiria zit verder vol kleinere minpunten. Zo merk je dat het budget bij de open velden is opgemaakt, waardoor steden vrij inspiratieloos zijn. De game heeft ook een rare skill-systeem dat veel te veel tijd vereist en het is belachelijk dat warpen tussen save points nu plotseling geld kost.

Conclusie
Het blijkt maar weer; ook deze Tales-game komt met een lijstje kanttekeningen. Wat overblijft is wel nog steeds een oerdegelijke JRPG met een heel tof vechtsyteem. Een uitblinker zoals Abyss of Vesperia is het niet geworden, maar het is absoluut beter dan de mindere Xillia-games. Als je weer zin hebt in een lekkere traditionele Japanse RPG kan ik Tales of Zestiria absoluut aanraden.

Pluspunten
Minpunten
  • Geweldig vechtsysteem
  • Avontuurlijke open wereld
  • Edna! (en andere leuke personages)
  • Saaie dungeons met ook nog cameraproblemen
  • Inspiratieloze steden
  • Kleine dingen: raar skill-systeem, warpen kost geld
Gespeeld op PlayStation 4, ook beschikbaar voor PS3 en pc.