Sicario

Na zijn twee meest recente films kon Denis Villeneuve met gemak een van de meest veelbelovende regisseurs van het moment genoemd worden. Sicario laat zien waarom en maakt hem zo langzamerhand een gevestigde naam. Wederom legt hij een uitstekend stukje regisseerwerk op de mat, met enkele verschrikkelijk suspensevolle scènes die nog lang bij zullen blijven.

Sicario: Emily Blunt

Het knapste daarbij is misschien nog wel dat het bij die memorabele scènes niet om één moment gaat, maar de opbouw daar naartoe. Er wordt rustig de tijd genomen om het verhaal te vertellen, om iets te introduceren en om dan vervolgens met een aaneensluiting van meerdere scènes naar een ultieme climax toe te werken die je als kijker zwaarder kan doen ademen. Die climax blijft je dan het beste bij, maar van vrijwel elke scène druipt de klasse af.

Het verhaal van Sicario is in principe vrij basic: het kartel is een bodemloze put en de opperbaas van het kartel moet uitgeschakeld worden, wil je het de kop in kunnen drukken. De gruwel die gepaard gaat met de werkwijze van het kartel wordt uitstekend verbeeld en net zo zorgvuldig aan het licht gebracht als de manier waarop naar de climax van de spanning toegewerkt wordt. Het scenario steekt dus prima in elkaar, maar als je daaronder ook de ontwikkeling van de personages schaart, kun je misschien als punt van kritiek aanvoeren dat het personage van Emily Blunt langzaam ondergesneeuwd raakt. Vanaf het begin zien we haar als de protagonist, maar naarmate de film vordert verliest ze steeds meer de grip op de gebeurtenissen, maar ook op zichzelf – de manier waarop ze dat laat zien, bevestigt ook dat zij een naam is om serieus rekening mee te houden. Er ontbreekt iets van een heldendaad, een reden waarom ze de protagonist is, een te verwachten groei of iets wat bevestigt dat zij het hoofdpersonage raakt. Althans, als je er op de wat meer standaard manier naar kijkt.

Sicario

Want daartegenover staat dat het personage van Benicio Del Toro precies de omgekeerde weg bewandelt. Hij wordt geïntroduceerd als een wat mysterieuze gast op wat een donker feestje gaat zijn, maar hij ontwikkelt zich niet alleen tot de uitblinker van de film, maar misschien ook wel tot de nieuwe protagonist. De film wordt dan wel niet vanuit zijn standpunt verteld, maar hij is bij uitstek de personificatie van de ontwikkelingen rondom het kartel: er gelden geen wetten meer, behalve het recht van de sterkste. Hij is emotieloos en genadeloos, alles moet wijken voor zijn doel. Hoe dat gebeurt: onbelangrijk, maar het is evident dat het op een snoeiharde manier het snelste en meest doeltreffend wordt bereikt. Net het kartel.

Het is echter zo dat dit wellicht na enige overdenking het beste bezinkt. De plot kan misschien wat marginaal overkomen en de gebeurtenissen spelen zich niet op de meest voor de hand liggende filmische manier af, maar juist dat maakt het boeiend om naar te kijken: als kijker wordt je haast net zo in het gewisse gelaten als het personage van Blunt. Daardoor kun je van alles verwachten, maar je weet niet precies wat. Iets wat erg verfrissend werkt en haast automatisch extra spanning met zich meebrengt.

Sicario

Wat dat ook zeer zeker doet – behalve de cast en dus de hand van Villeneuve, die in o.a. Prisoners en Enemy ook al zo’n prachtige deken van mysterie en spanning over zijn film heen drapeerde – is de muziek van Jóhann Jóhannsson en het camerawerk van Roger Deakins. De score is misschien niet verschrikkelijk vernieuwend, maar in combinatie met het intense camerawerk en de strakke montage, zorgt het voor een beklemmende, bedrukkende sfeer die de spanning tot ongekend niveau opvoert. Die eerste scène waar iedereen het over zal hebben (na het zien van de film is het direct duidelijk welke scène dit is) deed daarin het meeste en dat niveau van suspense wordt later niet meer gehaald. Maar als dat wel zo was geweest, zou je de zaal waarschijnlijk vroegtijdig moeten verlaten wegens ademnood: zo intens kan Sicario zijn. Uiteindelijk is het iets mindere en tragere middenstuk een aangename stap terug, om rustig toe te werken naar een nieuwe climax.

Al met al is Sicario een film die, net als andere films over kartels, te denken zet. Hoe ze daar te werk gaan, is iets waar wij ons in ons koude kikkerlandje niets bij voor kunnen stellen. Het einde is wat dat betreft ook wel perfect: werken volgens het boekje? Dat kun je doen als je tegen een kracht als deze werkt, maar onkruid groeit altijd en overal. Vooral daar in die kartels. En Sicario is dan wel niet de eerste film die het lukt dat te vertellen, maar de manier waarop… Ja, daarmee slaagt Villeneuve toch met slag en wimpel.