Boy 7

Het zat er hoe dan ook een keer aan te komen: een Nederlandstalige Hunger Games- of Twilight-achtige reeks. Het werd een enkele film genaamd Boy 7, naar de bestseller van Mirjam Mous. Geregisseerd door Lourens Blok, onder meer bekend van het succesnummer Feuten: Het Feestje en Midden in de Winternacht. Weet hij het doel te bereiken en het gewenste product af te leveren?

In Boy 7 is Nederland een politiestaat geworden en hebben de straten toch wel erg veel weg van de Hongaarse hoofdstad Boedapest (eerste fout van de afdeling productiedesign). In die staat worden jeugdige criminelen voor een keuze gesteld: of je straf uitzitten in een normale gevangenis, of een tweede kans krijgen en afreizen naar een speciaal instituut om daar je talent voor iets goeds te leren gebruiken. We volgen Sam, een jongen die goed is in het hacken van computers en daardoor zelfs weet in te breken in het ministerie van Defensie. Dat komt hem duur te staan en ook hij wordt voor de keuze gesteld.  Hij beslist om naar het instituut te gaan, waar hij wordt gedoopt tot Boy 7. Er blijken dingen te gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen. De film wordt zo goed als helemaal verteld in een flashback, aangezien Sam wakker wordt in de metro en zich niets meer herinnert. In die metro komt hij een meisje tegen dat met hetzelfde probleem worstelt en samen gaan zij op onderzoek uit.

Boy 7 zou het Nederlandse antwoord op de Hunger Games zijn, maar blijft steken op het niveau van een gemiddelde kinderfilm. Het script rommelt aan alle kanten en het aantal plotholes is niet te tellen op twee handen. Er is wel heel erg geprobeerd om de omgeving futuristisch te laten lijken, maar ook hier wordt in gefaald doordat ze hebben gekozen voor een locatie die totaal niet op een Nederlands straatbeeld lijkt. Dat er in de toekomst overal schermen hangen, is iets om aan te nemen, maar laat dan ook iets anders dan alleen maar het hoofd van de president op die schermen verschijnen. 

De hoofdrolspelers in dit kleine fiasco doen echt wel hun best om er nog iets van te maken, maar door het rammelende script krijgen ze ook totaal geen kans om de chemie die er tussen de twee hoofdpersonages zou moeten zijn, verder uit te bouwen. Daarvoor wordt er gewoon te weinig de focus gelegd op hen beiden. In plaats daarvan wordt er ongebalanceerd geswitcht tussen de mannelijke hoofdrol (Matthijs van de Sande Bakhuyzen), de vrouwelijke hoofdrol (Ella-June Henrard) en de wat kleinere mannelijke hoofdrol, de grote baas van het instituut, gespeeld door ervaren acteur Tygo Gernandt. Die wordt door het script gedwongen een flater te slaan met zijn semi-kwaadaardige rol.

Er valt over het algemeen genomen gewoon weinig te maken van Boy 7. De dialogen zijn onlogisch, het verhaal rammelt aan alle kanten, en daar hebben uiteindelijk de acteurs ook last van. Wat er overblijft is een poging om iets van een sci-fi young-adult film te maken, maar op de bovengenoemde punten en nog wat andere punten wordt daar hopeloos in gefaald. De doelgroep, 12-16 jaar, zal zich zeker wel vermaken, maar iedereen die buiten deze doelgroep valt, zal achterblijven met een gevoel van irritatie, en misschien zelf boosheid, over het debacle dat zichzelf Boy 7 noemt.