Dying Light

Een vos verleert nooit zijn oude streken. Daarmee beschrijf je het beste wat Techland gedaan heeft met Dying Light. Want Dying Light doet niet iets nieuws als je het vergelijkt met Dead Island. Dat is ook niet nodig, want waarom zou je eerder werk niet perfectioneren om zo een dikke vinger naar je vorige baas te leveren?

Om het een Dead Island 2.0 te noemen zou afdoen aan Dying Light. Het verhaal en de opzet doen meer denken aan een film die zo door George Romero geregisseerd kan zijn, inclusief de irriterende grainfilter die je niet kunt uitzetten. De sfeer in de verschillende steden maakt gelukkig veel goed. Vooral als je voor het eerst ergens op één hoog zit te dakduiven. Je ziet ook meteen waarom dit een next-generation only game is. Harran, de stad waar dit zich allemaal afspeelt, ziet eruit alsof de plek al maanden in verval zit: half vervallen muurtjes, vliegen die zich ophopen en verwilderde beplanting. In de stad gebeurt zo veel dat het lijkt alsof je midden op de Dam in Amsterdam staat. De grote open werelden zitten vol met details en er zijn bijna geen plekken te ontdekken die leeg aanvoelen. 

kiekeboe

Undercoveragent Kyle Cane is gelukkig niet op zijn mondje gevallen en dankzij zijn charme voel je je meer betrokken bij de game. Helaas kan dit niet gezegd worden over de andere NPC’s. Deze kijken behoorlijk dood uit hun ogen, alsof het ze niet boeit wat je zegt en zij al 10 keer hetzelfde verhaal hebben gedaan. Je zou verwachten dat ze je tenminste in de ogen aankijken als je tegen ze praat. Dat doen ze vaker niet dan wel, en ze bewegen tijdens gesprekken alsof ze allemaal vergevorderde parkinson hebben. Gelukkig heb je ze alleen nodig om missies vrij te spelen en zie je ze daarna een hele tijd niet meer.

kusjekroel!

Gelukkig zie je dat Techland meer tijd heeft gestoken in de zombies. Je komt er echt honderden tegen en op het eerste gezicht lijken ze allemaal uniek. De echte fun begint pas tijdens het hakken, waarbij het lijkt alsof geen enkele snee hetzelfde is. En ja, Dying Light is een echte slasher. Wapens en kogels zijn schaars en je zult al snel merken dat je daarmee bijna geen schade aan zombies aanricht. Daarnaast maken zombies ook continu geluid. Overdag is het geen probleem, maar zodra de nacht invalt en je wilt geen zombies aantrekken met je zaklamp, dan schijt je zeven kleuren bagger in je onderbroekje. 

Likje?

Waar de game helemaal in uitblinkt, is het parkourgedeelte. In de open wereld kun je overal op klauteren en klimmen. Vooral in het begin wanneer je nog niet sterk genoeg bent en weinig wapens hebt, is dit zeker een uitkomst. De game wordt beduidend makkelijker zodra Cane meer skills heeft en toegang krijgt tot sterkere wapens. Helaas wordt het parkourgedeelte te makkelijk wanneer Cane toegang krijgt tot de Grappelhook. Wat ook niet helpt is dat de game soms niet goed detecteert of je je ergens wel of niet aan vast kunt houden. Als je de cursor bijvoorbeeld niet goed op de rand van een muur plaatst, dan grijpt hij de rand niet en dan val je naar beneden. Niet wereldschokkend als je de skills hebt vrijgespeeld waardoor valschade vermindert, maar dodelijk als je deze nog niet hebt.

De singleplayer-modus is leuk, maar Dying Light komt het best tot zijn recht als je het samen met een paar vrienden speelt. Samen (zij)missies spelen zorgt ervoor dat je je niet alleen voelt in deze grote overweldigende wereld. Helaas komt het te vaak voor dat onbekende medespelers zich niets van de missie aantrekken en deze alleen maar spelen om te slachten. Hierdoor kun je soms niet verder met de missie. Gelukkig heeft Techland hier wel aan gedacht. Je kunt namelijk meteen teleporteren naar de plek waar iedereen moet verzamelen. Ik snap dat je niet continu doe-dit-haal-dat-missies wilt spelen, maar dit verknalt het wel voor spelers die gewoon de missies willen doen. Dit had voorkomen kunnen worden met een free-roaming modus.

Deep Silver, de uitgever van Dead Island, heeft verkeerd gegokt en Warner Bros. is de lachende derde. Dying Light is een prima cocktail geworden van Dead Island en Mirror's Edge, geserveerd in een exotisch glas van het Hard Rock Café. De sfeer, het verhaal, rondrennen en klauteren zorgen ervoor dat de vijftien tot twintig uur aan gameplay geen moment gaan vervelen. Deep Silver en vooral Yager gaan het zwaar krijgen om dit te kunnen overtreffen.