CD: Skálmöld - Með vættum

Of het nu sneeuwt of niet, met het nieuwe album Með vættum van het IJslandse Skálmöld waan je je al snel in dikke pakken sneeuw. De band neemt je mee naar het koude middeleeuwse Noorden, waar Vikingen elkaar te lijf gaan en waar draken en andere mythische monsters uit de IJslandse en Noorse sagen het land teisteren. Kortom, het is tijd voor heroïsche liederen en zware gitaren, het is tijd voor Viking metal.

In grote lijnen sluit dit album feilloos aan op haar voorgangers, Baldur (2010) en Börn Loka (2012). De mix van death en black metal vergezeld van sfeervolle folk passages is ook op deze cd ruimschoots aanwezig. De opener ‘Að vori’ is daarom sterk, maar niet zo zeer verrassend. Ook de typische folksongs met samenzang zijn aanwezig, zoals ‘Að hausti’ en ‘Að vetri’. Toch heeft deze cd wel wat extra’s. Het kent veel meer spannende tempowisseling en er is veel ruimte voor de klassieke heavy metal en hardrock. Het tweede nummer ‘Með fuglum’, is hier een prima voorbeeld hiervan. Het biedt veel variatie, en vooral het begin en het middenstuk bevatten veel klassieke riffs, terwijl naar het einde toe de keyboards voor een Deep Purple-achtige sfeer zorgen. Ook de daaropvolgende song ‘Að sumri’ herbergt vrijwel dezelfde ingrediënten. ‘Með drekum’ is wellicht minder gevarieerd in riffs, maar kent wel een lekkere uitgesponnen break en een boeiende climax met prachtige twin gitaren.

De meest theatrale nummers zijn ‘Með jötnum’ en de afsluiter ‘Með griðungum’, die beide de negen minuten passeren. Het eerste heeft een mystieke sound, mede door de passage van het zangkoor. Het tweede heeft een zeer bombastisch begin en eind, wat richting doom metal gaat, terwijl daartussenin de nodige versnellingen en solo’s zitten. Dat laatste mag best extra benadrukt worden, het ijzersterke gitaarwerk. Tja, wat wil je met drie gitaristen, zou je zeggen, maar desalniettemin weer een dikke pluim voor de mooie melodielijnen en intense solo’s.

Tekstueel verstaan we er natuurlijk weinig van, maar door in de eigen taal te zingen maakt Skálmöld de beleving wel groter. Je ziet jezelf aan tafel in het Walhalla met een drinkbeker in je hand, samen zingend met andere helden. Qua tekst zou je Með vættum wel een conceptalbum kunnen noemen. Het gaat over een soort van beschermvrouw van IJsland, die in elke windsteek en op elke kust de vijanden die van zee (lees: Noormannen) komt te bevechten. Tijdens elk gevecht, elk bezongen in een nummer, wordt ze bijgestaan door een mythische wezen (vættum), de half mens-half vogel (fuglum), de draak (drekum), de reus (jötnum) en de half mens-half stier (griðungum). De vier andere songs van het album verwijzen naar de jaargetijden, lente (vori), zomer (sumri), herfst (hausti), en winter (vesti).

Op Með vættum laat Skálmöld een zeer volwassen geluid horen. Met meer verfijndere songs, is het absoluut een boeiend album geworden. Met veel tempowisselingen krijgen de songs de nodige verrassende wendingen, waarbij de lange breaks de spanning laten oplopen. Ook aan prima gitaarwerk ontbreekt het niet, waardoor je weer de nodige dosis sterke melodieën en solo’s krijgt voorgeschoteld. En zo, in tijden waarin de christelijke hypocrisie van pais en vree dient te heersen, geeft Skálmöld een ijzersterk heidens tegengeluid. En, wil je het nog beter ervaren, dan kan het nog heidenser met de uitvoering waarop twee live bonustracks zijn toegevoegd, te weten ‘Sleipnir ‘ en ‘Valhöll’.