Never Alone

De decembermaand begint koud. De vloerverwarming staat een tandje hoger en warme chocolademelk (met slagroom) staat op tafel. Eindelijk heb ik eens tijd voor Kisima Inŋitchuŋa, een indie-game uit Alaska die mij verraste op de E3. Voor de mensen die Engels spreken heeft het spel een tweede naam: Never Alone. De game wordt gemaakt door een indie-studio in samenwerking met native indianenstammen uit Alaska. Zij wilden hun geloof en mythes die van generatie op generatie zijn overgedragen delen met de rest van de wereld door middel van een spel.

Het verhaal wordt sfeervol verteld door een oude man, in zijn taal. Gelukkig is er ondertiteling, zodat wij westerlingen het ook begrijpen. Nuna is een jong meisje van de Iñupiaq-stam. De inwoners leven door te jagen op wild, maar op een dag komt de ene sneeuwstorm na de andere. Het stopt niet meer en haar dorpsgenoten kunnen niet meer jagen, waardoor ze door verhongering om zouden komen als er niet snel iets gebeurt. Nuna besluit op zoek te gaan naar de bron van de sneeuwstormen. Onderweg komt ze een arctische vos tegen en samen gaan ze op avontuur. Dit gegeven is al iets uit de folklore. De stammen geloven oprecht dat niemand alleen in het poolgebied overleeft. Mens, dier en geesten werken in hun verhalen samen om in die gebieden het hoofd boven het ijswater te houden.

Never Alone

Never Alone is in singleplayer en lokale co-op te spelen. Met z’n tweeën bestuurt de een Nuna, de ander de vos. Ben je forever alone, dan wissel je met een druk op de knop van personage. Het enige dat als minpunt te noemen is, is het springen. Tegenwoordig zijn we gewend om meteen naar links of naar rechts te springen, maar nu moet je eerst in die richting staan en dan kun je pas naar die richting springen. Dat is soms frustrerend als je snel moet handelen tijdens een hectische achtervolging waarbij je snel van het ene naar het andere platform moet springen. Elk personage heeft zijn speciale vaardigheden. Nuna kan bijvoorbeeld kratten verplaatsen om zo ergens bij te kunnen, terwijl de vos een muursprong heeft om hoger te geraken. Hij kan ook door smalle doorgangen. Echt lastig worden de puzzels nooit, alleen op het eind is het in co-op een stukje gemakkelijker. Niet dat het ondoenlijk is in singleplayer, maar je moet opeens snel wisselen om Nuna en de vos heelhuids door de levels heen te krijgen. Tel daarbij het lastigere springen op en je weet dat je wat vaker een nieuwe poging mag wagen om het level te halen.

Never Alone

Gelukkig is er een prima checkpoint-systeem, dus als je doodgaat hoef je nooit heel veel opnieuw te doen. Daar waar andere games zorgen voor extra speelduur door je een half level nog eens te laten doen, zou Never Alone het haast kunnen gebruiken omdat het spel heel erg kort is. In vier uur is het uit te spelen, met alle PlayStation-trofeeën erbij. En dan heb je de, overigens interessante, video’s erbij bekeken. Deze korte documentaires leggen de folklore die je in het spel tegenkomt uit. Wil je dus weten hoe zij het Noorderlicht zien, dan leer je dat in deze game.

Grafisch ziet het er schitterend uit. Je ziet een zwarte vignettering om de actie heen alsof je met dichtgeknepen ogen naar het scherm kijkt. De kou en de snijdende wind zijn er dan niet lastig bij te fantaseren. De wind is niet alleen een puzzelelement, maar zorgt er ook voor dat Nuna af en toe haast niet vooruitkomt, wat te zien is op het beeld. Maar vooral de sneeuw en het water zijn mooi gemaakt. Het water reflecteert zelfs wat er op het land gebeurt. Op andere momenten heeft een level iets spookachtigs, iets mysterieus. Opeens zie je opdoemende geesten in de verte tijdens een sneeuwstorm, of het noorderlicht dat je aanvalt. De sfeer wordt prachtig weergegeven.

Dit is een spel dat je in een avondje bij een knapperend haardvuur moet spelen. Helaas kan het ook maar een avondje, want grote kans dat je er dan al doorheen bent. Mocht je het, om de een of andere reden, nog eens willen spelen, dan is er alleen de optie bij gekomen om een hoofdstuk te selecteren. Never Alone is een mooie ervaring, maar voor één keer. Voor vijftien euro kun je naar het Rijksmuseum, waar je enkele uren kunt ronddraven tot je vermoeide voeten hebt. Of je speelt Never Alone, met de voeten op tafel. Beide zijn cultureel verantwoord. Kisima Inŋitchuŋa leert je dingen door eerst een verhaal te vertellen, zodat je snapt wat je tegenkomt in het level. Het zorgt ervoor dat wat is uitgelegd beter blijft hangen. Ik kijk nu in ieder geval met andere ogen naar het noorderlicht.

Pluspunten
Minpunten
  • Sfeervolle graphics en audio
  • Checkpoint-systeem
  • Leerzaam
  • Heel erg korte speelduur
  • Irritant springen
Gespeeld op PlayStation 4. Ook beschikbaar op Xbox One en pc.