CD: Black Trip - Goin' Under

De wegen van een muzikale carrière zijn soms ondoorgrondelijk. Zo werd het Zweedse Black Trip al tien jaar geleden opgericht, maar pas in 2012 verscheen er een demo die eigenlijk alleen in eigen land werd gepromoot. Deze debuut-cd, Goin’ Under, werd vorig jaar in Scandinavië uitgebracht, en nu is Europa eindelijk aan de beurt.

Het creatieve brein achter deze band is Peter Stjärnvind. Deze bezige bij is naast gitarist en songwriter van Black Trip ook drummer bij de doommetalband Krux en de blackmetalformatie Pest. De meesten zullen hem nog kennen uit zijn periode bij Entombed (1998-2006), maar hij is ook actief geweest in o.a. Unanimated en Merciless. Kennelijk had hij behoefte om, behalve zware metal, ook eens wat anders te gaan doen, en daarvan is Black Trip het resultaat. Jonas Wikstrand van Enforcer neemt in deze band plaats achter de drumkit, terwijl de gitarist uit die band, Joseph Tholl, de vocalen voor zijn rekening neemt. De tweede gitarist, Sebastian Ramstedt, kennen we van Exhumed; hij is momenteel actief in Ordo Inferus. Bassist Johan Bergebäck speelde ook al in meerdere bands, waaronder een blauwe maandag in Dismember, maar hij kent Stjärnvind en Ramstedt weer uit de tijd van het omstreden Nifelheim. En zo hebben we met een leuk clubje muzikanten te maken.

Black Trip neemt ons mee naar de begindagen van de metal: de jaren zeventig, waarin hardrock en heavy metal elkaar vonden in de stroming die we de New Wave of British Heavy Metal (NWOBHM) noemen. Heel origineel zijn de heren er niet mee, maar kennelijk is dat ook niet de bedoeling. Wanneer je alleen naar het Deep Purple-achtige cd-hoesje kijkt, weet je al hoe laat het is. Maar wanneer we deze heren op hun muzikale kwaliteiten beoordelen, blijkt dat de songs heel goed in elkaar zitten en pakkend zijn. Bovendien kent deze cd een geweldig sterke opbouw.

 

Bij de opener ‘Voodoo Queen’ krijg je meteen het idee of je een oude plaat van Thin Lizzy hebt opgezet. Zelfs het stemgeluid van Tholl, die tevens verantwoordelijk is voor alle teksten, heeft wel iets weg van Phil Lynott. Het nummer is leuk, maar komt ook wat gezapig over. Met ‘Radar’ komt de band meer los, het is lekker uptempo met halverwege een prima Iron Maiden-achtige versnelling met vlug basspel. Over die band gesproken: ‘No Tomorrow’ had zo op een van de eerste twee platen van Maiden met Paul Di’Anno kunnen staan. Het riekt naar plagiaat van het eerste uur, maar Black Trip geeft er een eigen swing aan, met leuke, bijna tegendraadse breaks en een hele sterke melodieuze zanglijn. Op ‘Tvar Dabla’ en ‘The Bells’ wordt de combinatie Lizzy/Maiden nog verder uitgewerkt. Hoe bekend het ook allemaal klinkt, het werkt aanstekelijk. Het nummer ‘Thirst’ is een echte power ballad, waarop ook weer goed te horen is dat Stjärnvind een prima koppel vormt met collega-gitarist Ramstedt. De cd eindigt zoals hij begon: met een typische Lizzy hardrock song. Halverwege worden we nog even meegenomen op een korte psychedelische trip, waarna dan eigenlijk alle ingrediënten van de eerstgenoemde stroming de revue zijn gepasseerd.

De grootste kritiek op de cd is de speelduur, want de heren maken zich er wel erg makkelijk van af met 34 minuten. Dat kan eigenlijk echt niet meer anno 2014. Ook de productie is, behalve de mooie gelaagde gitaren, wel erg tam en wat kaal. Wellicht is dit bedoeld om de sfeer van weleer op te roepen, maar meer ruimtelijk bombastisch geluid zou het wat eigentijdser kunnen laten aandoen. Uiteindelijk is Goin’ Under wel een vermakelijke cd. De band heeft het zichzelf niet makkelijk gemaakt door een niet al te hip genre nieuw leven in te blazen, maar ze doen het in ieder geval wel goed. Na alle extreme metal, breakdowns en emo screams, is het zelfs best een frisse wind te noemen.