Dawn of the Planet of the Apes

Met Tim Burton's Planet of the Apes nog jammer genoeg vers in het geheugen ging het bioscoopkijkend publiek in 2011 naar de nieuwste prent gebaseerd op het boek van Pierre Boulle. Rise of the Planet of the Apes bleek een voltreffer en scoorde uitermate goed. De film was vernieuwend in het gebruik van CGI en andere cinematografische snufjes. Weet Dawn of the Planet of the Apes dit te overtreffen, of is de lat net te hoog gelegd?

Terwijl de wereld zo goed als ten onder gegaan is aan de Simian-griep, bouwt Caesar samen met zijn trouwe volgelingen een apenkolonie op in de bossen van San Francisco. De confrontatie die ontstaat tussen de overlevende mensen en de bloedlustige apen is indrukwekkend. Vooral omdat er op een aantal punten in de film toch echt even goed nagedacht moet worden over een ding: het zijn stuk voor stuk acteurs die apen spelen. Dit wordt echter door de hele film heen niet gemerkt en dat ligt voornamelijk aan één man, Andy Serkis, die zich als aap al eerder bewees in Rise, maar dit weer uitstekend doet in Dawn. De spraak van Caesar die hij op het witte doek brengt is zeer indrukwekkend en zeer overtuigend. 

Caesar op zich is opnieuw een erg interessante component in Dawn, net zoals hij dat was in Rise. Zijn achtergrondverhaal dat in Rise wordt verteld, wordt in Dawn op een mooie manier verder verteld door emotionele en krachtige onderonsjes met zowel de apen als de mensen. Ook al spreekt hij dan geen volzinnen in het Engels, de kijker leeft met hem mee en voelt ook zijn emoties. Ook karakters als Koba krijgen meer de aandacht. In Rise werd het verhaal logischerwijs gefocust op Caesar, maar in Dawn worden ook de wat minder belangrijke karakters van een achtergrondverhaal voorzien en wordt dit door de hele film heen niet uit het oog verloren.

Maar er is meer wat deze film te bieden heeft, voornamelijk nog steeds de indrukwekkende special effects die worden toegepast. Door alleen te focussen op San Francisco en niet op andere gebieden in de wereld waar de Simian griep heeft toegeslagen, lijken de makers het zichzelf makkelijk te maken, maar niets is minder waar. Zo zijn de veldslagen van de apen in San Francisco zeer slim opgezette actiesequenties die er stuk voor stuk bizar moeilijk uit zien om te filmen. Niets is te gek voor de makers wat betreft vuurgevechten en explosies. Er is alleen een ding opvallend, deze vuurgevechten en explosies voegen werkelijk wat toe aan de film, iets wat vaak niet het geval is bij andere films in het actiegenre.

Telkens als de film lijkt af te dwalen in de dialoog, of zelfs monoloog wat betreft Dreyfus (Gary Oldman), weet de film weer te verrassen. Zo is de relatie tussen de verschillende apen een stukje in de film dat telkens weer een nieuwe blik werpt op een al indrukwekkend script. En dat dat script op een manier geschreven is dat risicovol is, blijkt uit de toename van het gebruik van gebarentaal. Dit bleek in Rise al aardig te werken, maar in Dawn past het volledig in elke sequentie waarin het gebruikt wordt. 

Niet alleen de vertolking van Caesar door Andy Serkis is indrukwekkend in Dawn, maar ook de rol van Malcolm, vertolkt door Jason Clarke is zeer overtuigend. Clarke werd vooral bij het grote publiek bekend door zijn rollen in grote films als Zero Dark Thirty en The Great Gatsby. Ook in Dawn bewijst hij weer dat hij in een grote film kan opvallen en blijft hangen in het grote plaatje van de film. En natuurlijk is daar Gary Oldman, de Britse acteur die altijd wel weet te overtuigen en dat dit keer ook weer met verve doet als Dreyfus, een op wraak beluste patriot die alle apen het liefst van de aardbodem ziet verdwijnen, zodat het menselijke ras weer kan zegevieren.

Een minpunt aan deze film is echter wel, zoals bij veel films de laatste tijd het probleem is, de teleurstellende bijdrage van het 3D-effect. Dit blijft toch elke weer een component dat niet doet waarvoor het gemaakt is in de meeste films. Een enkele keer komt een brokstuk op de kijker af vliegen, en daar blijft het dan jammer genoeg bij. De keren dat in de film de bril even wordt afgezet, maakt bij Dawn ook duidelijk dat grote stukken van de film niet eens 3D zijn. 

Dawn of the Planet of The Apes overtreft zijn voorganger wat betreft snelheid en mate van actie. Rise of the Planet of the Apes was een opmaat naar iets groters, dat was door de hele film heen te merken. Dawn doet echter wat een goede actiefilm doet: de kijker elke keer weer verrassen met een sequentie die toch weer dat puntje van de stoel dichterbij brengt. De CGI bewijst weer zijn kracht in de vorm van Caesar en zijn soortgenoten en de indrukwekkende sequences in een vervallen San Fransisco. Eigenlijk is er nog een minpunt aan deze film, dat zowel een pluspunt is: de vraag naar meer.