Boek: De Kamer

De Kamer gaat over een zeer eigenaardige man die net aan zijn nieuwe baan is begonnen. Hij ontdekt op zijn werk een kamertje dat niemand anders lijkt op te merken en daar raakt hij door geobsedeerd. Er moet wel iets geheimzinnigs aan de gang zijn want ondanks dat het bestaan ervan werd ontkent mag hij er niet heen.

De hoofdpersoon denkt dat hij is overgeplaatst omdat hij zijn oude functie zou zijn ontgroeid en bewust op een plek is gezet waar hij zich beter kan ontplooien. Hij heeft dan ook grootse plannen om leidinggevende te worden. Hij lijkt zowel last te hebben van paranoide gevoelens als een grootheidswaan.

De in de eerste instantie naamloze hoofdpersoon is perfectionistisch, dwangmatig, een denker en lijkt in zijn eigen wereld te leven. Dat wordt nog eens versterkt doordat het verhaal in de ik-vorm is geschreven. Er is een groot verschil tussen zijn omgeving en de gedachten die hij over de omgeving heeft. Zo is zijn werkplek erg bureaucratisch. Die lijkt erg goed bij hem te passen, maar niet bij zijn ambitieuze plannen en niet bij de vermeende reden van zijn overplaatsing. Al snel bekruipt je het gevoel dat hij foute conclusies aan de feiten verbindt.

Zijn werkgever wordt alleen met 'de Instantie' aangeduid. Er worden kennelijk besluiten genomen die lager geplaatste ambtenaren verder moeten uitwerken en herformuleren. Iedere basistekst van de geheimzinnige Onderzoekers heeft een nummer dat zijn prioriteit aangeeft in een aflopende schaal. Zijn afdeling werkt alleen met de bijna minst belangrijke besluiten. Wat er precies gebeurt wordt niet duidelijk. Dat geeft ook niet. Het is een karikatuur van een bureaucratisch systeem en dat vond ik erg grappig.

Ook zijn collega's lijken in de eerste intantie nogal onpersoonlijk. Dat komt omdat hij weinig contact met ze maakt.en zij zich ook wat afwachtend gedragen. Je leert ze vooral kennen door zijn observaties en de gedachten die hij erbij heeft.

Pas als zijn collega's niet langer gelaten zijn gedrag tolereren krijgt de hoofdpersoon een naam. Hij wordt dan direct aangesproken. Op dat moment worden het ook echte personages.

Uiteindelijk weet de hoofdpersoon toch zijn voordeel te doen met zijn aparte manier van denken. en de Kamer, natuurlijk. Op zijn manier is hij heel intelligent. Hij wordt voor gek versleten door zijn egenaardige gedrag en ook van sociale interactie snapt hij niets.

Wat ik jammer vind is dat je er niet achter komt wat hem nou eigenlijk mankeert. Is hij een autist? Schizofreen? Is er misschien werkelijk iets geheimzinnigs aan de hand in dat gebouw? Ook de achtergrond van de hoofdpersoon blijft een beetje onderbelicht. Waar werkte hij eerder? Waarom is hij daar precies weggegaan? Hoe zit het privéleven van die man in elkaar? Is er echt een flirt geweest met de receptioniste?

Ik vond het een heel fascinerend boekje.