CD: Ufomammut - Oro - Opus Primum

Een band met een naam als Ufomammut laat nog weinig te raden over naar hun muzikale output. Het Italiaanse trio uit zichzelf sinds het debuut Godlike Snake (2000) al zes platen lang als een kolossaal riffmonster en wordt door velen gezien als een icoon op het vlak van zware, psychedelische sludge. Hoewel de band elke plaat trouw bleef aan het massieve geluid werd er per album gespeeld met verschillende conceptuele veranderingen in atmosfeer, thema - zoals een ode aan de eerste vrouw op aarde met Eve (2010) - en emotie. Nu klinken termen als atmosfeer en emotie vrij zweverig, maar met een band als Ufomammut maken die juist het verschil. Het is de opvulling tussen de zware riffs die de toon zetten. Een lage toon welteverstaan.

Ufomammut - Oro - Opus Primum
 
 

Door eens in de paar jaar een plaat uit te brengen toont Ufomammut aan in een constante creatieve flow te zitten. Opus Primum is alweer het zesde album in twaalf jaar tijd, wat een mooie statistiek neerzet van een album per twee jaar. Deze plaat maakt echter deel uit van een tweeluik, waar Opus Alter aan het einde van dit jaar zal verschijnen. De precieze samenhang tussen deze twee laat nog naar zich raden, maar de band laat met Primum in ieder geval op het eerste gehoor zien geen grote stappen van het vertrouwde geluid te nemen, maar wel een concept voor ogen gehad te hebben. Het vijftal uitgestrekte nummers laat zich door occulte achtergrondstemmen haast onmerkbaar aan elkaar weven. Het is moeilijk om iets van dit verstoorde geroezemoes te maken, maar een willekeurige tekst in het boekje spreekt bijvoorbeeld vooral over apocalyptische beginselen:

"We saw clouds of blood, scarlet skies, red rain
And we all cried scared
We felt iced fire bolts wrapping our bones, cage for souls
And we all hid scared"

De voornaamste verschillen met eerdere albums zijn te vinden in het samenspel tussen gitaar en bas die elkaar op dit album nauwelijks loslaten. Waar op voorgaande platen nog wel eens speelruimte werd vrijgemaakt, bijvoorbeeld voor de bas om een groove in te zetten, staat de instrumentatie op Primum volledig in dienst van de riff. Ondanks de muur van effecten die opgetrokken wordt, blijft de productie binnen de grenzen waardoor het geluid helder blijft en we niet te maken krijgen met een brei aan oversturing. De melodische synthesizerlijnen zijn hierdoor nog duidelijker waarneembaar.

Openingstrack 'Empireum' is wat je noemt een sfeerzetter die een ruim kwartier de tijd neemt om jou steeds dieper in het zelfgecreëerde uitheemse rijk te trekken. De (het moet gezegd worden: inmiddels wel cliché wordende) spacerock-synthesizers en tribale drums vormen de inleiding van een pulserende gitaargolf. Vanaf 'Aureum' wordt er meer dynamiek in het spel gebracht. In een minuut tijd is er een grotere verscheidenheid aan riffs dan het voorgaande kwartier geteld. Het gevaar van eentonigheid ligt helaas wel snel op de loer, hoe episch de gitaarexplosies en bulderende keelklanken ook mogen zijn. De zoektocht naar variatie leidt je uiteindelijk naar de details, zoals de naar voren tredende synthesizermelodieën van 'Infearnatural' of de psychedelische zanglijnen tijdens 'Mindonine', gepaard met de naweeën van een could-have-been gitaarsolo.

Ufomammut
 

Het werk van Ufomammut draait niet zozeer om de songwritingcapaciteiten, maar dat is voor een band als deze geen primaire vereiste. Opus Primum stampt heuvels uit de grond, creëert nieuwe manen aan de hemel en versnelt je baardgroei met hun monolithische geluidsfurie. Ondanks dat ze wederom een zelfde soort plaat hebben gemaakt, bewijzen ze nog altijd onbetwiste pioniers te zijn op het gebied van de space/sludge-stroming. Wellicht valt met het tweede album alles op zijn plaats en vormen Opus Primum en -Alter uiteindelijk Ufomammuts magnum opus. Deze mammoet is nog niet uitgestorven.