Boek: Daniëlle Hermans - De man van Manhattan

Man van ManhattanMet twee internationale bestsellers op haar naam lijkt de ster van de Nederlandse Daniëlle Hermans rijzende. Het verhaal in haar nieuwe roman reisde dit keer helemaal over de Atlantische Oceaan richting Manhattan, waar een verborgen geschiedenis wordt ontdekt in de thriller De man van Manhattan.

Verborgen geschiedenis
Het boek opent met een grijpende proloog waarin we getuige zijn van een poging tot moord in de Amsterdamse grachten. Met het slachtoffer genaamd Donald Christie maken we later kennis, wanneer de losbandige journaliste Kes van Buren een paar dagen eerder met hem meeloopt tijdens zijn werk. Al tientallen jaren bestaat dat uit het vertalen van historische papieren die duidelijkheid moeten brengen in de rol die Nederland heeft gespeeld in de geschiedenis van het Amerikaanse eiland, Manhattan. Tussen deze papieren zit een belangrijk document, waar verschillende partijen in zowel de Verenigde Staten als in Nederland belang bij hebben. Door het stopzetten van de subsidie voor het vertaalwerk voelt Christie zich geheel tegen zijn natuur in genoodzaakt bepaalde personen te benaderen en dingen te doen die niet helemaal stroken met de wet. Maar uiteindelijk is Kes degene die het echte verband tussen het document, de Verenigde Staten, Nederland en de anderen die er belang bij denken te hebben ontdekt.

Vinger in de pap
In De man van Manhattan zijn feit en fictie op een knappe manier met elkaar verweven. Deze verweving neigt na de veelbelovende proloog wel erg veel naar de historische kant, waardoor deze literaire thriller gaandeweg steeds meer de vorm van een geschiedenisboek aanneemt. En die zijn, laten we wel wezen, nou niet altijd uptempo geschreven. Het lijkt alsof Hermans in de loop van het boek de draad in haar verhaal kwijt is geraakt en dit via veel feitenkennis probeert te verbloemen. Wat ze echter niet heeft weten te verbloemen is haar veelvuldig gebruik van clichégezegden. Het zal wel iets Hollands zijn, maar om drie keer binnen een aantal bladzijdes de zinsnede ‘hij heeft een grote vinger in de pap’ te lezen, of ‘die hebben wat in de melk te brokkelen’, dat gaat op den duur toch wel vervelen. Hermans mag verder wel een compliment ontvangen voor het geloofwaardigheidsgehalte van haar boek en de educatieve insteek ervan, vanuit dat oogpunt is het boek zeker interessant. Maar om nou met Marion Pauws woorden die de cover van het boek sieren te spreken 'dat je dit als New York-fan moet lezen' is wat overdreven, al helemaal omdat de stad helemaal niet het middelpunt is van het boek.