CD: Villagers - Becoming a Jackal

Kijk, dat zijn de ultieme omstandigheden voor een nieuwe start en muzikaal vernuft: Conor J. O'Brien zoop zichzelf een stuk in de kraag nadat hij en zijn voormalige band er genoeg van hadden. Met de kater nog nadreunend in zijn kop schreef hij een dag later een nummer voor de act die later Villagers gedoopt zou worden. In juni kwam het debuut uit, Becoming a Jackal.


De jonge Ier plaatst zich met deze plaat meteen in de kijker, want het is simpel gezegd een droomdebuut. Dromen die kunnen transformeren tot nachtmerries (donkere teksten), of waar je juist wakker en uitgerust van wakker wordt (speeldoosachtige gitaarklanken). O'Brien is een singer-songwriter die de geplaveide wegen van onder meer Ben Christophers, Bon Iver, Cat Stevens, en die andere Conor (Oberst, Bright Eyes) betreedt. Melancholieke, zwaarmoedige teksten die begeleid worden door sobere maar pakkende muziek. Muziek die je bij de strot grijpt en je langzaam meevoert.

De opener sleept je naar binnen met oorstrelende violen, een spookachtig pianoloopje en de treurige stem van O'Brien. Eén van de prijsnummers is de titeltrack, waarin de fragiele stem van O'Brien heel mooi uitkomt en het jaren zestig Simon and Garfunkel refreintje het helemaal afmaakt. 'Ship of Promises' is meeslepend en kent een hoger tempo, waardoor er een licht manische kant doorklinkt.


Doorgaans creëren de Villagers echter een melancholisch geluidsdecor waarin trage folk, jaren zestig pop en onheilspellend singer-songwriterschap de boventoon voeren. Laat je meevoeren door de kale klanken van 'To Be Counted Among Men' of door 'Pieces' waarin O'Brien als een huilende wolf afsluit. Prachtplaat!