Guild Wars: Eye of The North

Wie had twee jaar geleden kunnen denken dat Guild Wars zo een succes zou worden. Inmiddels zijn er al drie hoofdstukken van het spel uit, en zijn we nu toe aan de eerste echte uitbreiding genaamd Guild Wars: Eye of The North. Dit nieuwe deeltje in de Guild Wars-serie verschilt met de andere titels door het gegeven dat je één van de andere drie delen (Guild Wars: Prophecies, Guild Wars: Factions, Guild Wars: Nightfall) nodig hebt om het te kunnen spelen. Jouw karakter uit één van de vorige delen moet zelfs al op de levelcap van twintig zitten om toegang te krijgen tot de nieuwe gebieden die deze uitbreiding de speler biedt.

De verhaallijn is net zoals in de vorige delen van Guild Wars weer erg doordacht en zit goed in elkaar, hoewel het wel wat langer zou hebben gekund. Het aantal cutscenes tussen de quests is flink toegenomen en zorgen er voor dat je je direct kunt inleven in de penibele situatie van de dwergen. Guild Wars: Eye of The North speelt zich enkele jaren af na het verslaan van de god Abbadon in Guild Wars: Nightfall, en het verhaal neemt je mee terug naar het continent waar het allemaal begon, namelijk Tyria. Vreemde aardschokken en ‘oozes’ duiken op in de diverse hoofdsteden van de drie continenten en jij als doorgewinterde avonturier moet uit gaan zoeken waar dat dan door komt. Al snel kom je in een onderaards gangenstelsel en ontmoet je enkele van de hoofdrolspelers in deze nieuwe verhaallijn; de dwergen en de Asura. Die ontmoeting gaat niet vlekkeloos, want rap daarna bevind je je in een situatie dat je moet rennen voor je leven voor de Destroyers, die naar zo blijkt het slechtste met de dwergen voor hebben. Jouw hulp wordt ingeroepen, en samen met de dwergen moet je de andere rassen en facties van Tyria voor jouw zaak zien te winnen.

Aan het spelconcept is bitter weinig veranderd. Waarom ook, want dat is onder andere wat Guild Wars tot zo een succes heeft gemaakt. De levelcap is niet verhoogd, maar blijft strak staan op twintig, en je speelt het spel nog altijd met een beperkt aantal spelers in een gebied, want alle verkenbare gebieden zijn nog altijd ‘instanced’. Het is dus niet zoals bijvoorbeeld in World of Warcraft dat je ineens andere spelers tegen het lijf kunt lopen terwijl jij met een quest bezig bent. Afspreken met een groep gebeurt dus nog altijd in een stad waar je elkaar wel kunt ontmoeten, en de belangrijkste sociale groep is nog altijd jouw eigen guild of de groep van guilds waarmee jouw clubje avonturiers een alliantie vormt. Naast de bekende missies en quests die je als groep kunt doen, zijn er in EoTN ook wat missies te vinden die je als speler helemaal in je eentje zult moeten doen en dus een extra uitdaging vormen, omdat je niet op die extra steun in je rug kunt rekenen. Bovendien zijn er wat minigames in het spel zoals Polymock, wat het beste te vergelijken is met Pokemon, en een Street Fighter-achtige situatie waarin jij een aantal vijanden met de grond gelijk zult moeten maken.

In de vorige delen van Guild Wars lag de nadruk buiten PvE ook erg op PvP. Uiteraard is die ontzettend populaire succesformule bewaard gebleven, maar in tegenstelling tot vorige delen is er op PvP-gebied bar weinig bijgekomen. Het aantal nieuwe skills is minimaal, en een nieuwe arena of iets dergelijks is er in EoTN niet te vinden.

Visueel is Guid Wars: Eye of The North wederom verbluffend. Waar je mond al open viel van verbazing in de vorige delen, hebben de ontwikkelaars zich in deze nieuwe episode zich weer weten te overtreffen. Alles is nog scherper en helderder qua kleuren. Bovendien zijn de vuren levensecht, en begint het water in rivieren en watervallen zich steeds meer te gedragen zoals dat in de echte wereld.