Dossier: Een jaar na de moord op Fortuyn

Na de commotie op 6 mei begint Nederland op 7 mei zich te beseffen wat er eigenlijk gebeurd is. Ook binnen de Lijst Pim Fortuyn beginnen vragen te ontstaan: Hoe nu verder? De partij raakt ernstig verdeeld. De broer van Fortuyn en vriend Harry Mens pleiten voor opheffing van de LPF. Mede omdat Fortuyn zelf al gezegd zou hebben dat de kandidaten op de lijst niet geschikt zouden zijn. En zonder de leiding van Pim Fortuyn zou de partij niks klaar kunnen maken. Langendam, voorzitter van de LPF, veroorzaakt ophef door te zeggen dat de kogels van links kwamen''. De partij doet toch mee met de verkiezingen van 15 mei en behaalt een monsterzege: uit het niets krijgt de partij 1,6 miljoen stemmen en dat is goed voor 26 zetels in de Tweede Kamer.

Ook wordt duidelijk dat milieuactivist Volkert van der G. de hoofdverdachte is. Na onderzoek blijkt dat de kogels waarmee Fortuyn vermoord is uit het wapen van Van der G. komt die hij bij zich had tijdens zijn arrestatie, vlak na de moord. De verdachte beroept zich op zijn zwijgrecht en zal maanden lang geen woord spreken.

Veel mensen zijn verbijsterd en woedend na de moord op Fortuyn. Rond het Binnenhof in Den Haag komt het 's avonds tot ongeregeldheden. Zo'n 20.000 mensen nemen afscheid van de vermoorde politicus in de Laurentius- en Elisabethkathedraal. Op 10 mei, als Fortuyn wordt begraven, bewijzen duizenden mensen hem de laatste eer.

Het kabinet-Kok stelt een commissie in, de commissie Van den Haak, die gaat onderzoeken of de overheid Fortuyn afdoende heeft beveiligd. Minister De Vries van Binnenlandse Zaken verklaart de avond van de moord dat er "voldoende aandacht" is geweest voor de beveiliging van Fortuyn.

Na ruim een maand van onderhandelingen bereiken de VVD, het CDA en de LPF in juni 2002 een regeerakkoord. De LPF mag vier ministers leveren. Het kabinet begint in juli 2002 met een smet op het blazoen. Staatssecretaris Bijlhout van Emancipatie en Familiezaken (LPF) moet een paar uur na de beëdiging van het kabinet aftreden, omdat zij heeft gelogen over haar betrokkenheid bij de omstreden volksmilitie van de voormalige Surinaamse dictator Bouterse.

Verdachte Volkert van der G. gaat in hongerstaking uit protest tegen het cameratoezicht in zijn cel.

Fortuyn krijgt een herbegrafenis in het dorp waar zijn vakantiehuis staat: het Italiaanse Provensano. Een paar honderd mensen zijn bij de ceremonie aanwezig.

Mat Herben legt in augustus zijn fractievoorzitterschap neer na een zwak optreden bij het debat over de regeringsverklaring. Harry Wijnschenk wordt de nieuwe fractievoorzitter. De fractie is geen eenheid: onderlinge ruzies, gebrek aan tact en opvallende mediaoptredens zijn aan de orde van de dag. Maar ook Wijnschenk kan geen potten breken. Tijdens de politieke beschouwingen in september 2002 heeft Wijnschenk het moeilijk: "Ik had mijn dag niet." Hij komt onder vuur te liggen en de fractie is verdeeld.

Aan het eind van de maand stopt Van der G. met zijn hongerstaking, omdat hij vermoedt dat de omstandigheden in de gevangenis zullen verbeteren. Hij heeft dan 70 dagen niet gegeten. Zijn gezondheid is redelijk.

Het kabinet komt in oktober 2002 onder zware druk te staan door een hooglopende ruzie tussen de LPF-ministers Eduard Bomhoff en Herman Heinsbroek. Beide ministers stappen op, maar de VVD en het CDA willen niet meer doorregeren met hun ruziënde regeringspartner. Op 16 oktober valt het kabinet Balkenende.

In november komt dan het verlossende woord: Van der G. bekent het doodschieten van Fortuyn.

De commissie Van den Haak brengt in december 2002 verslag uit: Fortuyn had beveiliging moeten krijgen en de veiligheidsdienst AIVD heeft fouten gemaakt. De commissie geeft echter geen eenduidig antwoord op de vraag wie nu eigenlijk verantwoordelijk was voor het kennelijk falen van de persoonsbeveiliging.

In januari 2003 zijn er dan nieuwe verkiezingen. Een uitgedunde LPF behaalt bij deze verkiezingen van 22 januari acht zetels. Herben is inmiddels teruggekeerd als leider van de partij.

In maart gaat dan Het proces tegen Van der G. van start. Het Openbaar Ministerie beschuldigt Van der G. van moord met voorbedachten rade, verboden wapenbezit en bedreiging. De verdachte betuigt geen spijt. Hij zag Fortuyn als een "groot gevaar voor de samenleving." De Officier van Justitie, J. Plooy, eist een levenslange celstraf tegen Volkert van der G. De rechtbank veroordeelt Van der G. tot achttien jaar gevangenisstraf. Het OM gaat in beroep; dat dient in juli 2003.

Op 6 mei 2003 zijn er verschillende herdenkingen door het hele land. In Rotterdam, op het Media Park en in Den Haag. Ruud de Wild, die naast Fortuyn stond toen deze vermoord werd, hoopt maar op een ding: "Na 6 mei, moet het boek gesloten worden."