WK allround, sprint en afstanden samengevoegd tot één WK schaatsen

Het aantal wereldkampioenschappen voor langebaanschaatsers wordt teruggebracht naar één titeltoernooi per seizoen. Momenteel zijn er nog aparte wereldkampioenschappen allround, sprint en afstanden. De nieuwe opzet zal ingaan per seizoen 2020/2021.

Dat besluit is vrijdag genomen op het tweejaarlijkse ISU Congres in het Spaanse Sevilla. De KNSB heeft zich in de afgelopen periode maximaal ingespannen om het aantal WK’s op minstens twee per jaar te houden. Daarnaast heeft de KNSB ook diverse alternatieven ingebracht, maar de internationale schaatsgemeenschap heeft democratisch anders besloten, zegt Jeroen Kraaij, leider van de KNSB-delegatie in Sevilla.

Het voorstel om voortaan nog maar één WK per winter te organiseren, was afkomstig van de Technische Commissie van de ISU zelf. Belangrijkste argument: het langebaanschaatsen telt nu te veel wereldkampioenen. Dat zou verwarring wekken bij het publiek en het zou commercieel ingewikkeld zijn. Daarnaast wordt de ‘waarde’ van de titel 'Wereldkampioen' hierdoor groter. Eigenlijk kent geen andere sport zo veel WK’s én World Cups-wedstrijden als het langebaanschaatsen.

De nieuwe kalender wordt al snel ingevoerd. In het seizoen 2019-2020 gaat de ISU al terug naar twee titeltoernooien: een WK Afstanden en een WK Sprint/Allround. Het jaar daarna (2020-2021) zal er één WK verreden worden. Welk WK en in welke vorm zal in de komende periode worden uitgewerkt.

"Wij zullen als KNSB zitting krijgen in een werkgroep die mee gaat denken over de invulling van dit model in combinatie met het huidige World Cup-model, Hierdoor zitten we dicht bij het vuur en kunnen we invloed uitoefenen", zegt Kraaij.

Verder gaat vanaf komend seizoen de puntentelling bij de mass start op de schop. Tijdens de race zullen er drie tussensprints zijn. De eerste drie rijders krijgen daarvoor respectievelijk 3, 2 en 1 punt. Bij de finish krijgen de eerste zes rijders punten. De eerste krijgt 60, de tweede 40, de derde 20, de vierde 10, de vijfde 6 en de zesde 3.