Minder biologische bestrijding in glasgroenteteelt

qltel

In de meeste glasgroentekassen worden biologische bestrijders zoals roofmijten en sluipwespen ingezet voor de bestrijding van ziekten of plagen. In de periode 2000–2016 daalde de toepassing van biologische bestrijders. In 2016 werd in bijna 7 op de 10 groentekassen (2.700 ha) gewerkt met biologische bestrijders, in 2000 was dit in nog vrijwel alle kassen het geval. Dit blijkt uit voorlopige uitkomsten van het gewas- beschermingsonderzoek van het CBS.

Grootste krimp biologische bestrijding in tomatenteelt
Vooral telers van tomaten hebben er de laatste jaren voor gekozen om in minder kassen biologische bestrijders in te zetten. In 2000 werd nog in alle tomatenkassen gewerkt met biologische bestrijders, in 2016 was dit gedaald naar 62 procent van het areaal (1000 ha). Overigens betekent dit niet dat het gebruik van chemische gewas- beschermingsmiddelen is toegenomen. Nieuwe veredelingstechnieken van groentegewassen en technologische innovaties in de glastuinbouw dragen eraan bij dat ziekten en plagen minder voorkomen. Dit kan de inzet van biologische bestrijders minder nodig, of zelfs overbodig maken.

Biologische bestrijding in komkommerteelt op peil sinds 2012
Ook de toepassing van biologische bestrijders bij de teelt van paprika’s daalde in 2016 ten opzichte van 2000. In de komkommerglasteelt is het de biologische bestrijding de laatste jaren op peil gebleven. De in 2000 begonnen daling van de toepassing van biologische bestrijders in de komkommerteelt zette na 2012 niet door. In 2016 werden op bijna 80 procent van het komkommerareaal (0,4 duizend ha) biologische bestrijders ingezet tegen ziekten en plagen van de komkommer.

Minder biologische bestrijding in glasgroenteteelt
Minder biologische bestrijding in glasgroenteteelt