Skiester Veith wint na ellenlang blessureleed, ook Vonn wint

In het Franse skioord Val d'Isère is het World Cup-weekeinde voor de dames afgesloten. Twee afdalingstrainingen moesten geannuleerd worden, waardoor de afdaling van zondag omgezet werd in een super-G: voor een afdaling moet minstens één training gedaan zijn. Ook zaterdag stond een super-G op het programma, ter vervanging van de afgelaste wedstrijd in St Moritz.

Zaterdag was de Amerikaanse Lindsey Vonn de beste, alweer voor de 78e keer in haar illustere loopbaan. Aan de finish was ze 0,31 seconden sneller dan de immer spectaculair skiënde Italiaanse Sofia Goggia, die Ragnhild Mowinckel 0,08 seconden voor wist te blijven. Voor de 25-jarige Noorse was het een bijzonder moment: na ruim honderd wedstrijden mocht ze voor het eerst het World Cup-podium betreden.

Zondag ging de winst naar Anna Veith en ook dat was bijzonder. De Oostenrijkse zegevierde in maart 2015, toen nog als Anna Fenninger, voor het laatst in de World Cup. Vervolgens kreeg ze te maken met meerdere zware blessures, waar ze nu pas eindelijk volledig van hersteld is. Met 0,48 seconden voorsprong op de Liechtensteinse Tina Weirather kon Veith eindelijk weer juichen, Goggia pakte dit keer op 0,51 seconden de derde plek.