Vuelta: Etappe 20 - De monsterlijke Angliru als slotakkoord voor Contador?

Redactie

Al een tijdje kijkt iedereen uit naar de rit met aankomst op de mythische Angliru, maar voor die tijd moesten er helaas nog wel wat andere ritjes afgewerkt worden. Ook de rit van vrijdag, richting Gijón, was er niet echt een om te onthouden. Al vroeg in de rit reed er een groep werd, waarna een tweede groep in de achtervolging ging. Dat kwam allemaal bij elkaar, waardoor er een groep van 27 man als cabeza de carrera aangeduid mocht worden.

De klimmetjes onderweg zorgden voor wat schifting, maar richting de laatste klim van de dag zaten er toch nog ongeveer 20 renners bij elkaar. In de aanloop naar de laatste klim reed het jonge talent Ivan Garcia Cortina weg. Hij is afkomstig uit Gijón en probeerde te ancitiperen, aangezien hij van de jongens vooraan niet de beste klimmer was. Zijn opzet leek te slagen, want op de top van de steile klim van Huerces wist alleen Bardet aan te sluiten. Door de lastige finale met tegenwind wisten die twee niet vooruit te blijven. Roche en Navarro sloten aan, waarna er slag om slinger werd gedemarreerd. Niemand wist weg te blijven, het viel stil en een grotere groep sloot aan.

Zo gingen we de laatste kilometers in met negen man. Ondanks talloze demarrages kwam het aan op een sprint. In de groep zaten wel wat snelle jongens, zoals Pantano en Garcia. De jongen uit Gijón ging als eerste aan, maar kwam zichzelf gruwelijk tegen. Pantano probeerde te profiteren, maar niemand was opgewassen tegen de verschroeiende sprint van Thomas De Gendt. Ik had geen idee dat hij überhaupt kon sprinten, maar zo blijkt het dat je op je 30e nog verborgen talenten kan ontdekken. Voor Lotto Soudal alweer de vierde zege en voor De Gendt een mooie beloning na heel wat kansloos aanvalswerk. Bovendien heeft hij nu in iedere grote ronde een rit gewonnen, dat is iets wat niet veel renners kunnen zeggen.

Het peloton reed lang op een kwartier achterstand, want Sky had weer geen zin om te controleren. Astana nam uiteindelijk over van Sky, maar ook zij wisten niet veel van de voorsprong af te halen. Pas in de slotfase ging het snel, omdat Contador zich weer eens niet kon bedwingen. Op het steile klimmetje aan het eind van de rit ging hij in de aanval en hij reed in een mum van tijd een kleine minuut voorsprong bijeen. De wattages die hij trapte waren van een andere planeet, helaas voor hem kwam er na de klim nog een lang vlak stuk. Na het eerste deel van de afdaling begonnen Sunweb en Sky samen achter Contador aan te rijden, die dan weer de steun had gekregen van ploeggenoot Theuns.

Een eerlijke strijd werd het mede door de ferme tegenwind niet. Op een aantal kilometer van de streep werden de twee ingerekend en dus was de aanval van Contador een kansloze. Hij heeft nu nog één rit over om zich te laten zien. De voorlaatste rit brengt ons via de Cobertoria en de Cordal naar de Angliru. Een korte, maar loodzware rit. De laatste kans voor de klassementsrenners om iets aan hun huidige situatie te veranderen. Bovenal zal het uitkijken zijn naar het laatste kunststukje van Contador. Dit kan niet anders dan enorm veel genot worden.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De startplaats
Deze allesbeslissende rit start in de gemeente Corvera de Asturias, waar in totaal ongeveer 16.000 mensen wonen. We bevinden ons op een kilometer of 25 van Gijón, in het stadje Las Vegas. Geen casino's en achtbanen op daken hier, het is een slaperige buitenwijk van Avilés, waar de laatste rit richting de Angliru van start ging. Dat was in 2013, ook toen was het de laatste en allesbepalende bergrit. In de gemeente Corvera de Asturias was de Vuelta even goed nog nooit, in ieder geval niet voor een aankomst of een vertrek.

De renners zijn wel al een aantal keer over het grondgebied van de gemeente gereden, vorig jaar tijdens de rit naar de Alto del Naranco nog. Het is verder wel logisch dat de Vuelta hier niet vaak komt, want er is hier helemaal niets te beleven. Een start in Avilés is een stuk logischer, want daar zijn zowaar nog wat dingen te beleven. Las Vegas, en Corvera als geheel, heeft helemaal niets. Appartementencomplexen, waar de noeste arbeiders uit Avilés wonen.

De meeste mensen werken bij de staalfabrieken van Arcelor, dankzij die industrie is het inwonersaantal van Corvera ook sterk gegroeid door de jaren heen. In recordtijd werden er een aantal jaar geleden heel wat flats uit de grond gestampt. Dat resulteert in een troosteloze gemeente, met in de verte een nog troostelozer uitzicht. Naast staalfabrieken ook nog wat chemische fabrieken, alle reden om hier nog niet dood gevonden te willen worden.

Desondanks schijnt Corvera wel een een gemeente te zijn waar men veel aan sport dus, dus start de rit in de buurt van het lokale sportcomplex. Gewoon een aftandse gymzaal, maar dat mag de pret niet drukken. Corvera schijnt ook een enorme diepgewortelde culturele traditie te hebben, waardoor ze hier over meerdere culturele centra en theaters beschikken. De renners komen bij de start langs zo'n cultureel centrum, maar dat heeft meer weg van een gevangenis. Corvera dus, onthoud die naam vooral niet.

Corvera, we kunnen het niet snel genoeg achter ons laten (Foto: Panoramio)
Corvera, we kunnen het niet snel genoeg achter ons laten (Foto: Panoramio)

De route
In de neutralisatie rijden de renners een rondje door de gemeente, langs de industrie, richting Avilés. In Avilés start de rit dan officieel, waarna de weg bijna meteen omhoog begint te lopen. Het gaat in de eerste 13 kilometer van de rit omhoog, vooral vals plat. Al zitten er ook wat zwaardere stroken in, zo gaat het in de buurt van La Reigada twee kilometer aan 5% omhoog. Verder komt het gemiddeld uit aan iets minder dan 4%, wat niet heel spannend is. Desalniettemin een stuk beter dan wat we in de voorgaande ritten hadden, het is nu in ieder geval niet 100 kilometer vlak voor we wat hoogteverschil tegenkomen.

In La Reigada bereiken de renners na ongeveer 13 kilometer de top van deze loper. De weg richting de top is bochtig en het wegdek is best pover, wat ook in de afdaling het geval zal zijn. In totaal gaat het 11 kilometer naar beneden, met tussendoor nog een vlakke strook van anderhalve kilometer. De afdaling is niet bijzonder lastig, ondanks het feit dat het hier nogal bochtig is. Een paar wat scherpere bochtjes, maar de meeste bochten zijn prima in te schatten. Bovendien gaat het niet zo steil naar beneden, al is het slechte wegdek wel een doorn in het oog. Als het daadwerkelijk slecht weer wordt kan dit wel ineens een verraderlijke afdaling worden, maar dat geldt dan voor iedere afdaling.

Na 21 kilometer komen de renners door Grullos, waar de afdaling bijna gedaan is. Het gaat nog even verder naar beneden, richting de rivier Nalón. Deze rivier kennen we eigenlijk al goed genoeg na de vorige rit, maar we maken er nu toch nog nader kennis mee. Vlak voor de rivier is er een scherpe bocht naar links, waarna we heel korte langs de rivier rijden over een weg met twee lastige bochtjes. Daarna is er een bocht naar rechts, steken we de rivier over en zetten we koers richting Grado. In dit stuk van vijf kilometer is het zo goed als vlak, met alleen een paar kleine hupjes onderweg.

Na 27,5 kilometer rijden de renners dan door Grado, wat nog best een aardig stadje is. In Grado zou je rechtdoor kunnen rijden, dan fiets je naar de Puerto Marabio toe. Niet de beste klim ooit, maar in ieder geval beter dan wat we nu gaan krijgen. We slaan linksaf in deze stad en moeten daarna nog een kilometer of 40 door de vallei rijden. Gemiste kans in een rit die verder goed ontworpen is.

Grado, niet verkeerd (Foto: Panoramio)
Grado, niet verkeerd (Foto: Panoramio)

Buiten Grado komen de renners weer langs de Nalón te fietsen, over een weg die zeven kilometer lang breed, recht en zo goed als vlak is. Met die zeven kilometer in de benen komt daar verandering in, de weg loopt tegen die tijd iets meer dan drie kilometer omhoog aan 3% gemiddeld. Veredeld vals plat, maar veel meer kun je in een vallei ook niet verwachten. Nadat het drie kilometer omhoog is gegaan gaat het ook weer drie kilometer naar beneden, over een rechte weg richting Udrión. Hier passeren de renners na exact 40 kilometer, waarna er een bocht naar rechts volgt.

Vanaf nu bevinden we ons op de weg die de renners naar de eerste gecategoriseerde klim van de dag gaat brengen. Het duurt alsnog een tijd voor die klim echt in zicht komt, want deze weg door de vallei is ellenlang. De eerste 14 kilometer in deze vallei is het zo goed als vlak, de renners komen in dat stuk amper 100 meter hoger uit. Het is maar goed dat er af en toe een mooi uitzicht over de bergen is, want op het natuurlijk schoon na valt hier niets te beleven. De wegen zijn recht en breed, wat in de rest van de vallei ook zo zal blijven. Alleen begint de weg na de doortocht in Proaza, na 54 kilometer, wel iets meer omhoog te lopen.

Tussen Proaza en Santa Marina, waar de voet van de Alto de la Cobertoria ligt, overwinnen de renners 300 hoogtemeters. Het is hier dus zeer zeker niet steil, maar alles is beter dan een totaal vlakke weg. Een beetje vals plat dus, met onderweg een paar meertjes, wat tunneltjes en een uitzicht over het groene en bergachtige Asturische landschap. Ondertussen passeren de renners ook een aantal dorpjes, zoals San Salvador en Bárzana. In San Salvador begint de weg voor het eerst wat serieuzer omhoog te lopen, maar heel lang duurt dat niet. De coureurs zullen toch echt geduld moeten hebben tot Santa Marina, voor het echte geweld begint.

We bevindens ons nu wel al op bekend terrein, want in de buurt van San Salvador ligt ook het geitenpad dat de renners in 2015 naar Ermita de Alba bracht. Dat was ook wel een mooi klimmetje en een mooie rit, waarin de Alto de la Cobertoria van de andere kant werd beklommen. De kant die we nu gaan beklimmen is 8,1 kilometer lang en 8,6% gemiddeld. De voet ligt dus in Santa Marina, na 71 kilometer. Daarna gaat het gelijk aan 6,6% omhoog, waarna het in de kilometers die daarop volgen alleen nog maar lastiger wordt. Drie kilometer aan ongeveer 8%, met daarin ook een aantal stroken boven de 10%.

Toch wordt het na vier kilometer klimmen pas echt lastig, want in de laatste kilometers naar de top gaat het aan 9% of meer omhoog. Er is zelfs nog een kilometer aan 10%, met uitschieters richting 14%. Een uiterst zware klim, waarvan de top na 79,5 kilometer wordt bereikt.

Kenny Ellisonde in 2015 op zijn kinderfiets op weg naar Ermita de Alba (Foto: Getty)

De Alto de la Cobertoria is een klim van de eerste categorie, die iedere wielerliefhebber wel zal kennen. De berg wordt bijna jaarlijks opgenomen in het parcours van de Vuelta a España en de Vuelta a Asturias. In 2006 was er zelfs een finish op deze klim, toen ging de overwinning naar de Kazachse opperbaas Alexandre Vinokourov. In de jaren daarna zijn onder meer Thomas De Gendt, Luis Leon Sanchez en Frank Schleck hier als eerste bovengekomen. In 2014, toen Luis Leon als eerste bovenkwam, werd de klim net als in 2015 wel van de andere kant beklommen.

Deze kant van de Cobertoria hebben we dus al een tijd niet in stijgende lijn gezien, maar het blijft een onding. De weg is breed en goed, waardoor het minder steil lijkt dan het in feite is. De afdaling van de Cobertoria is tien kilometer lang en behoorlijk steil. Deze kant van de Cobertoria is zo mogelijk nog lastiger dan de andere kant, maar het voordeel van deze klim is dat de weg altijd breed blijft. Niet ver na de top passeren we overigens de weg die ons ook zou kunnen brengen naar de Alto de Gamoniteiro. Volgens mij kom ik zo ongeveer ieder jaar terug op dit punt, maar het blijft dan ook nog steeds onbegrijpelijk dat men dit schot voor open doel laat liggen.

We rijden nu naar beneden, richting Pola de Lena. Als je vanuit deze stad weer omhoog zou rijden naar de top van de Cobertoria, maar dan vlak voor die top afslaat en deze weg pakt richting de Gamoniteiro heb je een klim van een kilometer of 15 aan 9,5%. Klinkt als iets voor de Vuelta, maar tot op heden is het er niet van gekomen. Ook nu niet, het gaat naar Pola de Lena dus. De Cobertoria is steil en bochtig, maar dankzij de brede weg is dit in het verleden altijd een afdaling zonder heel veel gevaar gebleken. Het gaat een aantal kilometer aan 11% naar beneden, maar er zijn weinig écht lastige bochten en het gaat ook een aantal keer lang rechtdoor.

Daarom moet iedereen na 89,5 kilometer, op 28 kilometer van de finish, veilig Pola de Lena kunnen gebruiken. Deze stad, waar de tussensprint is, vormt zo'n beetje het hart van Asturië. Het is een ideaal startpunt voor een tochtje door de Asturische bergen. Al kan het ook een eindpunt zijn, zo kwam de Vuelta a Asturias hier al meerdere keren aan. Onder meer Amets Txurruka en Igor Antón mochten hier de handjes in de lucht steken, het is daarom dus een geweldige stad.

Een blik op de vallei van vandaag (Foto: Panoramio)
Een blik op Pola de Lena, waar de tussensprint ligt (Foto: Panoramio)

Na de tussensprint in Pola de Lena is het maar een kilometer vlak. De renners rijden heel kort door een vallei, maar slaan al snel linksaf. Ze rijden onder een oude spoorbrug door en daarna begint meteen de volgende serieuze klim van de dag, de Alto del Cordal. Direct loopt de weg een kilometer lang aan 9% omhoog, waarna het in de volgende kilometer wat makkelijker wordt met 6% gemiddeld. Na die makkelijkere kilometer volgt er een kilometer aan 10%, met een paar stroken aan 14%.

Met die steile kilometer in de benen zwakt deze onregelmatige klim weer af richting 6%, voor het in de laatste anderhalve kilometer van de klim aan 12% omhoog gaat. In dit zware laatste stuk van de klim bereiken we zelfs stijgingsgraden tot 14%. Na 96,5 kilometer, op 21 kilometer van de top van de Angliru, bereiken de coureurs de top van deze Alto del Cordal. Een klim van de eerste categorie die in totaal 5,7 kilometer lang is en 8,6% gemiddeld. Dat gemiddelde is al zwaar genoeg, maar dankzij die twee kilometer aan 6% geeft het wel een vertekend beeld.

Deze klim is ook weer loodzwaar, met in totaal drie kilometer boven de 10%. De weg is hier bovendien niet al te best, het is smal en het asfalt heeft z'n beste tijd gehad. El Cordal is net als de Cobertoria vaste prik in de Vuelta. Bijna jaarlijks komen we hier langs, alleen vorig jaar lieten we deze berg even links liggen. In 2015 was Omar Fraile de laatste renner die hier als eerste boven kwam. De afdaling die volgt is acht kilometer lang en behoorlijk technisch. De kant van de Cordal die we nu afdalen is evenwel de makkelijkste kant, de kant die we beklimmen is een stuk steiler.

In de afdaling die we nu doen gaat het gemiddeld aan 6% naar beneden, maar het blijft lastig aangezien de weg smal is en het wegdek dramatisch. Bijna altijd zorgt de afdaling van de Cordal wel voor wat spektakel, aangezien renners hier nog wel eens het skoekeloen van dichtbij willen bekijken. Als het nu inderdaad slecht weer gaat worden valt het niet uit te sluiten dat we beneden ineens een aantal renners kwijt zijn.

De afdaling heeft een aantal snelle, technische bochtjes, die niet altijd even overzichtelijk zijn. We rijden het grootste gedeelte van de afdaling door een bos, dat heeft een negatief effect op het inschatten van de bochten. Tot het eind blijft de afdaling technisch, met vooral in het laatste stuk nog een aantal gemene bochten. Op 13 kilometer van de streep komen we uit in La Vega en hier is de afdaling gedaan.

Nog een blik op de lokale omgeving (Foto: Panoramio)
Nog een blik op de lokale omgeving (Foto: Panoramio)

In La Vega stuiten de renners nog een op scherpe bocht naar rechts, maar bijna direct daarna begint de weg omhoog te lopen. We bevinden ons op 12,5 kilometer van de streep en hier gaat het beest beginnen. De mythische klim naar de Alto de l'Angliru. 12,5 kilometer lang dus, 9,8% gemiddeld. Een verschrikking, alhoewel het eerste deel van de klim nog best meevalt. Buiten La Vega gaat het een kilometer omhoog aan 5%, dat is nog goed te doen. Daarna gaat het twee kilometer omhoog aan 8%. Is al lastiger, maar stelt in vergelijking met dat wat komen gaat alsnog niet gek veel voor.

De kilometer aan 9% die daarna op het programma staat lijkt er al meer op, maar vervolgens zwakt het weer af richting 7%. De renners hebben nu vijf kilometer geklommen en de klim lijkt alleen maar makkelijker te worden. Tot dit punt bevinden de renners zich op een enigszins brede doorgaande weg, maar daar komt op 7,5 kilometer van de streep verandering in. Er volgt een bocht naar links, waarna het een kilometer zo goed als vlak is. Aan ongeveer twee procent gaat het omhoog, tot op 6,5 kilometer van de streep.

Plots begint de Angliru echt en lijkt de weg bijna loodrecht omhoog te lopen. Het gaat een kilometer lang aan 14% omhoog, met een steilste strook van 22%. De kilometer die daarop volgt is iets minder moeilijk, maar met 12% gemiddeld en rampas aan 14% nog steeds niet eenvoudig. Al gaat het sowieso niet meer eenvoudig worden, dat bewaren we voor de laatste kilometer. Op iets meer dan drie kilometer van de streep gaat het gemiddeld aan 14% omhoog, met een paar secties boven de 20%.

Het leukste deel van de Angliru is in zicht, want in de volgende kilometer gaat het gemiddeld aan 17,5% omhoog, met in die kilometer de onmenselijk zware strook aan 23,5%, de zwaarste strook van de hele klim. La Cueña les Cabres, zo noemt men deze strook. Hier kunnen we genieten van kruipende renners en de Guardia Civil die weer met het knuppeltje wat vervelende supporters van de berg af gaat joekelen. Het blijft nu hemeltergend steil, want in de volgende kilometer gaat het aan 13,5% omhoog, met ook weer wat stroken aan 20%. Vooral de bochten zijn hier bijna niet te doen, zo idioot steil.

We komen nu al in de buurt van de top en ook de finish. Op een meter of 800 van de finish bereiken we die top, maar ook in de laatste meters richting de top gaat het nog aan meer dan 10% omhoog, met ook nog een strook aan 20%. Daarna komt de verlossing, want in de laatste meters van de rit gaat het licht naar beneden. Er komt nog een kort knikje naar boven, maar door het afdalinkje hebben de renners een flinke vaart, waardoor ze altijd over dat laatste bultje vliegen. Daarna gaat het in licht dalende lijn richting de finish. Na 117,5 kilometer zit deze rit met aankomst op de Angliru, categoría especial, er dan op.

Het profiel van de monsterlijke Angliru (Bron: Altimetrias)
Het profiel van de monsterlijke Angliru (Bron: Altimetrias)

Een heerlijke muur, die Angliru (Foto: Panoramio)
Een heerlijke muur, die Angliru (Foto: Panoramio)

De finishplaats
De laatste bergrit eindigt boven op een mythische, legendarische berg. De Alto de l'Angliru debuteerde pas in 1999, maar boezemt toch iedereen angst in. Het is een van de zwaarste beklimmingen in het wielrennen, zonder enige twijfel. Dat de klim pas redelijk laat werd ontdekt ligt aan het feit dat er op de top niets te beleven is. Er is een parkeerplaats, met uitzichtpunt, maar verder vinden er maar weinig activiteiten plaats op de Angliru. In het dagelijks leven is dit het domein van een aantal loslopende paarden en koeien, meer niet.

Op 12 september 1999 debuteerde de Angliru in de Vuelta, tijdens de achtste rit. De klim werd meteen populair, aangezien José Maria Jiménez de overwinning pakte. Dat was voor de Spanjaarden genoeg reden om de klim in 2000 ook op te nemen in het parcours. Dat jaar ging de zege naar Gilberto Simoni, die eerder in de rit in de aanval was gegaan en op de slotklim een ontketende Roberto Heras achter zich wist te houden. Heras zette de recordtijd neer op de Angliru en sindsdien is niemand ook maar in de buurt gekomen van die tijd. Desondanks won hij niet, maar die fout herstelde hij twee jaar later.

In 2002 kwam de Vuelta weer naar de Angliru en nu liet Heras onder meer heel Kelme achter zich. Aitor Gonzalez en Oscar Sevilla werden op een hoopje gereden. Babyface reed in de leiderstrui, maar die moest hij afstaan aan Heras. Met anderhalve minuut voorsprong op de nummer twee, Joseba Beloki, was Heras weer ongenaakbaar. Na zoveel overmacht van Heras durfde de organisatie een aantal jaar niet terug te komen naar deze berg. Pas in 2008 kwam de koers weer langs.

Van Heras was geen sprake meer, maar in de tussentijd was er wel een nieuwe Spaanse klimmer opgestaan. Zijn naam? Alberto Contador. Hij reed Alejandro Valverde en Joaquim Rodriguez op een hoopje, won de rit en nam de leiderstrui over van Egoi Martinez. Die leiderstrui stond hij daarna niet meer af. Het duurde drie jaar voor de Vuelta weer naar de Angliru kwam, maar ook toen kregen we een show te zien.

De Vuelta van 2011 was een aparte. Een strijd tussen renners die ineens benen hadden die ze helemaal niet hoorden te hebben. De top van het klassement bestond uit Juan José Cobo, Bradley Wiggins en Chris Froome. Van Froome had nog nooit iemand gehoord voor die Vuelta en Juan José Cobo had al bijna anderhalf jaar geen koers meer uitgereden. Toch stonden ze daar, maar er moest toch een keer een moment komen dat ze gingen kraken.

Geen sprake van, op de Angliru werd Cobo onder de bezielende leiding van Matxin en Mauro Gianetti naar de top van de klim geblazen. Hij liet geen spaan heel van de concurrentie. Wout Poels werd op 48 seconden tweede. Cobo haalde hier naast de etappezege ook de eindzege binnen, want achter hem blunderde Sky opzichtig. De tijdrijder die plotseling kon klimmen, Bradley Wiggins, kwam voor geen meter vooruit op de steile Angliru. Dat ging de witte Keniaan een stuk beter af, maar hij moest in de buurt van Wiggins blijven, want Wiggins droeg nu eenmaal de rode leiderstrui. Veel te laat mocht hij zijn eigen ding doen, waardoor ook hij 48 seconden verloor. Tijd die hij daarna niet meer goed wist te maken, waardoor Cobo met 13 seconden voorsprong de Vuelta kon winnen.

De laatste keer dat we op de Angliru aankwamen kregen we weer een regelrecht topshowtje der lachwekkendheid voorgeschoteld. Het peloton liet een groepje vluchters te ver wegrijden, waardoor de Franse pygmee Kenny Elissonde er met de rit vandoor kon gaan. Hij was de sterkste van de kopgroep en wist zo zijn mooiste zege ooit te boeken. In de achtergrond reed Papy Horner met een grote glimlach op zijn gezicht staand Nibali de vernieling in. Nibali dacht op de Angliru wel even orde op zaken te kunnen stellen, maar de taaie Horner plooide geen moment en bleef lachen tot de top, terwijl hij bijna een halve minuut wegreed van Nibali. Hij won daardoor definitief de Vuelta van 2013. We kunnen dus wel stellen dat de Angliru goed is voor flink wat gelach, gegier en gebrul.

Nogmaals, een heerlijke klim, die Angliru (Foto: Panoramio)
Nogmaals, een heerlijke klim, die Angliru (Foto: Panoramio)

Het weer & TV
In de buurt van de startplaats schijnt het bijzonder beroerd weer te worden. 18 graden overdag, terwijl er gedurende de hele dag 80% kans op regen is. Om het nog erger te maken staat er ook nog eens veel wind, voor dat extra gure effect. In Pola de Lena, waar de Cobertoria eindigt en de Cordal begint, is het helemaal niet best. Nog kouder dan in Corvera, met ook ongeveer 70% kans op regen in de middag. Wel iets minder wind, maar alsnog niet best. De kans is enorm groot dat we een regenachtige rit gaan krijgen, wat de rit toch wel een extra dimensie geeft. De afdalingen worden er daardoor niet makkelijker op, terwijl de steile slotklim ook niet echt eenvoudiger wordt als het zo nat en glad is. Als het dan ook nog eens koud is weet je dat veel renners een slechte dag gaan beleven.

Deze enorm korte en potentieel geweldige rit begint om 14:19, heel laat dus. Sporza is er meteen bij, uiteraard wordt deze rit integraal uitgezonden. We pikken zelfs nog een deel van de neutralisatie mee, als het goed is. De aankomst wordt verwacht tussen 17:29 en 17:52.

Nog één blik op de Angliru (Foto: Steephill)
Nog één blik op de Angliru (Foto: Steephill)

Favorieten & voorspelling
Drie dagen achter elkaar ging de rit naar een vluchter. Dat is al een belangrijke reden waarom deze rit naar een klassementsrenner hoort te gaan. Bovendien is het de laatste bergrit van de Vuelta. Überhaupt de laatste rit waar nog iets kan gebeuren. De laatste serieuze rit van Alberto Contador. Het is enorm kort en lastig, terwijl het weer ook nog eens slecht is. Als we hier geen glorieuze strijd te zien krijgen weet ik het ook niet meer. Dit gaat tussen de klassementsmannetjes en daarmee basta. Het is te hopen dat de rit al losbarst op de Cobertoria of de Cordal, maar een showtje op de Angliru krijgen we sowieso.

1. Contador. Hij is op bekend terrein. Won in 2008 op de Angliru en nam toen ook meteen de leiderstrui over, die hij daarna tot in zijn eigen Madrid wist te behouden. Nu, bijna 10 jaar later, is hij weer terug op deze berg. Bezig aan zijn laatste dagen als prof. Hij toont zich, zoveel is duidelijk. Bijna iedere dag in de aanval, maar nog zonder succes. Dit is de allerlaatste kans voor Contador om een rit te winnen, om een rol van betekenis te spelen. Daarom gaat het gebeuren. Op het moment dat ik dit typ is hij waarschijnlijk nog een paar bloedzakken naar binnen aan het sodemieteren. Misschien ook nog wel een flesje bier, om de geheime formule van Landis te volgen. Linksom of rechtsom, deze rit gaat naar Contador. Een andere uitkomst is niet mogelijk. De wattages die hij de afgelopen dagen trapt zijn buitenaards. Buitenaards is ook de omschrijving van de Angliru en de prestaties op deze berg, dus dat past goed bij elkaar.

2. Froome. Sommige mensen denken dat hij het hier heel lastig gaat hebben, omdat hij het ook lastig had op Los Machucos. Dat steile werk zou hem zogenaam niet liggen. Dat is gelul natuurlijk, hem ligt alles. Dus gaat hij nu weer voor iedereen eindigen. Op Contador na dan.

3. Zakarin. Gaat een poging doen om de plaats van Nibali in te nemen. Op basis van de laatste jaren is de Angliru natuurlijk ook bij uitstek de plaats waar enorme lolbroeken hun plan trekken. Zakarin is zo'n lolbroek, want die jongen zou nu eigenlijk niet eens mogen fietsen. Beetje in je jeugd jezelf helemaal volstoppen met anabole steroïden en groeihormomen, waar je de rest van je leven profijt van hebt. Briljante tactieken van Rusland, het moet gezegd.

4. Poels. Rijdt eerst kilometers op kop voor Froome, zorgt ervoor dat bijna iedereen lost en fietst dan zelf nog naar een verre ereplaats. Zou een perfecte afsluiter zijn voor het lollerende Team Sky. Woutje was niet altijd de sterkste knecht, dat was meestal Nieve. Alleen is de Angliru dan wel weer helemaal Wout z'n ding. Dat liet hij in 2011 al zien, toen hij dus tweede werd. Gaat hier die prestatie benaderen, moet allemaal kunnen.

5. Nibali. Is al twee keer eerder kopje onder gegaan op de Angliru. Toch niet helemaal zijn klim. Al zal het nu weinig uitmaken. Zijn tweede plaats zal hij niet snel verspelen, aangezien hij een behoorlijk ruime marge heeft ten opzichte van Contador en aangezien Kelderman er op deze klim doorheen gaat zakken. Over zakken gesproken, Zakarin zou wel een gevaar kunnen vormen.