Vuelta: Etappe 17 - Een bizar zware slotklim

Redactie

Even mochten we hopen op de eerste Nederlandse ritzege van deze Vuelta, maar die droom werd al snel aan diggelen gefietst door een Keniaanse Brit. Aanvankelijk stond de verrassend sterke Duitser Lennard Kämna aan de leiding, maar na een tijd werd hij overvleugeld door Tobias Ludvigsson. De sterke Zweed, met zijn prachtige trui, reed een van de beste tijdritten van zijn leven. Door de wind die draaide mocht hij zelfs even denken aan een overwinning, maar toen de top 10 van het klassement van start ging bleek al snel dat het niet voor hem zou zijn.

Na het eerste tussenpunt was Wilco Kelderman de snelste. Hij reed weg van iedereen, zelfs van Froome. Die stond liefst 23 seconden achter na 13 kilometer, maar dat had achteraf een logische verklaring. Froome bouwde zijn tijdrit rustig op, terwijl Kelderman vrij enthousiast van start was gegaan. Kelderman kwam zichzelf een klein beetje tegen, al was hij alsnog ruim sneller dan de rest. Op één persoon na dan, Chris Froome. Na het eerste meetpunt kwam hij op stoom en toen de brommer eenmaal was aangeslingerd was er geen houden aan. Hij won met 29 seconden voorsprong op de nummer twee, Kelderman.

Daarachter werd er met minuten gesmeten, de tijdrit was zoals voorspeld zwaarder dan vooraf werd gedacht en vooral voor de lichtgewichten was het een hel. De Colombiaantjes Chaves en Lopez kregen een behoorlijke oplawaai, al zullen ze daar zelf wel rekening mee hebben gehouden. De andere klassementsrenners presteerden dan wel weer heel behoorlijk, op Michael Woods na. Contador, Nibali en Zakarin reden verrassend sterk en wisten binnen de minuut te blijven. Veel hebben ze er niet aan, Froome loopt alleen maar verder uit terwijl ze hem bergop ook niet kunnen lossen. De Vuelta is beslist, voor zover dat nog niet het geval was.

De strijd voor de resterende podiumplaatsen kan dan wel weer interessant worden. Kelderman schuift op naar de derde plaats en komt in de buurt van Nibali. Tijdens de rit die nu volgt gaat hij de kans krijgen om de plek van Nibali over te nemen, want we krijgen te maken met een zware aankomst bergop. Los Machucos, een klim waarover op voorhand al ontzettend veel is geschreven. Een nieuwe en afgrijselijk zware klim, met stijgingspercentages tot aan 28%. Unipublic is er weer in geslaagd een episch geitenpad te vinden, spanning en sensatie gegarandeerd.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De startplaats
Op ongeveer 175 kilometer van Logroño start de 17e rit in Villadiego, een klein dorpje met minder dan 2000 inwoners in de provincie Burgos, regio Castilla y León. Villadiego debuteert in de Vuelta, maar niet in de koers. Ondanks het feit dat de Ronde van Spanje hier nog nooit was, heeft dit dorp wel de traditionele voorbereidingskoers op die ronde mogen verwelkomen. Zo kwam hier in 2015 de derde rit van de Vuelta a Burgos aan, een groepje vluchters zou strijden om de winst en van dat groepje beschikte Vladimir Isaychev over de snelste sprint. Eén jaar eerder kwam er ook een rit aan in dit dorpje, toen ging de winst naar een van de allerslechtste coureurs ooit, niemand meer dan Matteo Pelucchi.

Villadiego bestaat al sinds de 9e eeuw, maar in alle eeuwen daarna is het nooit uitgegroeid tot een fatsoenlijke stad. In het kleine historische centrumpje van het dorp kom je wel wat monumenten tegen, volgens de lokale propaganda. Vooral het lokale pleintje valt op, vanwege de historische architectuur. Als ze daarmee bedoelen dat het er vooral heel erg oud en vervallen uitziet zou ik dat wel een treffende beschrijving willen noemen. Ze hebben hier wel meerdere kerkjes trouwens, wat best apart is voor zo'n klein dorp.

Al stelt Villadiego niet veel voor, ze hebben toch maar mooi een gezegde in dit dorp dat naar het schijnt bekend is in heel Spanje. "Tomar las de Villadiego", een gezegde dat zoveel moet betekenen als een gevaarlijke situatie zonder een waarschuwing verlaten, in een poging aan die situatie te ontsnappen. Deze zegswijze schijnt ergens in de 13e eeuw bedacht te zijn door Fernando III, die vorderde dat de Joden in deze stad beschermd zouden moeten worden. Villadiego werd op die manier een toevluchtshaven voor deze bevolkingsgroep, want in die tijden waren ze ook niet altijd even populair. Ook in Portugal gebruikt men deze uitdrukking, Villadiego heeft het dus tot over de landsgrenzen geschopt. Na deze rit kent iedereen het dorp, zeker omdat we te maken krijgen met een integrale uitzending.

Het fantastische Villadiego (Foto: Panoramio)
Het fantastische Villadiego (Foto: Panoramio)

De route
Van Logroño zijn we verder naar het binnenland van Spanje getrokken, maar daar gaan we niet blijven. We zetten koers richting de Cantabrische kust en dus gaat er als snel richting het noorden gefietst worden. Toch fietsen we in de eerste kilometers van de rit vooral in oostelijke richting, over een brede weg door een vrij open landschap. In dit eerste stuk van de rit gaat het een aantal kilometer heel licht vals plat omhoog, maar in totaal komen we in 10 kilometer maar 150 meter hoger uit, dus je mag het van mij ook gewoon vlak noemen. De zes kilometer daarna is het in ieder geval helemaal vlak, waarna het in licht dalende lijn verder gaat richting La Nuez de Arriba.

We bevinden ons wel op een hoogvlakte, dus heel ver omhoog en omlaag gaat het hier allemaal niet. Na de afdaling gaat het voorij La Nuez wel nog twee kilometer omhoog aan 5%, maar dat is voorlopig het spannendste klimmende. Op dat bultje na is het wel glooiend, maar lange of zware bergjes zitten er niet tussen. Na 34 kilometer stopt onze tocht richting het oosten, er volgt een bocht naar links en daarna gaan we rechtdoor naar het noorden. Het gaat bijna 20 kilometer zo goed als rechtdoor, met onderweg nog een stuk of twee serieuze knikjes naar boven. Op die hupjes na is het toch vooral vlak, maar daar komt na een kleine 60 kilometer verandering in. Tegen die tijd zit het peloton in de buurt van Valdenoceda en hier gaat het een aantal kilometer naar beneden.

Het peloton laat de hoogtevlakte achter zich en wordt geconfronteerd met een afdaling van vijf kilometer, met in die vijf kilometer een stuk of acht haarspeldbochten. De weg is breed en daardoor zijn de bochten behoorlijk goed te nemen. Het enige nadeel kan zijn dat de wolken hier nog wel eens laag willen hangen, waardoor de weg amper zichtbaar is. Dat was in ieder geval zo toen de wagentjes van Google hier naar beneden reden, vier jaar geleden. Als het helder weer is stelt deze afdaling van de Puerto de la Mazorra in ieder geval weinig voor, het gaat ook niet bijzonder steil naar beneden.

Een spookachtige blik op de vallei (Foto: Panoramio)
Een spookachtige blik op de vallei (Foto: Panoramio)

Eenmaal beneden komen de renners in de vallei van de Ebro terecht. Langs deze rivier staan vooral veel rotswanden, waardoor de coureurs al snel door een prachtige omgeving komen te fietsen. Dit duurt evenwel maar een aantal kilometer, want na 66 kilometer laten we bij Incinillas Los Hocinos al achter ons. Buiten de vallei loopt de weg twee kilometer omhoog aan 3%, terwijl men over een redelijk rechte en brede weg koers zet richting Villarcayo. In dit dorpje zien ze nog wel eens wat van de koers. Zo kwam de derde rit van de Vuelta a Burgos van vorig jaar hier aan, met Danny van Poppel als glorieuze winnaar. Villarcayo is bovenal het dorp van de eeuwige krijger, Iñigo Cuesta. Deze held, die 17 keer achter elkaar de Vuelta reed, werd hier geboren. Pas op zijn 42e stopte hij met koersen.

Na Villarcayo gaat het een aantal kilometer zo goed als rechtdoor, waarna een korte klim van drie kilometer volgt. In deze kilometers gaat het aan 6% omhoog, nog best een serieus klimmetje dus. Na dit klimmetje gaat het eventjes kort heel licht naar beneden, waarna het al snel weer vlak wordt. De renners rijden richting Baranda, waar ze na 83 kilometer uitkomen. Hier slaan ze linksaf en verlaten ze de grote weg. We komen nu voor het eerst op een soort van geitenpad terecht. Het is hier behoorlijk smal en het asfalt hangt van de onsamenhangendheid aan elkaar. Deze weg is redelijk bochtig en loopt een aantal kilometer vals plat omhoog. Via het gehucht Quintanahedo fietst men naar Cuestahedo en daarna gaat het even in licht dalende lijn verder over een weg met enkele lastige bochtjes.

Al snel wordt het vlak en fietst men richting Espinosa de los Monteros, waar de weg weer breder wordt. Na Espinosa is het een kilometer of acht zo goed als vlak, terwijl men richting de voet van de eerste echte klim van de dag rijdt. Na 99 kilometer begint deze klim, de Portillo de Lunada. Een klim die vaker voorkomt in wielerkoersen, zoals in de Ronde van Burgos, maar ook in de Ronde van Spanje. Zo reed het peloton in de Vuelta van 2010 tijdens de rit naar Peña Cabarga over deze klim. Toen ging het nog bijzonder goed met de leider, helaas was dat een aantal kilometer later verleden tijd. Op de top van de klim verlaten de renners Castilië en León en rijden ze Cantabrië binnen. We bevinden ons derhalve nog 8,3 kilometer in Castilië en León. In deze 8,3 kilometer gaat het gemiddeld aan 5,7% omhoog, zonder dat het ooit heel steil wordt. De lastigste kilometer is aan 6,8%, al bij al is het dus een redelijk eenvoudige klim.

Weinig begroeiing langs de route (Foto: Panoramio)
Weinig begroeiing langs de route (Foto: Panoramio)

Het is wel een bijzonder mooie klim, deze Portillo de Lunada. Na 107 kilometer bereiken de renners de top en rijden ze Cantabrië binnen. Het wegdek is tijdens de klim behoorlijk slecht en de weg is ook niet al te breed. Daar staat dan weer tegenover dat de renners door een behoorlijk groene omgeving rijden, terwijl richting de top de indrukwekkende bergen en rotsen steeds meer de kop opsteken. Als de renners eenmaal boven zijn op deze klim van de tweede categorie volgt er een lange afdaling. De andere zijde van de Lunada, een berg met een skistation op de top, is een stuk langer. In totaal gaat het 24 kilometer naar beneden, richting het dorpje Mirones.

Het begin van de afdaling is behoorlijk lastig, want ineens wordt het enorm bochtig. Daar was tijdens de klim weinig sprake van, maar de afdaling heeft ontelbaar veel bochtjes en bochten. Het gaat een aantal kilometer behoorlijk stevig naar beneden aan een procentje of zeven, terwijl de weg nog steeds vrij smal is. Een zeer technische afdaling, door een adembenemend mooie omgeving. Na acht kilometer afdalen is het technische deel gedaan en wordt de afdaling steeds minder bochtig. Het gaat nu nog zes kilometer redelijk steil naar beneden, maar dan wel vooral rechtdoor.

In de buurt van San Roque de Riomiera, na 122 kilometer, wordt het even een kilometer vlak, voor het twee kilometer verder daalt richting de Rio Miera. In dit stukje afdaling zitten nog wat haarspeldbochten, maar de weg is ondertussen wel breder en beter. Na dit stukje van de afdaling volgt er zowaar nog een kort klimmetje van iets meer dan een kilometer aan 4%, terwijl de renners nog steeds door een prachtige omgeving rijden.

Dit deel van Spanje wint het toch altijd van het zuiden, eigenlijk zonde dat we daar zo lang zijn blijven plakken. Na het korte klimmetje gaat het nog een aantal kilometer in licht dalende lijn verder richting Mirones, met ook behoorlijk wat vlakke stroken tussendoor. Na 130 kilometer rijden we door dit dorpje, waar de weg voor de gein ook weer even wat omhoog loopt.

De omgeving is hier weer schitterend (Foto: Panoramio)
De omgeving is hier weer schitterend (Foto: Panoramio)

Nu de afdaling van de Portillo de Lunada helemaal gedaan is kunnen we gaan toewerken naar de volgende klim van de dag. Dat gaat alleen nog wel een kilometer of 20 duren. De renners fietsen door de mooie vallei van de Miera over een glooiende weg. Helemaal vlak wordt het hier niet zo snel, het gaat na Mirones een aantal keer flink omhoog en ook weer flink omlaag langs de rotswanden af, waarna het een eindje verderop wel een kilometer of vijf zo goed als vlak is tot aan Liérganes. Na dit dorpje zouden we direct rechtsaf kunnen slaan, dan fietsen we direct naar de voet van de volgende klim, maar even verderop ligt een stadje dat ook nog wat geld in kas had en dat graag wilde besteden aan de Vuelta, dus rijden we om.

Na Liérganes even rechtdoor en daarna rechtsaf, richting Solares. Deze weg loopt ongeveer een kilometer omhoog aan een procentje of vijf, daarna gaat het ook weer een kilometer naar beneden, met in die kilometer wat haarspeldbochtjes. De weg is behoorlijk breed, dus dat mag geen probleem vormen. Daarna is het zo goed als vlak tot Solares, waar na 145 kilometer de tussensprint van de dag ligt, op 35 kilometer van de streep. Bij het binnenrijden van Solares passeren de renners een villawijk, ik snap ineens waarom ze zich hier een tussensprintje kunnen veroorloven.

Vanuit Solares is het vijf kilometer fietsen tot La Cavada, waar de volgende klim bijna begint. Buiten het dorp is het een aantal kilometer vals plat, maar daarna is het tijd voor de Puerto de Alisas. De klim begint na 152,5 kilometer, is 10 kilometer lang en 6% gemiddeld. Een beklimming van de eerste categorie, die ook weer mooi te noemen is, met een goed wegdek en bijna continu een behoorlijk fraai uitzicht over de omgeving. Voor Spaanse begrippen ook een enorm regelmatige klim. Het begin is heel simpel, maar daarna gaat het bijna continu aan 6% omhoog.

Net als de vorige klim en het stuk in de vallei ook hier veel mooie rotswanden, dat is in dit deel van Cantabrië wel een ding. Dicht bij de top staat er ook nog eens een kunstwerk met drie wielrennertjes. Een 'homenaje al ciclismo', ode aan het wielrennen dus. Deze klim kennen de meeste renners ondertussen al lang en breed, want de afgelopen jaren zat de Alisas een aantal keer in het parcours. Vorig jaar nog, toen was het de eerste klim in de rit naar Bilbao. Of in 2011, toen het een iets prominentere rol mocht spelen, als laatste klim voor Peña Cabarga.

De Puerto de Alisas biedt weer mooie vergezichten (Foto: Panoramio)
De Puerto de Alisas biedt weer mooie vergezichten (Foto: Panoramio)

Na 162,5 kilometer komen de renners boven op deze klim, het is nu nog 18 kilometer fietsen tot de finish. Eenmaal boven volgt er een afdaling van zeven kilometer, richting het dorpje Arredondo. Deze afdaling is niet enorm lastig, de weg is breed en het wegdek is behoorlijk goed. Er zijn wel behoorlijk wat bochten, waaronder ook een aantal haarspeldbochten, maar mede door de brede weg en het feit dat het niet bijzonder steil naar beneden gaat voorzie ik hier weinig problemen. Het enige gevaar kan komen van wat loslopend wild, er willen nog wel eens wat koeien over deze weg lopen. In Spanje zijn dat soort praktijken normaal.

Aan het eind van de afdaling, in de buurt van Arredondo, komen de renners nog wat haarspeldbochten tegen. De vorige keren dat de Vuelta hier kwam reed het peloton bij de laatste haarspeldbocht rechtdoor, nu gaan we voor het eerst rechtsaf slaan. Een scherpe bocht, waarna de weg direct wat minder breed wordt en ook een stuk vlakker. Drie kilometer lang fietsen de renners over een bochtige en relatief vlakke weg, met nog wel een paar kleine knikjes naar boven. Ze rijden door het gehucht Bustablado en buiten deze nederzetting begint de slotklim, de nu al veelbesproken en gevreesde Alto de los Machucos.

De weg wordt na Bustablado direct heel smal, het is niets meer dan een geitenpad. In totaal is Los Machucos 7,2 kilometer lang en 8,7% gemiddeld, een klim van de buitencategorie. Na Bustablado begint de klim met een kilometer aan 5%, maar schijn bedriegt hier. Het gaat gelijk aan meer dan 10% omhoog, alleen volgt er ook snel een kort afdalinkje. Dit klimmetje is zo onregelmatig als het maar zijn kan, geen enkele strook is gelijk aan de volgende. De afdalinkjes die in de klim zitten zijn steeds lastig, omdat de weg smal is en omdat het nogal bochtig is.

Na het eerste korte afdalinkje gaat het een kilometer omhoog aan 14%, met uitschieters richting 26%. Een van die steile stroken loopt ook een paar honderd meter rechtdoor, waardoor je de muur voor je ziet, grandioos. Na deze steile kilometer is het een paar hectometer vlak, maar daarna volgt het volgende korte muurtje weer. De halve kilometer is vlak en toch stijgt het aan 8,5% gemiddeld, dan weet je wel hoe laat het is. Het is nu nog ongeveer vijf kilometer tot de finish en de makkelijkste kilometer van de klim is in zicht.

Het gaat een kilometer omhoog aan 6%, hoewel dat vooral komt door een kort vlak stukje en ook nog een gevaarlijk stukje afdaling. Na die afdaling gaat het gewoon weer omhoog aan 17%, maak je geen zorgen. Deze steile percentages trekken we door in de volgende kilometer. Sterker nog, we komen uit bij de kilometer die iedereen kent. Daar waar de steile stroken zitten met de betonplaten waar men gleuven in heeft geslepen om het geheel nog enigszins berijdbaar te houden. In deze krankzinnig steile bochten komen de renners stijgingsgraden tegen tot aan 22%, het is werkelijk fenomenaal.

Het profiel van de monsterlijke slotklim (Bron: El Tio de Mazo)
Het profiel van de monsterlijke slotklim (Bron: El Tio de Mazo)

Op ongeveer drie kilometer van de streep is deze strook gedaan. Het hormigón met de gleufjes erin verdwijnt, maar de hoge percentages dan weer niet. In de vorige kilometer ging het aan 12% omhoog en dat is ook nu het geval, weer 12% gemiddeld met nu enkele uitschieters richting 19%. In de kilometer die daarop volgt gaat het aan 10% omhoog, met ook weer wat stroken aan 17%. We komen nu heel dicht bij de finish in de buurt en rijden kort voor de top nog over een veerooster, dan weet je ongeveer in wat voor gebied je bent.

Op ongeveer één kilometer van de finish komen de coureurs boven op de voorlopige top. Er volgt nu een afdaling van ongeveer 500 meter, met enkele venijnige bochtjes. Wel de ideale gelegenheid om wat vaart te maken, want aan het eind van dit korte afdalinkje botsen de renners op de volgende muur. Het gaat nog even 100 meter aan een procent of 10 omhoog, voor het in de laatste meters richting de finish afzwakt. Aan het eind is het zo goed als vals plat. We stoppen trouwens niet op de officiële top, maar een stukje daarvoor. Bij het bovenstaande profiel moet je de laatste kilometer dus even wegdenken.

De Alto de los Machucos, ook wel bekend als Collado de la Espina, maakt voor het eerst deel uit van de Vuelta. Al jaren rijdt men rond door Cantabrië, maar nog nooit kwam iemand op het idee om dit geitenpad te beklimmen, tot nu. Het is een bizar zware klim, over een smalle en zeer slechte weg. De hype is daarom ook wel redelijk terecht, dit is wel een van de meest bizarre klimmen die de organisatie ooit heeft opgenomen in het parcours. De talloze foto's en filmpjes liegen niet, dit is echt zwaar.

De omgeving is dan wel weer mooi, vooral op de top. Een prachtig uitzicht over het rotsachtige Cantabrië valt daar te bewonderen. Bij de finish komen we een monument tegen ter ere van la Vaca Pasiega. Pasiega is een koeienras dat je alleen tegenkomt in Cantabrië, er staat dus een koe op de top. Niet alleen op de top trouwens, tijdens de hele klim kom je koeien tegen in de vele velden langs het geitenpad waar de renners naar boven mogen kruipen.

Dit kan zomaar een klim worden die we de komende jaren vaker gaan zien. In deze regio komen we toch al met enige regelmaat, alleen eindigen we dan vaak op Peña Cabarga. Iets meer variatie zou wel lekker zijn, zo heb je in deze omgeving met de Picón del Fraile en Picón Blanco nog meer interessante bergen, maar nu dwaal ik af.

Een beeld van een koe op de top, helemaal geweldig (Foto: Panoramio)
Een beeld van een koe op de top, helemaal geweldig (Foto: Panoramio)

Het weer & TV
In Cantabrië schijnt het behoorlijk slecht weer te worden. In de buurt van de slotklim amper 18 graden en kans op regen, niet echt ideaal. Een beetje regen op de slotklim zou het geheel nog legendarischer maken. Die steile stroken als de weg nat is, haha. Of die stukjes afdaling, genieten. Maar goed, de kans op regen is niet 100%, dus het kan net zo goed droog blijven. Manolo Saiz riep al op tot een boycot, dus gaat het gewoon door. In startplaats Villadiego wordt het in ieder geval beter weer. 21 graden, geen kans op regen. Wel kans op wind, veel wind. Windkracht vier wordt toch al snel verwacht op de hoogtvlake. Het terrein is heel erg open, dus als de wind goed staat kan dat voor een leuke aanvangsfase zorgen. Al lijkt het erop dat de wind vooral tegen zal staan tijdens het begin van de rit, maar dat kan uiteraard nog veranderen.

Om 12:30 gaan we het merken, want dan begint de uitzending van Eurosport al. De rit wordt integraal uitgezonden, blijkbaar verwacht de organisatie wel het een en ander van dit ritje. De etappe begint om 12:40, we pikken dus ook nog een deel van de neutralisatie mee. Sporza begint wat later met de uitzending, om 13:30 pas. De renners zijn al een kilometer of 40 onderweg tegen de tijd dat José en Michel er eens goed voor gaan zitten. De finish wordt verwacht tussen 17:25 en 17:58.

Genoeg gras voor de koeien (Foto: Panoramio)
Genoeg gras voor de koeien (Foto: Panoramio)

Voorspelling & favorieten
Samen met de Angliru is Los Machucos de zwaarste aankomst van deze Vuelta en dat wil wat zeggen. We hebben Cumbre del Sol al gehad, Sierra de la Pandera en noem het allemaal maar op. Toch gaat dit nog net een stukje verder. Rampas inhumanas, zo noemt men in Spanje bepaalde stroken van deze klim. Zit wel een kern van waarheid in. Na de tijdrit ligt de koers wel verder in een plooi. Froome is nog verder uitgelopen en niemand lijkt hem te kunnen bedreigen. Toch is hij er zelf nog niet helemaal gerust op, zeker niet met deze klim in aantocht. Los Machucos jaagt iedereen schrik aan, niet geheel ten onrechte.

Wat het scenario van deze rit wordt hangt vooral af van het begin. De eerste kilometer van de rit rijden de renners over een hoogvlakte en als de wind daar gunstig staat krijgen we meteen koers. Dan gaat er natuurlijk een poging gewaagd worden om Froome te isoleren of zelfs te lossen. Mocht er ferme tegenwind staan dan rijdt er natuurlijk een groepje hardrijders weg en vindt het peloton het verder wel best. Die hardrijders hebben dan tegen het eind van de rit wel een probleem, want het is niet zo makkelijk om je hier met flink wat kilo's naar boven te hijsen. Los Machucos verdient een gevecht tussen de klassementsrenners en ik denk dat we dat gevecht ook wel gaan krijgen. De twee ritten hierna zijn ideaal voor de vluchters, drie op een rij is me dan weer wat teveel van het goede.

1. Lopez. De beste klimmer van de tweede week en na een voor zijn doen sterke tijdrit is er geen reden om aan hem te twijfelen. Volgens de concurrentie hebben ze hem vooral laten rijden omdat hij geen bedreiging vormt in het klassement, maar dat is natuurlijk gelul. Hij demarreert waar hij wil en dan komt niemand er meer bij. Kan ook goed uit de voeten op zo'n steile klim, dus knappe jongen die hem van zijn derde zege af wil houden.

2. Froome. Lopez kan hij bergop niet volgen, maar de rest vormt dan weer geen bedreiging. Dat wordt consolideren. Hoeft tot aan Madrid niets meer te ondernemen, alleen het wiel van zijn ploeggenoten volgen en aan het eind even de motor aanzetten.

3. Chaves. Slechte tijdrit gereden, maar dat viel te verwachten. Flink wat plaatsen gezakt in het algemeen klassement en dat lijkt me een goede reden om eens wat meer initiatief te tonen. Zeker op zo'n klim die Chaves goed ligt, want hij houdt wel van dat steile werk. Moet hier normaal gesproken wel weer boven komen drijven.

4. Nibali. Wil tegenwoordig nog wel eens kopje onder gaan op deze steile ondingen, zo lag Cumbre del Sol hem niet echt. Wel perste hij een formidabele tijdrit uit zijn dijen, een teken dat hij een uitstekende rustdag heeft gehad. Op en top geprepareerd staat hij nu aan het vertrek om in de derde week te pieken, ik voel het.

5. Contador. Benieuwd wat hij nog gaat laten zien in zijn laatste dagen als profwielrenner. Zijn tijdrit was alvast uitstekend, een vijfde plaats in dezelfde tijd als Zakarin is niet slecht. Hopelijk gaat hij nog een paar keer aanvallen en hopelijk ook met succes, maar het kan zomaar zijn dat we nog een aantal dagen moeten wachten op de succesvolle aanval. Tijdens deze rit lijkt me dat wat ingewikkeld, het zal nu eerder volgen zijn en harkend een verre ereplaats binnenhalen.