Vuelta: Etappe 10 - Weer een vluchtersetappe

Redactie

De eerste week van de Vuelta is gedaan en het was best een vermakelijke week. De koers begon met de ploegentijdrit, die uiteraard werd gewonnen door BMC. Dat was niet echt een verrassing, maar een dag later kregen we wel een echte verrassing. In de vlakke rit richting Gruissan kregen we door de stevige wind lichte waaiervorming, waar Quick Step optimaal van profiteerde. Dankzij perfect ploegenspel kreeg Yves Lampaert de overwinning in zijn schoot geworpen, hij nam ook de leiderstrui over.

Lang zou hij die trui niet houden, want een dag later bezochten we Andorra. Daar valt geen makkelijk parcours uit te tekenen, dus kregen we meteen actie tussen de klassementsrenners. Froome en Chaves waren die dag de sterksten, maar in de afdaling richting Andorra la Vella wisten een aantal renners nog terug te keren, waaronder Nibali. Hij wist in de slotkilometer weg te rijden van de rest en won op die manier voor het eerst een rit in de Vuelta. De dag daarna kregen de renners de voorlopig laatste vlakke rit voorgeschoteld, richting Tarragona. Trentin liet daar zien dat hij van de aanwezige sprinters duidelijk de snelste is.

In de dagen die daarop volgen waren het steeds vluchters die hun handen in de lucht mochten steken. In de rit naar Alcossebre, met aankomst bij de Ermita Santa Lucia, was de Kazach Lutsenko zijn vluchtgenoten te snel af. De dag daarna won de duistere Pool Marczynski in de straten van Sagunt. Rit 7 richting Cuenca werd dan weer gewonnen door het eeuwige talent Mohoric, die na de laatste klim optimaal gebruik maakte van zijn geweldige daalkunsten.

In het weekend kregen we een aankomst op Xorret del Catí, waar Julian Alaphilippe in de sprint Rafal Majka en Jan Polanc vloerde. Daarachter liet Froome voorzichtig al zien de beste te zijn, hoewel Contador nog in zijn buurt kon blijven. Dat was een dag later wel anders. Voor de rustdag gaf Froome op Cumbre del Sol een aardige demonstratie. Het koffiemolentje ging als een malle tekeer en niemand had een antwoord. Op de slotklim bleef het redelijk lang bij elkaar, maar in de laatste meters van de rit reed Froome toch nog een aantal seconden weg.

Zijn voorsprong in het klassement bedraagt slechts 38 seconden op de nummer twee, Chaves. Toch heeft iedereen het gevoel dat de Vuelta al gespeeld is. Froome heeft nog geen zwak moment gehad en lijkt de sterkste. Een van zijn grootste uitdagers, Alberto Contador, had een slechte dag in Andorra en staat daardoor op meer dan drie minuten achterstand. We krijgen nog twee loodzware weken, maar het zouden wel eens saaie weken kunnen worden. Het parcours is uitstekend, maar de overmacht van Sky en Froome zou de koers best wel eens lam kunnen leggen. Tijdens de volgende rit hebben we daar waarschijnlijk minder last van. Het is een rit die op papier bijzonder geschikt lijkt voor een groepje vluchters. Grotendeels vlak, met aan het eind nog een redelijk lastige klim, maar finish na een afdaling.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

De startplaats
De tweede week gaat van start in een van de meest heilige steden van de wereld, Caravaca de la Cruz. De vijfde heilige stad, om precies te zijn. Vergezeld door Jeruzalem, Rome, Santiago de Compostela en Camaleño. In Camaleño staat het heiligdom Santo Toribio de Liébana, dat we later deze Vuelta ook nog gaan bezoeken. We hebben het hier uiteraard over heilige Christelijke steden, die gekke Spanjaarden willen ons nog wel eens laten geloven dat dit geloof enige relevantie heeft. Zo sloten we de Vuelta van 2014 af in Santiago de Compostela, behoorlijk hinderlijke propaganda als je er een beetje serieus over nadenkt.

Enfin, Caravaca de la Cruz is eigenlijk maar een kleine stad, met ongeveer 25.000 inwoners. Toch komen hier jaarlijks krankzinnig veel pelgrims op af en dat heeft alles te maken met een bijzonder sterk verhaal uit de 13e eeuw. In die tijd hadden de Moren het hier voor het zeggen. De koning van die tijd, Zeyt-Abuzeyt, deed zijn best om de reconquista een beetje tegen te gaan. De Christenen probeerden op meerdere manieren het land weer te heroveren, onder meer ook door missionarissen te sturen. Een zo'n missionaris, Don Gínes Pérez Chirinos de Cuenca, belandde in Caravaca, waar hij gevangen genomen werd.

Hij ontmoette onze grote vriend Zeyt-Abuzeyt, die om de een of andere reden heel geïnteresseerd was in een deel van het Christelijke geloof, het laatste avondmaal om precies te zijn. Hij vroeg aan de missionaris om dit ritueel even uitgebreid uit te leggen. Dat wilde de missionaris na wat discussie uiteindelijk wel doen, dus werden alle spullen geregeld. Altaartje, brood en wijn, wat kandelaars, je kent het wel. Er ontbrak alleen nog iets, een kruis. Dat hadden die Moren natuurlijk niet in hun achtertuin staan.

Maar toen keek de koning naar het raam en daar zag hij twee engels. Deze engels hadden een kruis in hun handen, dat ze naar het altaar brachten, waarna ze weer verdwenen. Dit kruis zou uit het hout van het kruis van Christus zijn gemaakt. De koning was met stomheid geslagen, maar de hele ceremonie kon wel verder gaan. Zo geschiedde. Brood en wijn noemen ze daar altijd het lichaam van Christus, maar onze Arabische koning zag in plaats van het brood een prachtige baby. Dat vond hij zo'n mirakel dat hij spontaan een Christen wilde worden. De strijd werd beëindigd en sindsdien is Caravaca een heilige stad. De gebroeders Grimm hadden het niet kunnen bedenken.

Sowieso is Caravaca wel de stad van de sterke verhalen, zo hebben ze hier ook jaarlijks nog een groot feest, met paarden en wijn. Los Caballos del Vino, een feest om de inwoners te herinneren aan vervlogen tijden, waarin de Tempeliers moesten vluchten naar het kasteel van Santa Cruz. De Arabische slimmeriken besloten om het water te vervuilen, waardoor iedereen in het kasteel ziek werd. Toen ontsnapten een paar kereltjes uit het kasteel, waarna ze ergens op het platteland wat zakken wijn gingen ophalen. Met die wijn gingen ze weer terug naar het kasteel, de wijn werd gegeven aan de zieke mensen en die werden allemaal beter. Je maakt wat mee in Caravaca de la Cruz.

In deze stad, waar de Vuelta pas voor de tweede keer is, moet je dus vooral zijn als je een fan bent van sprookjes. Het is hier buiten de sterke verhalen sowieso wel enigszins sprookjesachtig, vooral dankzij het kasteel van Santa Cruz dat hoog boven de stad uittorent. In de basiliek bij het kasteel kom je ook het kruis van Caravaca tegen, helemaal te gek. Na zeven jaar is de koers terug, de zesde rit van de Vuelta van 2010 ging hier van start. Toen zou het een redelijk vlakke rit zijn met een aankomst in Murcia, waar Thor Hushovd won. Eén jaar eerder was er ook nog een aankomst in Caravaca. Een rit die de renners ook over de Collado Bermejo zou leiden eindigde in een sprint en werd gewonnen door Tyler Farrar, die toen nog geen parodie op een wielrenner was.

De basiliek in Caravaca (Foto: Panoramio)
De basiliek in Caravaca (Foto: Panoramio)

De route
Goede genade, de organisatie heeft weer eens een krankzinnig saai parcours uitgetekend. Vooral tijdens het eerste deel van de rit. Vanuit Caravaca rijdt het peloton over een grote, brede en vlakke weg richting La Almudema, waar de koers na zes kilometer passeert. Voorbij La Almudema is het nog twee kilometer vlak en daarna gaat het twee kilometer aan 5% omhoog, waarna de koers in dalende lijn verder gaat. We bevinden ons nu op een weg die we gaan volgen tot Lorca, waar we na 51 kilometer passeren.

De komende 40 kilometer volgen de renners steeds dezelfde brede weg, dwars door het heuvelachtige Murciaanse landschap. Tussen die heuvels door is het terrein heel erg open, met wat eenvoudige landbouw langs de kant van de weg ook vooral heel veel dorheid. De weg richting Lorca is niet bijzonder bochtig, maar loopt wel heel licht naar beneden. Tussendoor zijn er een paar kleine knikjes naar boven, maar verder gaat het toch vooral in dalende lijn verder. Hoewel we in die 40 kilometer amper 500 meter lager uitkomen, dus het is niet zo dat we mogen spreken van een heuse afdaling.

Na 51 kilometer komen de renners dus uit in Lorca, wat toevallig de startplaats van de volgende rit is. Nu gaan we in Lorca linksaf slaan, richting het noorden. Tijdens de volgende rit gaat het juist naar het zuiden. Wel een mooie stad, dat Lorca. Daarover tijdens de volgende voorbeschouwing uiteraard meer. Vanuit Lorca rijdt het peloton over een brede, rechte en zo goed als vlakke weg verder richting Totana. Dit stadje bereiken we na 71 kilometer voor het eerst. Ze hebben er wel een redelijke kerk.

Prima kerk in Totana (Foto: Panoramio)
Prima kerk in Totana (Foto: Panoramio)

In Totana ligt de voet van de twee klimmetjes die vandaag bedwongen moeten worden, maar daar beginnen we nu nog niet aan. We zetten eerst koers richting de finishplaats van vandaag, Alhama de Murcia. Dit hebben we te danken aan ElPozo, een van de grote sponsoren van de Vuelta. Het hoofdkantoor van deze uit de kluiten gewassen slagerij is gevestigd in Alhama de Murcia en voor de poorten van dit gigantische bedrijft ligt de meet. Tijdens de eerste passage aan de meet, na 108,5 kilometer, zal hier de tussensprint zijn.

In de kilometers tussen Totana en de eerste passage aan de meet komen de renners bijzonder weinig obstakels tegen. Het gaat grotendeels rechtdoor over een bijzonder rechte en ook vlakke weg. In de 12 kilometer tussen Totana en Alhama de Murcia komen de renners één rotonde tegen, verder niets. Ze rijden rechtdoor langs het spoor, dwars door een behoorlijk open terrein. Bij het binnenrijden van Alhama rijden we niet gelijk langs ElPozo, maar slaan de renners voor ze goed en wel in het dorp zijn meteen linksaf, voor een extra lusje rond deze plaats.

Dit lusje voert de renners over brede en vlakke wegen. In dit rondje van meer dan 20 kilometer komen de coureurs amper vier bochten tegen, heel enerverend is het dus niet. Wel een wat leukere omgeving hier, aangezien er wat meer groen langs de kant van de weg te vinden is. Daarentegen ook heel wat industrie, dat is dan weer een minpunt. Richting het einde van dit rondje komen de renners voorbij Casas Nuevas de la Costera nog wat mooie natuur tegen, maar verder zal er tot de tussensprint weinig spektakel zijn. Die tussensprint komt na 108,5 kilometer, als we voor het eerst langs ElPozo rijden.

We passeren de finish, maar dan wel langs de achterkant. Over een aantal kilometer komen we hier nog eens langs, maar dan van de andere kant. Toch kunnen de renners de finale alvast verkennen, zo zullen ze bijvoorbeeld al snel tot de conclusie komen dat de organisatie wat rotondes heeft verstopt in de laatste kilometer. Na ElPozo rijden we al snel Alhama de Murcia voor de tweede keer binnen, waarna we weer op weg gaan naar Totana. De weg richting Totana mag ondertussen bekend zijn, het is vooral heel vlak en heel recht.

Na 121 kilometer komt het peloton hier weer uit. Er volgt een bocht naar rechts, waarna we aan de twee klimmetjes van de dag gaan beginnen. Aangezien we vandaag een rit met een vrij gelovig tintje hebben zal het niemand verbazen dat we richting de top van de eerste klim weer op een aantal heiligdommen stuiten. Het klooster van Santa Eulalia bijvoorbeeld.

Het fraaie klooster van Santa Eulalia (Foto: Panoramio)
Het fraaie klooster van Santa Eulalia (Foto: Panoramio)

Buiten Totana loopt de weg al even kort omhoog, maar na 125 kilometer begint de eerste klim van de dag pas echt. De Alto del Morrón de Totana, een klim van de derde categorie. Deze alto is 5,7 kilometer lang en 5,7% gemiddeld. In totaal gaat het tien kilometer omhoog, maar de eerste vier kilometer gaat het aan ongeveer twee procent omhoog. Daarna wordt het een stuk serieuzer, met een aantal kilometer aan vijf procent en ook een wat zwaardere kilometer aan 6%. De klim brengt de renners via het klooster van Santa Eulalia richting het dorp Aledo, waar na 131 kilometer de top van het eerste deel van de klim ligt. Aledo is nog best een geinig dorpje, met een fraai kerkje en de restanten van een oude vesting.

Na Aledo gaat het een kilometer naar beneden aan 4%, waarna het een kilometer vals plat omhoog gaat voor het vervolgens een kilometer vlak is. Hierna beginnen we aan het tweede deel van de klim. De Collado Bermejo gaat beginnen, een klim van 7,7 kilometer aan 6,5%. Dit tweede deel van de klim is beduidend lastiger en gaat ons dwars door de Sierra Espuña loodsen. De weg is hier voor het eerst tijdens deze Vuelta een keer niet breed. Tot de officiële start van de klim volgen we een brede weg, maar als de klim begint slaan de renners rechtsaf en gaat het aan 4% omhoog over een niet zo brede weg. Na de eerste kilometer van de klim wordt het wat lastiger, met twee kilometer aan 6% gevolgd door een kilometer aan 5%.

Richting de top gaat het daarna nog een aantal kilometer wat steviger omhoog. Het komt niet meer onder de 6%, met flink wat uitschieters richting 8%. Best een mooi klimmetje, zonder veel geschiedenis in de Vuelta. De klim is vooral vaak gebruikt in de Vuelta a Murcia, maar in 2009 ook in de Vuelta a España. In een rit die zou eindigen in startplaats Caravaca de la Cruz was de Collado Bermejo de eerste klim. Speelde toen niet echt een rol van betekenis, dat zal nu wel anders zijn.

De organisatie had het om de renners te pesten nog wat zwaarder kunnen maken, want op de top van de Collado Bermejo is er een t-splitsing, waar we nu naar rechts gaan, in dalende lijn richting Alhama de Murcia. We hadden ook links kunnen gaan, voor nog een aantal steile kilometers. Doen we niet, dus houdt het na 143 kilometer op. We bevinden ons nu op 22 kilometer van de finish en kunnen genieten van een aardig uitzicht op een behoorlijk fraaie rotspartij.

De rotspartij is het bekijken waard (Foto: Panoramio)
De rotspartij is het bekijken waard (Foto: Panoramio)

Na de Collado Bermejo gaat het meteen naar beneden. We krijgen te maken met de eerste lastige afdaling van deze Vuelta. De weg is ook in de afdaling relatief smal, maar vooral heel bochtig. Na wat korte, technische bochtjes krijgen we na twee kilometer dalen te maken met de eerste twee haarspeldbochten. Dit is vast een klein voorproefje op wat komen gaat, want een kilometer verderop begint het lastigste deel van de afdaling. In korte tijd volgen liefst 20 haarspeldbochten elkaar op. Niet al deze bochten zijn lastig, maar het merendeel is toch wel behoorlijk pittig. Een goede verkenning is hier geen overbodige luxe, want een paar bochten liggen er verraderlijk bij.

Het gaat ook redelijk steil naar beneden, maar daar komt na dit technische deel al snel verandering in. Het gaat steeds minder steil naar beneden, tot het halverwege de afdaling zelfs nog twee kilometer omhoog gaat. Eén kilometer aan 3% en de tweede kilometer zelfs aan 5%. Na deze voor de renners ongetwijfeld hinderlijke onderbreking gaat het nog iets meer dan 10 kilometer naar beneden, richting Alhama. Dit tweede deel van de afdaling is beduidend minder lastig. Het gaat niet meer zo steil naar beneden en er zijn ook veel minder lastige bochten. Als iedereen het eerste deel van de afdaling heeft overleefd, moet dit helemaal goed te doen zijn.

Richting het eind van de afdaling komen er wel weer wat lastige bochten in het parcours, maar daar staat tegenover dat de renners een prachtig uitzicht over de vallei krijgen. Op 4,5 kilometer van de streep bereikt het peloton de grote weg en is het grootste deel van de afdaling gedaan. Het blijft licht naar beneden lopen tot aan de streep, maar het mag geen naam meer hebben. Tot op ongeveer twee kilometer van de streep gaat het zo goed als rechtdoor, met alleen een rotonde onderweg.

Op iets meer dan twee kilometer van de streep is er weer een rotonde, hier gaan de renners rechts. Een paar hectometer verderop komen de renners weer een rotonde tegen, waar ze na een ietwat moeilijke bocht uiteindelijk naar links gaan. Het gaat nu zo goed als rechtdoor tot de slotkilometer, met alleen nog twee rotondes onderweg. In de slotkilometer gaat het ook vooral rechtdoor, hoewel we weer twee rotondes tegenkomen, de laatste op een meter of 300 van de streep. De slotkilometer kennen de renners al, ze hebben hier een tijdje terug al gereden. Wel in tegengestelde richting, maar het gaat om het idee.

De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Letour.fr)

De Vuelta is hier eerder geweest (Foto: Panoramio)
De Vuelta is hier eerder geweest (Foto: Panoramio)

De finishplaats
We finishen voor het gigantische terrein van ElPozo Alimentación, een van de grootste bedrijven van Murcia. Een omzet van 942 miljoen in 2014, dat is geen kattenpis. Het bedrijf herbergt meer dan 3400 werknemers en is actief in meer dan 75 landen. Ze specialiseren zichzelf met name in het verwerken van vlees, het is in principe een gigantische slagerij. Ze hebben ook nog wel wat nevenactiviteiten, maar uiteindelijk draait het vooral om vlees. Van grote vleeshompen tot vleeswaren voor op je boterhammetje, ElPozo heeft het allemaal.

Sinds kort is ElPozo sponsor van de Vuelta en dat feit vieren beide partijen met deze rit. Volgens de organisatie is het vooral een teken dat ElPozo een serieuze sponsor is, het laat hun toewijding aan de sport zien, of zoiets. Altijd lachen, dat soort propaganda. Hoe dan ook, de mensen van Alhama de Murcia zullen blij zijn met hun lokale slager.

Nog nooit kwam de Vuelta a España hier langs. De Vuelta a Murcia dan weer wel, maar dat is natuurlijk klein bier vergeleken met de enige echte Ronde van Spanje. Alhama is een stad met ongeveer 22.000 inwoners, zonder veel hoogtepunten. Op de heuvel boven de stad komen de we ruïnes van een kasteel tegen, maar op dat na is er weinig te bewonderen. Het is wel een nette, keurige stad. Vooral dankzij ElPozo is het een behoorlijk welvarend dorpje, waar de openbare ruimte netjes geordend is. T

och hebben ze hier meer dan ElPozo, op het industrieterrein zijn nog meer grote bedrijven te vinden. Alhama kan functioneren als een prima uitvalsbasis voor een vakantie van een aantal dagen, want er is in de omgeving in ieder geval genoeg te zien. Zo is de Sierra Espuña best leuk, daar zijn we al achtergekomen. Daarnaast komen we aan de andere kant van de stad de ravijnen van Gebas tegen. Barrancos de Gebas, een natuurgebied dat eigenlijk totaal niet bij de rest van de omgeving past.

De Barrancos de Gebas (Foto: WikiCommons)
De Barrancos de Gebas (Foto: WikiCommons)

Het weer & TV
In Alhama de Murcia wordt het slechts 24 graden, met heel veel kans op een flinke regenbui. Wat? Regen? In Spanje? Huh? Ik kan me er bijzonder weinig bij voorstellen, maar het schijnt echt zo te zijn. Ook in startplaats Caravaca de la Cruz wordt heel veel regen verwacht, de hele dag door. Temperatuur is daar nog lager ook, 21 graden in de middag. Niet echt Spaans weer. Het waait ook nog eens redelijk, heel apart. Als het echt de hele dag regent is dat met het oog op de afdaling aan het eind redelijk ongunstig. Die afdaling is met droog weer al lastig genoeg, met regen erbij is het vragen om problemen.

Of het echt slecht weer is gaan we merken om 15:00, want dan begint de uitzending van Sporza. De rit is om 13:20 al begonnen, tegen de tijd dat we van beelden worden voorzien hebben de renners al 65 kilometer afgewerkt en moeten ze nog een kilometer of 100 fietsen tot de finish. De aankomst wordt verwacht tussen 17:27 en 17:54.

Nog eens een blik op de mooie omgeving hier (Foto: Panoramio)
Nog eens een blik op de mooie omgeving hier (Foto: Panoramio)

Voorspelling & favorieten
Op papier heeft dit alles weg van een rit voor de vluchters. Vooral omdat we hierna een ontzettend zware rit gaan krijgen, met aankomst boven op Calar Alto. De klassementsmannen zullen zich hier dus liever een beetje sparen, terwijl het voor de sprinters dan weer te zwaar is. De weinige sprinters die hier zijn zullen moeten lossen op de klim, terwijl er amper tijd is om terug te komen. Het blijft een lastige en smalle afdaling tot op vier kilometer van de streep, geen tijd om nog iets van een achtervolging op poten te zetten.

Trentin is waarschijnlijk de enige die hier nog een beetje zou kunnen overleven, maar die kan eigenlijk net zo goed gewoon in de aanval gaan. Het weer zou wel een rol kunnen spelen, misschien dat er een paar waaghalzen zijn die willen demarreren in de afdaling, als de weg nat ligt. Buiten dat heeft niemand zin in deze rit, behalve een aantal rittenkapers. Tijd om weer eens vijf willekeurige namen te noemen, zonder in de buurt te komen van de namen die daadwerkelijk in de vlucht belanden.

1. Alaphilippe. Heeft al een ritje binnen, maar met dit parcours kan hij zomaar voor een tweede overwinning gaan. Zoals we hebben kunnen zien in de rit naar Xorret del Catí krijg je hem er bergop niet zomaar vanaf. Is daarnaast in de sprint ook bijzonder lastig te kloppen. Quick Step gaat gewoon voor nummer vier, geen enkel probleem.

2. Sanchez. Dit is ook nog wel een aardig ritje voor Lulu. Dit klimmetje moet hij normaal best aardig kunnen overleven en daarna kan hij er aan de streep nog wel een aardige sprint uitgooien. Kan eventueel ook nog wegrijden aan het eind, opties genoeg. Winnen zal hij wel niet doen, het is immers de Vuelta.

3. Bol. Jetsers gaat zijn goede vorm uit de eerste week natuurlijk doortrekken. Heeft weer wat achterstand opgelopen, dus hij mag nu opnieuw in de aanval gaan. We hebben gezien dat hij dan best een eind kan komen, hoewel een overwinning gelukkig een utopie blijkt te zijn.

4. Pedrero. Nu Valverde op bezoek is geweest bij Movistar zullen alle jonge renners gemotiveerd zijn om toch nog iets van deze Vuelta te maken. Pedrero is een van de weinigen bij die ploeg die wel naar behoren presteert. Het is niet briljant, maar dat valt van hem ook niet te verwachten. Kan als hij de komende weken in de aanval gaat nog wel een klein rolletje van betekenis kunnen spelen. Zal dan van hem, Soler of Carapaz moeten komen.

5. Kreder. De meest anonieme renner tot nu toe. Is al twee keer in de aanval geweest, maar ik heb hem nog geen seconde in beeld gezien. Dan ben je een hele grote hoor. Stiekem best goed bezig, zo was hij op Xorret del Catí beter aan het klimmen dan Maxime Monfort en Bart de Clercq, dan ben je niet heel slecht. Zeker als je bedenkt dat het eigenlijk een vijfderangs sprinter is. Wie weet kan hij nu weer op volledig anonieme wijze een anonieme ereplaats binnenslepen.