Giro: Etappe 21 - Een bizarre ontknoping

Redactie

De laatste bergrit van de 100e Giro d'Italia was best boeiend. De rit baarde zeker geen muis, vooral het slot was behoorlijk intens. Terwijl het allemaal nog best rustig was in het begin.

Op de Monte Grappa, de voorlaatste klim van de Giro, gebeurde er eigenlijk verdomd weinig. Ilnur Zakarin liet zijn mannen op kop rijden en daardoor bleef er uiteindelijk maar een klein groepje over. Dumoulin leek het een paar keer een beetje lastig te hebben, maar omdat Katusha het tempo niet hoog kon houden hoefde Dumoulin niet te lossen. Verder waren er eigenlijk geen serieuze aanvallen op de Monte Grappa, opvallend genoeg.

Ook in de afdaling gebeurde er niets, terwijl deze afdaling zich er wel voor leende. Het werd dus wachten op de slotklim, daar zou alles dan moeten gebeuren. Een paar Belgen reden ondertussen voorop, Dylan Teuns en Dries Devenyns om precies te zijn. Al snel werd duidelijk dat zij niet voor de ritwinst zouden strijden, want nadat de laatste knechten in het peloton opgesoupeerd waren kwamen de aanvallen.

De beste aanval kwam van Zakarin, hij had als enige echt de kracht om weg te rijden. Zoals wel vaker deze Giro zat Pozzovivo meteen weer in zijn wiel. Daarachter vielen Nibali en Quintana aan, terwijl Dumoulin niet kon volgen. Hij probeerde het weer op zijn eigen tempo te doen, maar hij bleef steeds op een gaatje hangen. Pinot leek het na een tijd dicht te rijden, maar toen moest Dumoulin ook weer lossen bij de Fransman.

Het zag er even penibel uit, maar Dumoulin brak niet en bleef zijn tempo rijden. Daarbij werd hij af en toe geholpen door Bob Jungels, die veel werk verrichte zonder dat daar een aantoonbare reden voor was. Na de top van de laatste klim bleven er nog 15 relatief vlakke kilometers over tot de streep. Zakarin en Pozzovivo kwamen als eerste boven, maar zij werden in de korte afdaling na de klim ingerekend door Pinot, Quintana en Nibali.

Dumoulin was met zijn groepje op iets minder dan 20 seconden van Nibali, Pinot en Quintana bovengekomen. In het laatste deel van de rit kreeg hij ook nog de steun van Yates en Mollema, waardoor hij aan de streep de schade wist te beperken. Hij verloor slechts 15 seconden op de eerste groep. Ook door het feit dat de samenwerking in de eerste groep niet echt goed was.

Pozzovivo en Zakarin dachten ook vooral aan de ritwinst, waardoor Quintana vooral veel zelf op kop moest rijden. In de laatste kilometers van de rit begon ook Pinot aan de ritzege te denken. Niet onterecht, want in het sprintje was hij duidelijk de beste. Zijn keuze voor de Giro levert hem dus een ritzege op, bovendien staat hij nu derde in het klassement. Dumoulin staat ondertussen vierde, op 53 seconden van Quintana. Nibali staat er nog tussen, op 39 seconden van Quintana en met 14 seconden voorsprong op Dumoulin.

Nog één dag te gaan, nog één rit. De allesbeslissende tijdrit richting Milaan. De koers kan nog alle kanten op. Er zijn zelfs nog vijf renners die de Giro kunnen winnen, want ook Zakarin staat nog kort. Dit gaat een bizarre ontknoping worden. Zelden vertoond.

De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De route van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
Het profiel van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

De startplaats
Deze allesbeslissende tijdrit start op het beroemde autocircuit van Monza. Het Autodromo Nazionale Monza is sinds 1922 in gebruik, nadat de Automobile Club di Milano ter ere van haar 25-jarig bestaan besloot om een racecircuit te bouwen, waardoor de snelgroeiende Italiaanse autoindustrie van een permanente baan voor tests en competities werd voorzien.

Oorspronkelijk was het de bedoeling dat er een circuit van 14 kilometer zou komen, maar dat werd verminderd naar tien kilometer en het huidige circuit is 5,793 kilometer lang. Jaarlijks wordt er in Monza een belangrijke race gereden, alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog en nog wat verloren jaren her en der kwam de Formule 1 hier niet langs.

De eerste editie van de Grand Prix van Italië was in Montichiari, maar sindsdien is de Italiaanse Grand Prix vooral op het circuit van Monza verreden. Ik heb geen verstand van Formule 1, want dat is geen sport, maar het schijnt dat dit circuit bij uitstek een hogesnelheidscircuit is. In 1971 werd er zelfs de snelste Formule 1-race ooit gereden, met een gemiddelde snelheid van 242 kilometer per uur. Ik denk dat Twan Castelijns dit record morgen uit de boeken gaat rijden, maar dat geheel terzijde.

Het circuit ligt net een stukje ten noorden van de stad Monza, waar 125.000 mensen wonen. Monza is de stad van een grote Italiaanse renner die tijdens deze 100e Giro nog amper is genoemd. Gianni Bugno werd dan wel geboren in Zwitserland, maar hij groeide op in Monza. Hij won de Giro in 1990, werd twee keer wereldkampioen en wist daarnaast nog talloze andere koersen te winnen, zijn naam mag niet ontbreken. Gianni schijnt tegenwoordig helikopterpiloot te zijn, overigens.

De Giro is nog niet zo gek vaak in Monza geweest. Eén keer was er een aankomst, in 1949. In Monza zou toen de laatste rit van die Giro eindigen en de overwinning ging naar de Italiaan Giovanni Corrieri, die jarenlang een trouwe knecht van Gino Bartali was. In 1985 kwam men weer terug naar Monza, in de Giro van dat jaar zou er net als nu een tijdrit beginnen in de stad. De tijdrit zou eindigen in Domodossola en gewonnen worden door Paolo Rosola. Meer dan 30 jaar later zijn we dus weer terug in Monza, maar nu met een veel belangrijkere tijdrit.

Volle bak na de Italiaanse Grand Prix in Monza (Foto: WikiCommons)
Volle bak na de Italiaanse Grand Prix in Monza (Foto: WikiCommons)

De route
Giuseppe Fonzi is de renner die helemaal vooraan mag staan op de startgrid. Hij staat laatste in het klassement en mag als eerste gaan vertrekken. De renners starten op dezelfde plaats als de auto's en gaan beginnen met een rondje over het circuit. Voor de bijzonder snelle wagens van de Formule 1 is dit een snel circuit, dat wil dus zeggen dat er niet bijzonder veel lastige bochten zijn en vooral veel lange en rechte stroken.

Na de start gaat het 500 meter rechtdoor, maar dan volgt de eerste chicane van het circuit. Een korte bocht naar links, direct gevolgd door een bocht naar rechts. Na deze bochten gaat het een kilometer lang zo goed als rechtdoor. Er zijn wel een paar flauwe bochten, maar de weg is hier speciaal voor de auto's zo breed gemaakt dat je er als wielrenner bijna volledig rechtdoor kan fietsen.

Tijdens dit eerste deel van het circuit loopt de weg nog wel een beetje vals plat omhoog, maar na twee kilometer houdt dat al op. De volgende bochtencombinatie komt ook na ongeveer twee kilometer, met weer een bocht naar links en daarna een bocht naar rechts. Na deze tweede chicane wordt het parcours wat rechter, er volgen nog wel wat bochten maar dit zijn zeker voor de wielrenners lopende bochten.

Na vier kilometer is er weer een bochtencombinatie, maar die is makkelijker dan de vorige twee. Daarna gaat het bijna een kilometer rechtdoor, tot een lange lopende bocht van 180 graden. Aan het eind van die bocht rijden de renners weer richting de de start, maar ze rijden al snel de pitlane in, slaan rechtsaf, maken dan meteen weer een bocht naar links gevolgd door een bocht naar links en verlaten dan via de paddock het terrein.

Ze rijden nog even onder het circuit door en slaan daarna weer rechtsaf. De renners komen in het Parco di Monza terecht en rijden twee kilometer rechtdoor, terwijl de weg lichtjes naar beneden loopt. Aan het eind van deze weg is er een scherpe bocht naar rechts, met direct na de bocht een drempel.

Het gaat dan weer 600 meter rechtdoor, maar nu in licht stijgende lijn. Aan het eind van deze weg is er een brede bocht naar links en daar gaat het 500 meter rechtdoor richting het eerste meetpunt van deze tijdrit, voor de poorten van het Villa Reale in Monza.

Het Villa Reale in Monza (Foto: Panoramio)
Het Villa Reale in Monza (Foto: Panoramio)

Na dit eerste meetpunt fietsen de renners dwars door Monza, over brede boulevards. De weg loopt nu vrij duidelijk naar beneden, zonder dat we ooit van een echte afdaling kunnen spreken. Vrij snel na de passage langs het voormalige koninklijke paleis van Monza komen de renners een rotonde tegen, waar ze de tweede afslag moeten nemen en een scherpe bocht naar rechts voorgeschoteld krijgen.

Na die bocht gaat het 500 meter rechtdoor en dan volgt er een simpele bocht naar links, waarna het weer 700 meter zo goed als rechtdoor gaat, door het centrum van Monza. Het is zo goed als vlak, hoewel er wel nog een paar kleine knikjes naar boven en beneden zijn. Er volgt een simpele bocht naar rechts en dan gaan de renners Monza verlaten.

Ze komen op een brede en rechte weg terecht, waar het vijf kilometer lang volledig rechtdoor gaat. Via de buitenwijken van Monza rijden de renners richting Sesto San Giovanni en het terrein wordt eigenlijk nooit echt open. De wind zal hier dus niet krankzinnig veel invloed hebben. In die vijf kilometer zijn er maar drie obstakels eigenlijk, drie keer komen de coureurs een rotonde tegen.

De eerste rotonde is enorm breed en daar kan je zo goed als rechtdoor fietsen. Bij de tweede rotonde moet er wel serieus gestuurd worden, hier duikt men via de rechterkant van de rotonde de binnenstad in. Direct na de tweede rotonde volgt de derde rotonde, die ook wat stuurmanskunsten vereist. Daarna gaat het weer een kilometer rechtdoor, op weg naar het tweede tussenpunt.

Er volgt een simpele bocht naar rechts, die kort daarna wordt opgevolgd door een scherpe bocht naar rechts. De weg loopt dan ook even een aantal meter omhoog, maar al snel wordt het weer vlak. Het gaat dan weer even 500 meter rechtdoor, waarna er weer een redelijk makkelijke bocht naar rechts in zicht komt. Na die bocht komt men over de Viale Italia te rijden, waar na 17,4 kilometer de tweede tijdsopname is.

Op naar het tweede meetpunt (Foto: Panoramio)
Op naar het tweede meetpunt bij Sesto San Giovanni (Foto: Panoramio)

Sesto San Giovanni is overigens de grootste voorstad van Milaan en misschien ook wel de lelijkste. Ze hebben hier trouwens wel een connectie met Nederland, het lokale lyceum draagt de naam Erasmo da Rotterdam en het stadion van de plaatselijke voetbalclub heet Stadio Breda. Als dat geen goede voortekenen zijn weet ik het ook niet meer.

Na het tweede tussenpunt gaat het 1,5 kilometer rechtdoor over een brede en vlakke weg. Daarna wordt het wel weer wat bochtiger. De renners slaan linksaf, zonder problemen. Bijna direct daarna is er dan wel weer een scherpe bocht naar rechts, waar de weg ook nog eens een stuk smaller wordt.

Na deze bocht gaat het even rechtdoor en moet er ook zowaar nog even geklommen worden, er komt een viaduct over het spoor aan. Een aantal meter gaat het omhoog, maar boven op het viaduct loopt het uiteraard weer naar beneden. Aan het eind van het viaduct is er een bocht naar links en dan gaat het weer een aantal meter rechtdoor, tot er een rotonde verschijnt. Hier moet weer even stevig gestuurd worden, maar dan zit de technische zone er weer even op.

Over het industrieterrein van Sesto San Giovanni gaat het een halve kilometer rechtdoor, daarna is er een simpele bocht naar links en dan gaat het 2,5 kilometer rechtdoor. Weer over rechte, brede en vooral vlakke wegen. We zitten al in de agglomeratie van Milaan, dus veel open terrein is er ook hier niet. Op zes kilometer van de streep komt er pas weer een bocht, maar dit is een makkelijke bocht naar links.

Een aantal hectometer later is er een rotonde, maar ook hier hoeven de renners niet extreem veel te sturen. Dat gaat alleen wel veranderen, na die rotonde komen de coureurs namelijk uit bij Piazza Carbonari. Met nog ongeveer vijf kilometer te gaan begint hier de technische slotfase van deze tijdrit en de Giro.

De slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)
De slotkilometers van vandaag (Bron: Giro d'Italia)

Piazza Carbonari is een grote rotonde met een aantal op- en afritten naar de ring van Milaan. Als de rotonde in zicht komt slaan de renners rechtsaf en daarna blijven ze deze rotonde 300 meter volgen. Met een scherpe bocht naar rechts verlaten ze dan de rotonde en het gaat vervolgens weer even rechtdoor.

Na 200 meter is er een bocht naar links en 300 meter daarna is er weer een scherpe bocht naar rechts. Na die bocht gaat het wel weer even 1,2 kilometer rechtdoor. Op iets meer dan drie kilometer van de streep is er een stevige bocht naar links en vervolgens gaat het weer rechtdoor over een enorm brede weg, tot op twee kilometer van de streep.

De renners rijden ondertussen ook langs allerlei statige gebouwen en passeren ook een fraai park, maar belangrijker is dat er op twee kilometer van de streep weer een bocht naar rechts is. Na die niet al te lastige bocht gaat het weer een kilometer rechtdoor, terwijl het steeds vlak blijft. De wegen blijven ook nog steeds breed, terwijl de renners nu in het domein van de dure winkels terechtkomen.

Onder de boog van de allerlaatste kilomter van deze Giro is er een scherpe bocht naar rechts en daarna gaat het weer 400 meter rechtdoor. Op minder dan 600 meter van de streep komt er dan weer een bocht naar links en daarna rijden de renners recht het centrum van Milaan in. Via een paar korte bochtjes komen ze op de steentjes terecht en op 400 meter van de streep volgt dan de laatste serieuze bocht, naar rechts. In de laatste meters gaat het rechtdoor. Na 29,3 kilometer ligt de streep naast de dom van Milaan.

De dom van Milaan (Foto: Panoramio)
De dom van Milaan (Foto: Panoramio)

De finishplaats
De 100e Giro moest natuurlijk eindigen in Milaan. De krant die op het idee kwam om de koers te organiseren was immers gevestigd in deze stad. La Gazzetta dello Sport kwam eerder al met de Ronde van Lombardije en Milaan-San Remo, maar in 1908 stond er ineens een mededeling in de krant dat een jaar later de eerste Giro d'Italia georganiseerd zou worden.

Het zou een koers worden van acht lange ritten, met steeds een rustdag tussendoor. Ritten van meer dan 300 kilometer waren toen nog normaal. Men werkte ook nog niet met tijdsverschillen, het klassement werd gebasseerd op de klasseringen van de renners in iedere afzonderlijke rit. In de jaren daarna is er veel veranderd, maar het is passend om de Giro af te sluiten in de stad waar het allemaal begon, op 13 mei 1909.

Milaan is immers niet altijd het eindpunt van de Giro, de koers eindigt de laatste jaren ook regelmatig in een andere stad. In 2015 waren we voor het laatst in Milaan, de Giro eindigde toen met een rit in lijn. Die rit werd gewonnen door Iljo Keisse, die samen met Luke Durbridge in de slotfase wegreed en daarmee de sprintersploegen verraste.

De laatste keer dat de Giro in Milaan eindigde met een tijdrit was in 2012. Dat was net als nu een bloedstollende tijdrit. Joaquim Rodriguez was bergop de beste gebleken tijdens die Giro, maar hij had veel tijd laten liggen door behoorlijk laf rond te rijden. Daardoor stond de allersaaiste Canadees ooit, Ryder Hesjedal, nog kort in het klassement.

In de afsluitende tijdrit bakte Rodriguez er helemaal niets van, zoals te verwachten viel. Hesjedal daarentegen reed wel weer goed en hij nam zo op de slotdag toch nog de roze trui over van Purito. Hij werd daarmee de meest nietszeggende winnaar van de Giro ooit. Wel liet hij zien dat je op de laatste dag nog even de trui over kan nemen, dat moet de burger moed geven.

Marco Pinotti won die tijdrit overigens, maar dat boeide niemand meer. Milaan is trouwens een stad met 1.350.000 inwoners, in de regio Piëmonte. Verder neem ik aan dat iedereen Milaan wel kent. Het is een vrij saaie stad, waar je eigenlijk alleen al je geld uit kan geven aan kleding. Het wordt de 86e keer dat hier een rit eindigt en de kans is groot dat dit van alle aankomsten in Milaan de meest memorabele gaat worden.

Nog een keer de dom van Milaan, omdat het kan (Foto: Panoramio)
Nog een keer de dom van Milaan, omdat het kan (Foto: Panoramio)

TV & het weer
Het gaat tijdens deze nu al zenuwslopende dag smerig warm worden. 30 graden in Milaan, met maar weinig wind. Het zal ook droog blijven, dus er is totaal geen verkoeling. Dit wordt nog even iets meer dan een half uur afzien voor alle renners.

De eerste renner die aan deze tijdrit gaat beginnen is Giuseppe Fonzi, de maglia nera. Hij staat om 13:45 aan het vertrek. Na hem gaan de renners om de minuut vertrekken. Om 14:15 schijnt Eurosport er bij te zijn, als ze klaar zijn met het uitzenden van de bijzonder marginale sport die men tennis pleegt te noemen.

Om 14:14 staat Twan Castelijns aan het vertrek, dus met een beetje geluk zien we hem nog net in beeld rijden. Om 14:26 start Jos van Emden, dat moment moeten we ook goed in de gaten houden. Na de tijdrit van Jos zullen de spanningen gaan stijgen, want dan komt de apotheose van deze 100e Giro steeds dichterbij.

Vanaf Sebastian Reichenbach, de nummer 15 in het klassement, gaan de renners om de drie minuten starten. Reichenbach start om 16:14 en daarna is het 33 minuten wachten op Tom. Hij gaat van start om 16:47. Quintana gaat als laatste van start om 16:56. Rond 17:30 zullen we dan weten wie de Giro gaat winnen.

Het gaat krankzinnig spannend worden en dat mogen we dus allemaal weer mee gaan maken bij Eurosport, die natuurlijk naar de reclame gaan als Dumoulin in de buurt is van een tussenpunt. Dat voegt dan toch nog wat extra spanning toe aan de koers, een hele nieuwe beleving van de sport. 

Favorieten & voorspelling
Deze tijdrit is eigenlijk gewoon heel simpel. Het is niet bijzonder technisch, maar vooral rechttoe rechtaan. Daarnaast zal het ook heel vlak zijn, dit is dus typisch iets voor de jongens met de grote motor, die op de grote plaat kunnen stoempen. Niet echt iets voor de lichtgewichten, dus Nairo Quintana is in het nadeel. Hij heeft dan weer als voordeel dat het waarschijnlijk niet hard gaat waaien, waardoor er dus in ieder geval geen tegenwind zal zijn.

Het gaat een thriller worden, waarbij de focus vooral zal liggen op het klassement. De kans bestaat dat een relatieve nobody met de winst gaat lopen en dat iedereen dat na de rit alweer vergeten is, een beetje zoals bij Pinotti in 2012. Er staan niet veel specialisten aan de start, maar de paar specialisten die wel nog in koers zijn hebben het voordeel dat ze niet drie weken zo diep hebben hoeven te gaan als de klassementsrenners.

Als we kijken naar de renners die nog kans maken op het roze is Dumoulin vooraf de grote favoriet. Normaal gesproken moet hij de rest hier op een enorme achterstand rijden. Pinot is wat wisselvalliger in het tijdrijden, maar op een goede dag kan hij zelfs tijdritten winnen. Quintana gaat in ieder geval de rit niet winnen, maar op een goede dag kan hij de schade aardig beperkt houden.

Nibali heeft dan weer het voordeel dat hij een Italiaan is, hij mag achterop de brommer richting Milaan. Ook Zakarin mogen we niet vergeten, hij is van oudsher altijd een goede tijdrijder geweest. Er valt eigenlijk geen zinnig woord te zeggen over de uitslag van deze rit. Dus houden we het bij minder zinnige woorden en gaan we afwachten.

1. Van Emden. Onze Jos gaat iedereen helemaal de moeder schroeien. Deze tijdrit is op zijn lijf geschreven. 30 kilometer knallen over vlakke wegen, zo ziet Jos het graag. De vorige tijdrit was niet helemaal zijn ding, maar hij wist toch achtste te worden. Dat wil wat zeggen. Hij kan enorm profiteren van het feit dat er maar weinig specialisten aan de start staan en dat Dumoulin na drie weken koersen voor de roze trui wel uitgeput zal zijn. Dit is geen normale tijdrit meer, aan het eind van de ronde.

2. Kiryienka. Vasil is een vreemde patriot, je weet nooit wat je aan hem hebt in een tijdrit. Op een goede dag eindigt hij bovenaan, maar hij neemt ook wel eens een snipperdagje. Tijdens deze Giro vond ik hem niet zo overtuigend, maar dat is voor Vasil vaak een signaal om dan ineens uit het niets weer goed te gaan rijden. We moeten ernstig rekening houden met deze stoïcijnse Wit-Rus.

3. Jungels. Ik ben onder de indruk van Bob. Hij heeft een sterke Giro afgewerkt en hij was tijdens de vorige rit ook bijzonder goed aan het rijden. Hij nam samen met Dumoulin een groot deel van de slotklim voor zijn rekening en ook in de laatste kilometers richting de streep reed Jungels veelvuldig op kop. Met zijn benen zit het dus wel goed. In deze tijdrit moet hij dan nog een keer zichzelf kunnen tonen. Zijn tijdritten zijn ook nog wel eens wisselvallig, maar in deze vorm kan hij de wereld aan.

4. Dumoulin. Tom heeft al heel lang heel diep moeten gaan. Dat zal ten koste gaan van zijn tijdrit. Hij is nog steeds duidelijk in het voordeel ten opzichte van zijn concurrenten, maar het is de vraag of het genoeg gaat zijn. Normaal gesproken moet hij die paar seconden op Pinot met gemak goed kunnen maken en ook de achterstand op Nibali is te overzien. Een minuut op Quintana in zo'n vlakke tijdrit van 30 kilometer zou normaal ook moeten lukken, maar het is allemaal niet zo normaal. We hebben drie weken koers gehad en Tom zit nu ook voor het eerst in deze situatie. Als hij de volle focus en concentratie nog één keer kan opbrengen is er heel veel mogelijk. Hoewel het ook zal afhangen van Quintana. De Colombiaan heeft soms wonderlijke dagen waarop hij een uitstekende tijdrit rijdt. Als een van die dagen nu komt, is Dumoulin mooi in de aap gelogeerd.

5. Hepburn. In zo'n afsluitende tijdrit eindigt er altijd wel iemand bovenaan die je daar niet direct verwacht. Voor het grote publiek is Hepburn niet zo bekend, maar stiekem rijdt hij al een aantal jaar sterk in de tijdritten. Hij werd ook 13e in de tijdrit naar Montefalco, terwijl die tijdrit eigenlijk te heuvelachtig voor hem was. Op het vlakke gaat het een ander verhaal worden, dan gaat Heppy vooraan eindigen. Zoals in de Tirreno, toen hij derde werd in de afsluitende tijdrit.

Overigens ben ik van mening dat Eurosport vernietigd moet worden.