Honderdste wereldtitel voor Noorse langlaufers

Groot feest bij de Noorse langlaufbond. Op het wereldkampioenschap in het Finse Lahti is voor de honderdste keer in de geschiedenis een gouden WK-medaille uitgedeeld aan Noorwegen. Dit keer was het de beurt aan de dames in de estafette, die vier keer vijf kilometer aflegden - de eerste twee in klassieke stijl, de andere twee in vrije stijl.

Maiken Caspersen Falla nam als startloopster een kleine voorsprong en al snel was duidelijk dat slechts een zeer beperkt aantal landen om de medailles zou strijden. Polen ging dankzij Justyna Kowalczyk goed mee, maar de rest van het team had een wonder nodig om erbij te blijven en dat gebeurde niet. Wie verder voorin mee bleven doen waren Anna Haag voor Zweden en de Finse Aino-Kaisa Saarinen, die in 2001 al van de partij was op het WK in Lahti. Kikkan Randall hield de VS ook nog op enigszins haalbare afstand.

Heidi Weng, de tweede Noorse, verloor de leiding op haar beurt weer. De Finse Kerttu Niskanen wist aan te sluiten en samen hadden ze een dikke tien seconden voorsprong op de Zweedse Charlotte Kalla. Sadie Bjornsen hield de VS ondertussen nog in de race, terwijl de rest definitief gezien was.

Kalla voor Weng en Niskanen (Foto: Getty)

Bij Noorwegen werd de grootste klap uitgedeeld door uitgerekend Astrid Uhrenholdt Jacobsen, die in het team gezet werd in de plaats van Ingvild Flugstad Østberg - de nummer twee in de World Cup. Met name in het tweede deel van haar vijf kilometer zette ze de turbo verschroeiend hard aan: ze gaf met bijna een minuut voorsprong over op slotloopster Marit Bjørgen. Ondertussen maakte het 19-jarige Zweedse supertalent Ebba Andersson een goede indruk. Ze kreeg het volste vertrouwen van de coach - een fout volgens de Noorse en Finse coaches - en wist de Finse Laura Mononen in de slotmeters binnen te hengelen voor de laatste wissel.

Bjørgen kwam uiteraard geen moment in de problemen op weg naar het honderdste Noorse WK-goud ooit - en haar zeventiende wereldtitel - maar daarachter werd stevig gevochten. Uiteindelijk was de Zweedse Stina Nilsson, dit WK al geteisterd door malheur, nipt te sterk voor de Finse Krista Pärmäkoski, die daardoor het brons won.